Eind jaren zestig was er sprake van een omwenteling in de popmuziek. Door de opmars van het Hammondorgel en met snerpend gitaarspel ontstonden andere, vaak agressievere muziekstijlen. Veel bands experimenteerden met tempowisselingen en met langere, vaak instrumentale stukken om zo het format van twee tot drie minuten vaarwel te zeggen. Zo ontstonden rond 1967 naast de Merseybeat, blues en pop ook bluesrock, hardrock en symfonische en progressieve rock.