ESP is een samenwerkingsverband tussen Jacek Spruch (Polen) en Mark Ashby (USA). Zij maken elektronische muziek (EM) en beiden delen hun liefde voor Tangerine Dream (TD). Via de fanclub gingen ze corresponderen en kwamen ze er achter dat ze allebei ook zelf EM wilden maken. Van het een kwam het ander en naast diverse afzonderlijke uitgaven namen ze samen in 1995 The Gate op en toen Spruch in 2001 zijn eigen, onafhankelijke label oprichtte, was de weg vrij om dit ESP-album uit te brengen. Dat werd dan eindelijk werkelijkheid in 2003. Het album bevat krap vijftig minuten muziek verdeeld over vier tracks, waarvan er weer twee in subsecties zijn onderverdeeld. De stijl is geïnspireerd op die van TD jaren tachtig en negentig. Het duo maakt mooie, toegankelijke en glashelder geproduceerde muziek, waarbij het eerste deel van Deus Ex Machina nadrukkelijk refereert aan TD, ook wat betreft de gebruikte geluiden. Er is sprake van een mooie opbouw, rustige sequences en de aanwezige elektronische percussie met daaroverheen vloeiende melodieën overheerst nergens. Het tweede deel heeft wat meer weg van Jean MIchel Jarre. Hubris lijkt het resultaat van een improvisatie, die later nog wat is bijgeschaafd. Het is daarom niet minder goed. Ook dit nummer behoort tot de categorie ‘general melodic’. Minder alledaagse synthgeluiden hoor je in Catharsis waar onder meer een elektrische piano een akoestische gitaar ontmoet, maar hetzelfde stramien van opbouw en toegankelijke melodielijnen keert terug. Jammer dat het nummer wordt weggedraaid op het moment dat je het gevoel hebt dat er nog een kwartier muziek moet komen. Het hoogtepunt van de plaat is Transcendence dat in zes stukken is onderverdeeld. Gate is een zweverig intro, terwijl het thema van Metamorphosis veel lijkt op Catharsis. Perception heeft weer die heerlijke TD-inslag. Het subtiele elektrische gitaarspel is een mooie aanvulling en ook de bas doet hier zijn intrede. In Float kun je weer even wegdromen en langzaam wakker worden in Crossover, dat voor mij de mooiste subsectie is. Het wordt helaas gevolgd door een wat jammerlijk, maar gelukkig kort slotstukje met wat vaag en ijl klokkenspel.
ENGLISH:
ESP is a cooperative project of electronic music (EM) musicians Jacek Spruch (Poland) and Mark Ashby (USA). Thanks to a shared love for Tangerine Dream (TD), these two men started corresponding through the TD-fanclub and discovered that they both made EM themselves. One thing led to another and, beside several individual releases, they recorded The Gate together in 1995. When Spruch created his own independent label in 2001, they saw an opportunity to release this ESP-album. Eventually it came out in 2003. The album contains Just under fifty minutes of music divided into four tracks, two of which are yet again subdivided into several parts, displaying a style that is clearly based on the music of TD in the eighties and nineties. One offers here some beautiful and very accessible music produced in a crystal-clear way. The first part of Deus Ex Machina contains explicit references to TD, for instance in the choice of sounds. It's well structured and consists of peaceful sequences; the presence of electronic percussion is never too powerful and it is sprinkled with a succession of flowing melodies. The second part is a lot more in the vein of Jean Michel Jarre. Hubris seems to be the result of an improvisation that has been ‘polished’ afterwards, but this doesn't make it less charming. This track can also be classified in the general melodic category. Catharsis boasts less ordinary synth sounds - e.g. electric piano meets acoustic guitar - but still has the same structural pattern as well as the usual accessible melodic outline. Unfortunately, the music comes to an end just when you think you’ll be treated to a further fifteen minutes of it. The highlight of this CD is called Transcendence and it is divided into six parts. Gate is a floating intro, Metamorphosis displays a theme that is not unlike the one in Catharsis and in Perception you are once again confronted with those delightful TD-leanings. Some subtle electric guitar parts are a worthy addition here, and we also get some bass lines. Float allows you to dream away for a short while, until you wake up slowly during Crossover, my personal favourite. This is sadly followed by a somewhat unfortunate, but luckily very brief finale with some faint ethereal carillon sounds.