Rockdinosaurus Deep Purple neigt naar zijn pensioen, althans dat zou je kunnen afleiden uit de titel. Hoewel ‘fin’ einde betekent, duidt ‘infinity’ op oneindig en de band heeft laten weten door te gaan zolang men er plezier in heeft. Feit is echter dat enkele bandleden de zeventig al gepasseerd zijn en dan wordt het tijd om over stoppen te gaan nadenken. InFinite zou dus best eens het laatste Deep Purple-album kunnen zijn. De negen nieuwe composities die samen goed zijn voor ruim 41 minuten muziek, worden aangevuld met Roadhouse Blues, een cover van The Doors, en twee livetracks. De teksten van zanger Ian Gillan blijven puntig en drummer Ian Paice en bassist Roger Glover musiceren op niveau. De zang van Gillan is alleszins acceptabel, maar Steve Morse speelt door de osteoartrose in zijn rechterpols lang niet zo virtuoos als voorheen. Don Airey gaat daarentegen aardig tekeer op zijn orgel, piano en synthesizers. InFinite bevat doorsnee (hard)rock met wat bluesinvloeden met hier en daar een knipoogje naar de progressieve rock. Openingstrack Time For Bedlam heeft veel weg van Pictures Of Home van het album Machine Head (1972), The Surprising heeft een Dixie Dregs-achtig instrumentaal intermezzo. De enige spetterende solo’s zijn te horen in Birds Of Prey, maar verder is er behalve enige effecten op Gillans stem weinig nieuws onder de zon. InFinite is een oerdegelijk stukje werk, geproduceerd door oudgediende Bob Ezrin, maar een verbluffend album is het zeker niet geworden. Toch heb ik respect voor deze mannen, voor hun wilskracht om door te gaan en met nieuwe composities te komen. De uitgave wordt verrijkt met een gratis dvd, waarin de band te zien is in de studio, tijdens interviews en jam- en opnamesessies. Het geheel wordt becommentarieerd door niemand minder dan Rick Wakeman. Aan de binnenkant van het klaphoesje is een hedendaagse variant van de cover van Deep Purple In Rock (1970) afgebeeld, maar dan met de huidige koppen uitgehouwen in ijs.