Bijna twintig jaar geleden begonnen toetsenist Alex Staropoli en gitarist Luca Turilli met Rhapsody, een band die grote bekendheid verwierf. Juridische perikelen forceerden een aanpassing van de bandnaam van deze uitvinders van de symfonisch-epische metal. Na negen studioalbums stapte Turilli op met in zijn kielzog bassist Patrice Guers en livegitarist Dominique Leurquin. Drummer Alex Holzwarth bleef vooralsnog bij beide bands spelen. Na het eerste nieuwe studioalbum Dark Wings Of Steel (2013) met gitarist Roby De Micheli, is Into The Legend de ruim zeventig minuten durende opvolger. Alex Staropoli werd bij het schrijven van de composities geholpen door broer-fluitist Manuel Staropoli, die al jaren live en in de studio op tal van albums te horen is. Verder is Alex Holzwarths broer Oliver vervangen door Alessandro Sala, een ex-bandmaatje van De Micheli die op indrukwekkende wijze bas speelt. Zanger Fabio Lione leverde alle teksten aan. Het was even wennen, maar als ik Into The Legend vergelijk met Prometheus, Symphonia Ignis Divinus (2015) van Luca Turilli’s Rhapsody, dan heeft het eerstgenoemde album mijn uitgesproken voorkeur. De band heeft kans gezien het goede van de oude albums te bewaren. Met bijdragen van geschoolde zangers, een operazangeres en een groot orkest wordt hier een doorwrocht album van hoge kwaliteit gepresenteerd. Bij beluistering van de meer gedragen stukken wordt duidelijk wat een geweldige zanger Fabio Lione is met zijn herkenbare, heldere stem en zijn langzame vibrato. Vooral in het majestueuze Winters Rain waart de geest van wijlen Sir Christopher Lee nog rond; je hoort zijn lage, sonore stem als het ware in het koor. De bombastische orkestraties doen het uitstekend als tegenwicht voor de watervlugge loopjes van zowel De Micheli, Sala als Holzwarth. Manuels fluit geeft de muziek zo hier en daar een folkloristische inslag en dat is een erg fraaie afwisseling met de steviger orkestrale stukken. De Micheli doet wat mij betreft niet onder voor Turilli. De laatste track, een ruim zestien minuten durende epic, bevat zowel akoestische stukjes als passages waarin de band alle registers opentrekt. Fabio’s duet met de operazangeres, van wie ik de naam niet heb kunnen vinden, is wonderschoon. Dit elfde album mag er zijn en de band kan de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.