Muziekjournalist Steve Pilkington beschrijft in Decades: Uriah Heep In The 1970S de oprichting van Uriah Heep, de diverse bezettingswisselingen en de totstandkoming van de vermaarde klassieke bezetting bestaande uit Ken Hensley (toetsen), David Byron (zang), Gary Thain (bas), Mick Box (gitaar) en Lee Kerslake (drums) en van de klassiekers die de huidige bezetting nog steevast speelt tijdens liveshows. Met bijdragen en citaten van met name de eerste bassist Paul Newton, Mick Box en wijlen Ken Hensley, wordt de geschiedenis van de band gevolgd en de harde weg naar het uiteindelijk succes, maar ook de tol die diverse leden van de band daarvoor hebben betaald. Het is bizar om te lezen hoe de band werd aangespoord om twee albums per jaar uit te brengen, terwijl ze jaar in jaar uit een loodzwaar tourschema moesten afwerken. Pilkington vertelt smeuïg hoe de band begon, hoe de vader van Paul Newton in de beginperiode een belangrijke rol speelde als financier en manager en hoe zijn rol door platenmaatschappijoprichter en directeur Gerry Bron werd overgenomen. De invloed die Bron had was enorm. Dat was in het begin van groot belang, maar later was dat helaas ook mede de oorzaak van onoverkomelijke problemen binnen de band. De mening van Pilkington komt aardig overeen met die van mij als het gaat om de favoriete nummers en de kwaliteit van de maar liefst dertien studioalbums die de band van 1970 tot en met 1980 uitbracht. De schrijver tipt ook de fragiele gezondheid van Gary Thain aan en diens heroïneverslaving die leidde tot zijn ontslag en korte tijd later tot zijn dood in 1975. Hij was slechts 27 jaar oud… Ook de enorme alcoholconsumptie van zanger David Byron, die eigenlijk David Garrick heette, wordt belicht. Met name hoe dat uiteindelijk zijn weerslag had op ‘s mans optredens en hoe hij daarmee de reputatie van de hele band schaadde. Dat leidde uiteindelijk tot zijn ontslag in 1976. Dat Hensley een cocaïneverslaving had, wordt wel terloops genoemd maar niet uitputtend behandeld. Tot zijn vertrek in juni 1979 was hij immers de man die de meeste songs aanleverde! Verder beschrijft Pilkington de diverse bezettingswisselingen en hoe de keuze voor zanger John Sloman leidde tot het vertrek van drummer Lee Kerslake, waarna uiteindelijk begin jaren tachtig Mick Box alleen over bleef. Het is bewonderenswaardig hoe Box na diverse deels geslaagde pogingen er toch in slaagde een bezetting te formeren die heel lang stand zou houden. Pilkington wijdt dus ook een aantal pagina’s aan de periode na 1980 en zelfs tot 2020 toen men als gevolg van de coronapandemie alle plannen voor liveshows in de ijskast moest zetten. Naar verluidt is er een nieuw album van de band op komst. Box en zijn bandmaatjes zullen daarmee hopelijk ook de covid-19-storm overleven.