MENNO VON BRUCKEN FOCK

THE ALBUMS 1973-1975, heruitgave

Artiest / Band: 
CARMEN (2024)
CARMEN - THE ALBUMS 1973-1975

De oorsprong van wat later Carmen zou worden, moet gezocht worden in Los Angeles waar de Mexicaans-Amerikaanse gitarist, zanger en componist David Allen al begin jaren zeventig al optrad met een zevenkoppige band. Die liveoptredens leverden steevast veel positieve reacties op, maar desondanks kregen zij in Los Angeles geen poot aan de grond als het om een platencontract ging. Allen besloot te verhuizen naar Londen. Hij kende bands als Genesis en Yes en hij hoopte daar wel te slagen. De toenmalige drummer in de VS was Brian Glascock die echter aangaf de oversteek terug naar de UK niet te willen maken. Via hem kwam echter wel zijn broer John Glascock als bassist in de band. Hij zou later overstappen naar Jethro Tull gaan toen Carmen na 1975 uiteenviel. Hij overleed op slechts 28-jarige leeftijd op tragische wijze aan een onbekend hartfalen. Zanger-componist en danser Roberto Amaral verhuisde wel mee, evenals Davids zus Angela Allen (toetsen, zang, dans). Paul Fenton, de drummer van Christie, completeerde de band, die live zelfs een ‘vloer met versterker’ introduceerde om ook de bij flamenco behorende dansen hoorbaar te maken voor het publiek. Via contacten met onder anderen David Bowie kreeg de band de kans om met Tony Visconti te gaan werken en zo kwam het eerste album Fandango In Space tot stand met elf tracks waarop men zowel in het Spaans als in het Engels zingt. De flamencogitaar, -dans en -ritmes compleet met castagnetten komen voorbij in een complex geheel met progrockinvloeden variërend van Gentle Giant tot King Crimson. Vooral Glascock en Fenton excelleren om al die moeilijke ritmes en vreemde maatsoorten tot een smeuïg geheel te smeden. Het tweede album Dancing On A Cold Wind is naar mijn smaak iets minder toegankelijk met in totaal zestien tracks, waaronder twee bonustracks. De muziek is wat minder prog maar meer gecompliceerde popmuziek met her en der wat invloeden van The Moody Blues. Na het tweede album volgde een breuk met Tony Visconti en bracht de band nog het derde album The Gypsies uit voordat Carmen uiteenviel. Dat album klokt  inclusief bonustracks rond de 47 minuten. De opening met akoestische gitaren in flamencostijl is veelzeggend. De muziek gaat nog iets meer richting popmuziek, maar wel met flamenco-invloeden. Ook de plotselinge wendingen en lastige maatsoorten blijven aanwezig en de meest uitgesproken proggy track is het titelstuk met veel lange solo’s. De bonustracks zijn prima nummers die qua stijl het meest passen bij het debuut. Daar de albums van Carmen meest ‘out of print’ zijn, is dit wederom een prachtig boxje, waarin de drie albums van dit buitenbeentje van de prog zijn verenigd.