Eos is het twaalfde album van de Italiaanse progmetalformatie Eldritch die dit jaar het dertigjarig bestaan mag vieren. Vaste waarden zijn zanger Terence Holler en gitarist Eugene Simone, terwijl toetsenist Oleg Smirnoff na een afwezigheid van tien jaar weer is teruggekeerd op het oude nest. Hoewel de band zegt vooral door Queensrÿche en Fates Warning beïnvloed te zijn, ligt een vergelijking met Dream Theater verreweg het meest voor de hand. Zeker de tweede track Failure Of Faith had zo maar op Awake kunnen staan. The Cry Of A Nation bevat een heerlijk refrein, maar de kruising tussen grunten en ‘fluistershouten’ had voor mij niet gehoeven. Circles begint heel symfonisch, maar al rap komen de gitaarmuren, die we ook van Fates Warning kennen, spijkerhard door. Dario Lastrucci, de nieuwe aanwinst op bas in de band, mag zijn virtuositeit etaleren in een wat rustiger tussenstuk, maar verder is deze track, die bijna acht minuten klokt, geheel in de stijl van Fates Warning. Dat de band ook wat minder heftige nummers kan schrijven, blijkt uit No Obscurity, waarin zanger Holler imponeert met zijn enorme stembereik. Als ik dit hoor denk ik onwillekeurig dat Dream Theater of Fates Warning mochten willen dat ze zo’n frontman zouden hebben. Sunken Dreams is een epic van ruim elf minuten die Dream Theater naar de kroon steekt, zowel compositorisch als op instrumentaal en vocaal gebied. De track bevat alles wat symfonische progmetal moet hebben. Fear Me gaat weer nadrukkelijk richting Fates Warning, al is het tussenstukje met heerlijke interactie tussen Smirnoff en Lastrucci niet te versmaden. Zelfs een heuse ballad ontbreekt niet op deze schijf! I Can’t Believe voldoet in alle opzichten aan de voorwaarden voor een puike tranentrekker. Tegenhanger is het daaropvolgende The Awful Closure dat opent met ratelende dubbele basdrums die gelukkig niet het gehele nummer overheersen. De titeltrack Eos komt inderdaad in de buurt van de gouden tijden van Queensrÿche maar de toetsen zorgen voor een meer symfonische inslag. De instrumentale passages zijn uitermate smaakvol en de slepende gitaarsolo’s worden ondersteund met piano, drums en bas. Tevens bevestigt een prima synthsolo dat het predicaat progmetal terecht is. Het album wordt ietwat onverwachts afgesloten met een aardige, maar in mijn beleving redelijk overbodige cover van Runaway van Bon Jovi. Desalniettemin is Eos een album dat de derde decade van de band waardig is. Het kan zich moeiteloos meten met het werk van hierboven genoemde bands.