Drie jaar na het debuut Elinoire ligt nu het tweede album van het Duitse Flaming Row in de schappen met zo’n beetje de maximale lengte die een cd aankan. Maar liefst vier van de acht nummers klokken rond de tien minuten of langer. Meer dan op Elinoire is de muziek nogal grillig, want volksmuziek en zoete popfragmenten worden afgewisseld door wel zeer stevige progmetal geënt op bands als Dream Theater en Shadow Gallery. Dat laatste is niet zo vreemd als je bedenkt dat Brendt Allman en Gary Wehrkamp opnieuw hun medewerking verleenden, terwijl ook Brian Ashland, de huidige zanger-gitarist van Shadow Gallery, van de partij is. Naast tekstschrijfster-zangeres Kiri Geile, componist-multi-instrumentalist Martin Schnella, toetsenist Marek Arnold en drummer Niklas Kahl, zijn veel gastmusici verantwoordelijk voor het bombastische geheel. Namen als Ted Leonard, Dave Meros, Jimmy Keegan (allen Spock’s Beard), Leo Margarit (Pain Of Salvation) en Arjen Lucassen leveren een bijdrage, maar ondanks deze grote namen zal het hoge metalgehalte voor veel prog- en symfoliefhebbers een belemmering zijn. Verder moet de keur aan vocalisten je liggen, want er zijn maar liefst negen zangstemmen te horen. Het begin van Journey To The Afterlife klinkt in de stijl van wijlen Janis Joplin, terwijl de muziek daarna overgaat in een soort ‘happy party song’, gevolgd door een rustig intermezzo, dan een veel symfonischer gedeelte en tot slot een meer metal-georiënteerd eindschot. In Alcatraz komen heel duidelijke Southern-rock invloeden aan de oppervlakte, zoals die van 38 Special en Lynyrd Skynyrd. Daarna volgt een tweetal op Shadow Gallery gelijkende nummers, van welke Pictures vrij rustig en melodieus is. De afsluitende epic begint heel zwoel, wordt vervolgens een stuk heftiger en net als in het eerste deel klinken her en der folkinvloeden door vanwege de fluiten en de ‘pipes’ bespeeld door Jens Kommnick. Zonder de echt harde passages en met wat minder zangers had dit album in mijn beleving hoger gescoord.