Een collector’s item op vinyl: een buitenkansje voor de oudere jongere. Ditmaal is er een dubbelalbum van Kleptomania uit België verschenen, waaruit blijkt dat er niet onverdienstelijk werd gemusiceerd rond de decenniumwisseling van de beatjaren zestig naar de progjaren zeventig. Omwille van de kwaliteit zijn de veertien stukken, van welke drie nooit eerder zijn uitgebracht, op vier plaatkanten gezet die daardoor een beperkte lengte hebben van ruim vijftien tot ongeveer achttien minuten. Kleptomania had Dany Lademacher, de latere gitarist van Herman Broods Wild Romance in de gelederen, die geregeld Alvin Lee (Ten Years After) naar de kroon stak. Het album bevat deels jams, deels echte composities in een stijl die elementen uit jazz, blues en rock combineert en om die reden zeker protoprog genoemd zou kunnen worden. De thema’s zijn echter verhoudingsgewijs eenvoudig en klassieke muziek speelt geen rol, terwijl Patrick Gijsen zijn orgel meer gebruikt in de stijl van Deep Purple dan in die van Yes of Genesis. In tegenstelling tot de instrumentalisten is het met de zang wat minder goed gesteld. Naast puike instrumentale passages, die doen denken aan Led Zeppelin, Livin’ Blues en Q65, klinkt de zang meestentijds alsof hij in de achterkamer is opgenomen. Voor mij is het duidelijk dat noch Gijsen noch Wim Hombergen geboren zangers waren. De kracht van de band is de geweldige ritmetandem bestaande uit Charlie Deraedemaeker (bas) en Roger Wollaert (drums) samen met de organist en twee gitaristen. Deze mannen hadden niet het geluk om de juiste mensen te ontmoeten, want anders had Kleptomania ver kunnen reiken. Het heeft niet zo mogen zijn en het is daarom des te leuker dat er toch nog materiaal van rond 1971 beschikbaar is gekomen in een alleszins acceptabele kwaliteit.