Al dan niet ten gevolge van van het faillissement van het Transmission-label, is Epica - net als eerder After Forever - nu bij Nuclear Blast terechtgekomen, maar de band is de expertise van de Gate Studio met Sascha Paeth, Olaf Reitmeier en Amanda Somerville trouw gebleven. Het artwork van The Divine Conspiracy is niet langer van Drescher, maar van de bekende designer Mattias Norén; het ziet er dan ook zeer verzorgd uit. Zangeres Simone Simons is wederom gegroeid en haar stem krijgt gaandeweg steeds meer kracht en vastheid, wat onder meer goed te horen is in de het eerste stuk Chasing The Dragon. Zij durft nu ook hoger en gevarieerder te zingen. De bombastische, orkestrale klanken die beginnen met de ouverture, maar die door het hele album nadrukkelijk aanwezig blijven, worden vaak aangevuld met in het Latijn gezongen koortjes. Ook daarmee is dit album een logisch vervolg op Consign To Oblivion (2005). Ondanks de naar mijn smaak te talrijke en te rauwe grunts van Mark Jansen en de scherp ratelende riffs van diezelfde Jansen en van Ad Sluyter, zijn de filmisch en klassiek georiënteerde melodielijnen goed te herkennen, maar als geheel heeft Epica nog meer de dialoog tussen de extremen gezocht. Het lijkt dat het feit dat alle bandleden bijdragen hebben geleverd aan de composities daarbij van grote invloed is geweest. Naast genoemde klassieke en filmscore-elementen zijn ook popachtige en soms zelfs oosters aandoende klanken te horen. De hoofdmoot is echter de 'gruntrijke' metal afgewisseld door de lieflijke stem van Simons en gedragen door de aansprekende melodieën ondersteund door het orkest, veel effecten en omlijst met achtergrondzang die soms rechtstreeks uit een kerk lijkt te komen. Met een titel als The Divine Conspiracy kan dat natuurlijk bijna niet anders.
Een knap stukje werk van Epica, hoewel het schitterende Safeguard To Paradise en de indrukwekkende apotheose de vele stevige en ruigere stukken niet voldoende compenseren naar mijn smaak.