Dirk Schlörner, voormalig lid van de agitrockband Ton Steine Scherben is ongetwijfeld de voornaamste persoon van het project Stella Maris, want hij speelt toetsen, gitaar en fluit. Bovendien produceerde hij het album To The Promised Land, en is hij de voornaamste componist. De begeleidende informatie praat over mystery pop, maar op het album zelf wordt het genre ambient/trip hop genoemd. Voor elk wat wils dus en inderdaad, de twaalf nummere bieden variatie genoeg. De instrumentale opening is atmosferisch met een zweem van Keltische folk daarin verweven. Het tweede nummer had ook van Era afkomstig kunnen zijn, al is Miserere iets minder statig. In de titeltrack is de zwoele stem van Alquimia te horen. Het bevat mooie intermezzi, maar ook een wat simpel basisthema en een bijna rappende Schlörner. Spiritual Love vertoont zowaar enige gelijkenis met Human League en Cock Robin. Een lekker mystiek, ietwat oosters aandoend nummer is Raven met een goed zingende Louisa John-Krol. Ook Domine vertoont overeenkomst met het werk van Era, maar ook met dat van Enigma. Evenals in Spiritual Love zingt Schlörners dochter Maria mee op Your Head On My Shoulder, ook een melodieus synthipopnummer, maar ik ben niet echt onder de indruk van de vocale prestaties van vader en dochter. Alquimia doet het beter en gedeeltelijk in het Frans in het wat folkloristische deuntje Yeux, Vie De Mon Coeur dat op sommige momenten aan een rustige Enigma doet denken. De Noorse Kerstin Blodig verrijkt met haar mooie stem Northern Lights, een plezierige popsong die lekker door dreutelt. Carino Amor vertoont een Spaanse inslag benadrukt door Alquimia die dit nummer in haar eigen taal zingt, wat ze overigens zeer pakkend doet. Notre Dame bevat veel etnische invloeden met als schril contrast de bijna kinderlijke stem van Louisa John-Krol. De laatste track 10.000 Miles heeft stuwende ritmes en een dito synthesizerloop als basis met daaroverheen wat gitaren en zang. Het nummer is echter te eentonig om echt te boeien. Hoewel To The Promised Land aardige fragmenten bevat en het gitaarwerk subtiel en goed is, vind ik het geheel toch niet consistent genoeg voor een topnotering.
ENGLISH:
Dirk Schlörner, former member of the agit rock band Ton Steine Scherben, is undoubtedly the leading person in the project Stella Maris, since he plays keyboards, guitar and flute, he produced The Promised Land, and he is also the principal composer as well. The cover information mentions 'mystery pop' and for the album the ambient/trip hop genre is mentioned, so this is meant to be something all tastes are catered to? Indeed, there is enough variation on the twelve tracks. The instrumental opening is atmospherical with a shade of Celtic folklore interweaved. The second track could also have been from Era, although Miserere is slightly less majestic. On the title track, the sultry voice of Alquimia can be heard, along with beautiful intermezzos but a somewhat simple base theme and a rapping Schlörner. Spiritual Love actually shows some resemblance to a cross between The Human League and Cock Robin. A nice mystical somewhat oriental striking number is Raven, featuring Louisa John-Krol singing well. Domine again shows some resemblance to the work of Era, but also that of Enigma. Just like on Spiritual Love, Schlörner's daughter Maria joins in the singing on Your Head On My Shoulder. This is also a melodious synthy-pop song, but I am not really impressed by the vocal performance of father and daughter. Alquimia improves upon that, and performs partly in French, on the somewhat folkloristic little tune Yeux, Vie De Mon Coeur, which now and then also reminds me of a quiet Enigma. The Norwegian singer Kerstin Blodig enriches Northern Lights with her beautiful voice. It's a pleasant pop song that ripples along nicely. The track Carino Amor has a Spanish feel, accentuated by the singing of Alquimia in her native language. That is something she does exeptionally well and catchy indeed. A strong ethnic influence can be heard on Notre Dame, but it contains the almost childish little voice of Louisa John-Krol which provides a violent contrast. The last track 10.000 Miles has inciting rhythms and a ditto synthesizer loop as a basis, topped off with some guitars and vocals, yet it is too monotonous to really fascinate me. Although there are nice fragments on The Promised Land and the guitar work is subtle and good, I think it is, as a whole, not consistent enough to rate a top quotation