De in Senegal geboren Frans(talig)e toetsenist Cédric Leroy is vooral beïnvloed door Jean Michel Jarre. Hij begon ooit met pianospelen, maar hij raakte gaandeweg verslingerd aan elektronische toetseninstrumenten, MIDI en computer ondersteunde muzieksoftware. De in totaal dertien composities op de cd Eologie zijn goed voor vijftig minuten elektronische muziek, vooral in de geest van Jarre en Francis Rimbert, maar soms aanleunend tegen dance. Sequencers en enorm onrustige echoënde stereo-effecten spelen een belangrijke rol. Alle nummers, op het laatste na, hebben een zeer abrupt 'onnatuurlijk' einde dat voor mij als liefhebber van dit soort muziek qua hedendaagse productienormen eigenlijk onverteerbaar is, want zelfs in de jaren zeventig werd dit bij studioalbums niet geaccepteerd. Verder hebben alle tracks een herkenbare signatuur, een bepaalde stijl en een instrumentatie waarvan Leroy niet afwijkt, maar daardoor zijn in geen enkel nummer uitdagende verrassingen te horen. De tweede track Éologie, partie 2 neigt wat naar de muziek van wijlen Michael Garrison, terwijl Partie 4 een langzamer stuk is met een klarinetsample die de melodie vertolkt. In Partie 5 heeft de percussie in mijn beleving een ander ritme dan de sequencers en dat is op zijn zachtst gezegd wat vreemd, maar wel origineel. Partie 6 is wat bombastischer en gaat richting soundtrack. De geluidskwaliteit is echter - bewust of onbewust - nogal matig, waardoor het lijkt alsof de orkestraties soms wel en soms niet vol doorkomen. Partie 7 is wat zweveriger, terwijl Partie 8 en Partie 11 - dat erg veel gelijkenis met Partie 8 vertoont - weer zwaar tegen Jarre tijdens de periode Revolutions (1988) aanleunen. Partie 9 is de meest subtiele en space-achtige track van dit album en Partie 10 combineert Kraftwerk met filmmuziek. In Partie 12 zijn hier en daar - waarschijnlijk elektronische - walvisgeluiden te horen, maar het is verder een lieflijk deuntje in de stijl van een 'uitgeklede' Cusco. Het slot is mooi en komt qua sfeer in de buurt van de rustiger stukken van Jarre's Oxygène (1976). Een aardig plaatje maar productietechnisch een wanproduct.