Uit Denemarken lijkt niet zo veel goede muziek te komen. Dat er wel ambitieuze muzikanten rondlopen blijkt uit The Infinite Overture, part 1, het tweede album van het gelijknamige kwartet rond gitarist Niels Vejlyt die tevens tekende voor de composities, de orkestraties en een deel van de 'growls'. De stijl is overwegend metal met invloeden uit de progressieve muziek en gothicmetal. Voor dit tweede album rekruteerde Vejlyt nieuwe muzikanten: een ritmesectie bestaande uit drummer Jakob Vand en bassist Bernardo Fesch en de nieuwe frontvrouw heet Kimmie Tenna Nielsen. Om niets aan het toeval over te laten werd Sascha Paeth gevraagd de mix en mastering te doen, maar de productie deed Vejlyt zelf en mijns inziens had hij dat ook beter door Paeth kunnen laten doen. Het album opent met forse gitaarlicks en een aardige geluidsmuur, waarmee Vejlyt direct zijn visitekaartje afgeeft. Nielsen zingt gelukkig vaak lieflijk, maar zodra zij haar stem verheft wordt de muziek voor mij al een stuk minder. Ze redt zich weliswaar aardig met haar kopstem, maar gewoon zingend in het hoog komt ze routine en bereik tekort en komt haar zang erg geforceerd over wat vooral in de derde track pijnlijk duidelijk wordt. Het gitaarwerk van Vejlyt is meestal flitsend snel, maar ik hoor dezelfde loopjes een beetje te vaak en zijn wat blikkerige geluid heerst over het hele album. De variatie binnen de composities die van powermetal, via gothicmetal naar popmuziek loopt, is voldoende aanwezig en de rustige stukken liggen zonder meer fraai en prettig in het gehoor. In de eerste track zijn gastrollen weggelegd voor onder anderen Amanda Somerville en Fabio Lione (Rhapsody Of Fire). Vooral in het tweede deel van het ruim drie kwartier klokkende album zijn geregeld grunts en growls te horen, iets wat ik maar zelden kan waarderen. De muziek is met name door de grunts soms wel erg donker en dan zijn de symfonische orkestrale stukjes een verademing. Hier en daar doet de band mij aan Vision Of Atlantis denken, soms ook aan Aesma Daeva. De stem van Nielsen lijkt wat op die van bijvoorbeeld Anna LaCazio (Cock Robin). De obligate ballads heten Back From The Past en afsluiter Darkness Of Mind. Het sfeervolle titelstuk, dat opent met akoestische gitaren, begint heel fraai en rustig en bevat de beste zangprestatie van Nielsen. Qua stijl is dit album enigszins vergelijkbaar met 'ons eigen' Delain, althans het mooie popachtige gedeelte.
The Infinite Overture, part 1 is een aardig album voor de liefhebbers, maar de doorsnee progfan kan dit album beter overslaan.