MENNO VON BRUCKEN FOCK

THE GLORIOUS BURDEN

Artiest / Band: 
ICED EARTH (2004)
ICED EARTH - THE GLORIOUS BURDEN

De dubbel-cd The Glorious Burden van de Amerikaanse band Iced Earth bevat melodieuze heavy metal in een stijl die Metallica verliet na Metallica (The Black Album) (1991). De muziek is gitaar geörienteerd, dat wel, maar het is toch een enigszins progressief conceptalbum over de militaire geschiedenis met het ruim een halfuur durend epos Gettysburg, vooral vanwege de deelname van het Praags Philarmonisch Orkest. De limited edition opent met een fraaie metaluitvoering van het Amerikaanse volkslied. Dan volgt Declaration Day, een aansprekende midtempo rocker, waarin de nieuwe zanger Tim Owens (ex-Judas Priest) zijn visitekaartje afgeeft: ijzingwekkend hoog en zuiver! De eerste ballad heet When The Eagle Cries, een nummer met hitpotentie. Snelle riffs, zoals op de oudere platen van Iced Earth te horen zijn, vind je op The Reckoning, dat ook als single is uitgebracht. De hoge stem zingt enigszins vervormd, terwijl een rustiger intermezzo dit meest agressieve nummer ‘breekt’. De onvervalste headbanger is Greenface met een diepe rauwe stem van Owens en een prima solo van gitarist Ralph Santolla (ex-Millenium). Atilla, jawel, de leider van de Hunnen, wordt bezongen in een klassieke Iron Maiden-stijl. Baron von Richthofen, de Rode Duivel in de beruchte Albatros, krijgt zijn eerbetoon in Red Baron/Blue Max, een snel en ruig nummer dat gevolgd wordt door het gedeeltelijk akoestische Hollow Man met een heerlijk, meeslepend refrein voorzien van meerstemmige zang. De rustige stijl wordt met akoestische gitaar doorgetrokken in het begin van Valley Forge, maar wordt afgewisseld met stukken die sterk aan Metallica doen denken. Dat geldt ook voor Waterloo, de uitbeelding van de ondergang van Napoleon, maar de hoge uithalen en diverse tempowisselingen maken de sfeer net weer anders. De afsluiter is een akoestische versie van When The Eagle Cries.

De tweede schijf opent met het volkslied door orkest, trommels, akoestische gitaar, fluiten en Owens die de burgeroorlog bezingt. Ondersteund door orkest wordt vervolgens in drie delen de enorme confrontatie in Gettysburg vertolkt. The Devil To Pay is stevig en dreigend en is na een ‘traditional’ passage het meest symfonische instrumentale stuk. Het wordt afgesloten met een passage die lijkt op Judas Priest, waarna tromgeroffel de overgang vormt naar Hold At All Costs: een rustig begin, daarna een ronkende bas, een krachtige melodie en aan het eind meerstemmige zang. High Water Mark begint instrumentaal met een duidelijke rol voor het orkest, dan een stuk wat ook op Les Misérables had kunnen staan. De finale is een zwaar orkestraal stuk met een zeer theatraal zingende Owens dat eindigt met treurige strijkers. De productie zal ongetwijfeld in orde zijn, maar aangezien de cd pas in januari 2004 verschijnt, moest ik de recensie beluisteren via de computer.