MENNO VON BRUCKEN FOCK

E-LITE (NL+E)

Artiest / Band: 
OZONE PLAYER (2002)
OZONE PLAYER E-lite

Deze promo, die bestaat uit drie tracks, komt van E-Lite de tweede reguliere cd van Ozone Player oftewel de Finse toetsenist Otso Pakarinen, een man die al heel lang in het muziekwereldje zit en zijn brood verdient met het maken van muziek voor industriele video's, reclamefilmpjes, documentaires, etcetera. De eerste track My Name Is Bond, Jeeves Bond is een bijna dansbaar en luchtig nummer, waarbij een vergelijking met Kraftwerk logisch lijkt. Met wat verbeelding is er een persiflage op het bekende James Bond-thema in te herkennen. Light Music For Small Masses is een vrij experimenteel en oosters getint nummer met ritme en gonggeluiden. The Wobbling Wardrobe is de meest innovatieve track. Kraftwerk laat zich opnieuw groeten en met veel ritme en een shuffle sluipt er een klassiek melodietje in, uitgevoerd door een synthesizer-trompet om vervolgens te transformeren in geordende chaos met als laatste een klassiek slotakkoord. Pakarinen schuwt de experimenten niet en wil zich bewust niet in een hokje laten plaatsen. E-Lite bevat geen muziek om tot rust te komen, noch om mee naar de discotheek te nemen. Het is wel een uitdagend schijfje dat de grauwe middenmoot ontstijgt en een kans verdient om door nieuwsgierige elektronische muziekliefhebbers te worden ontdekt.

ENGLISH:

This 3-track promo comes from Elite, the second CD by Ozone Player, otherwise known as the Finnish keyboardist Otso Pakarinen, a man who has long worked in the music industry composing music for industrial videos, adverts, documentaries etc. The first track My Name Is Bond, Jeeves Bond, is an almost danceable and light-hearted piece, which can be logically compared to Kraftwerk. This track also contains a discernable parody of the well-known James Bond Theme. Light Music For Small Masses is an experimental orient-tinged track with rhythm and a gong-sound. The Wobbling Wardrobe is the most innovative track. Kraftwerk is again saluted with many rhythms and a slinky 'shuffle', together with a classical tune played by a synthesized trumpet, slides in over the top of an orderly chaos, before it all ends on a classic final chord. Pakarinen does not shy away from experimentation and he clearly makes a conscious effort not to be pigeon-holed. Though not music to either relax to or take to the disco, it defiantly rises above the gray middle ground and certainly deserves discovery by curious electronic music enthusiasts.