Stray begon in de jaren zestig als schoolband en ten tijde van het eerste album had de band al een eigen licht- en pyroinstallatie en vervoermiddelen. Alles wat de band via het Transatlantic-label uitbracht, staat nu op vier cd’s in het boxje All-in Your Mind (The Transatlantic Years 1970-1974). Het bevat de eerste vijf albums en een cd met demo’s en rariteiten. Zoals veel bands uit die periode zocht men naar een eigen geluid dat verder voerde dan pop, blues of rock. De muziek van Stray bevat elementen uit vooral blues en hardrock en ook wat progressieve trekjes, maar omdat de gitaar verreweg domineert, is van symfo geen sprake. Sommige stukken zitten in hetzelfde straatje als de muziek van The Troggs en The Small Faces. Samen met de eerste albums van andere bands uit de periode 1970-1974, zoals Hawkwind, Spooky Tooth, Humble Pie en The Pretty Things wilde Stray muziek maken die niet louter uit het popstramien van coupletje-refreintje-coupletje bestond. De stijlkenmerken van de groep waren steevast tempowisselingen, aardige loopjes van de solo- en de basgitaar, relatief lange solo’s op een vaak eenvoudig thema en een wat rauw totaalgeluid, zeker voor wat de zang betreft. Gedurende de genoemde periode speelde de band in dezelfde bezetting. De hofleverancier voor de composities was gitarist Del Bromham, die op een enkele track Mellotron, piano, orgel of klavecimbel speelde. Zanger Steve Gadd − niet te verwarren met de bekende sessiedrummer − speelde ook akoestische gitaar, mondharmonica en percussie en de uitermate solide ritmesectie bestond uit drummer Ritchie Cole en bassist Gary Giles. De laatste twee heren bewezen met grote regelmaat dat zij muzikaal tot veel meer in staat waren dan alleen het leggen van een ritmisch fundament voor de solo’s van Bromham. Soms zijn er ook wat invloeden uit de soulmuziek aanwezig door de toevoeging van een blazerssectie. Resumerend kun je stellen dat de muziek van Stray tijdens die eerste vier jaar weinig ontwikkelingen doormaakte. De latere albums gaan eerder richting pop dan prog en blijven een beetje hangen in het undergroundgeluid van eind jaren zestig. Dit album biedt een prachtig overzicht, maar is toch een brug te ver voor de gemiddelde progfan.