Met een schilderij van Olaf Lange op de cover van Dream Awakening keert de Noorse eenmansband Oberon terug aan het muzikale front na een stilte van dertien jaar. De omschrijving avant-garde is eigenlijk al net zo vreemd en misplaatst als de door ons veel gebruikte term ‘progressief’, want vooruitstrevend klinkt de muziek van Bard Oberon allerminst. Veel invloeden uit overwegend melancholieke volksmuziek, veel gebruik van mineurakkoorden, veel dramatiek en af en toe klinken Barclay James Harvest (Secret Flyer) en Leonard Cohen door in deze overwegend rustige muziek. De zang van Oberon bevindt zich in het midden van het vocale spectrum, is middelmatig maar irriteert niet. Het wat steviger nummer I Can Touch The Sun With My Heart neigt wat naar Ultravox en in de track In Dreams We Never Die herken ik wat lijntjes van Wish You Were Here van Pink Floyd. In de elf composities die tezamen ruim drie kwartier duren, probeert Oberon de luisteraar in vervoering te brengen, maar door het contrast tussen de meer rockgetinte nummers en de subtiele luistermuziek, lukt dat wat mij betreft maar ten dele. De composities geven mij in het algemeen een déjà vu-gevoel; de solo’s zijn zeker niet adembenemend. De donkere sfeer met de orkestrale arrangementen zijn wel sterke punten van dit album. Dream Awakening is daarom te goed om als niemendalletje af te serveren, maar ook niet indrukwekkend genoeg voor een prominente plaats in de gemiddelde symfocollectie.