Dat prog ook in Italië populair was en daar nog altijd op een flinke schare fans mag rekenen, bewijzen bands als PFM, Banco, Latte Miele en New Trolls. Biglietto Per L’ Inferno, wat ‘ticket to hell’ betekent, maakte beginjaren zeventig slechts twee albums, maar wordt desondanks tot de baanbrekende bands gerekend. Terwijl voormalig toetsenman Giuseppe ‘Baffo’ Banfi op de achtergrond nog een rol speelt, hebben de twee oudgedienden drummer Manro Gnecchi en toetsenist Giuseppe Cossa een nieuwe bezetting van Biglietto geformeerd, waarmee ze een vijftal nummers hebben opgenomen. Daarvan zijn er vier opnieuw gearrangeerde en opgenomen oude nummers en een nieuwe track die tamelijk folkloristisch aandoet. Zangeres Mariolina Sala zingt in het Italiaans; zij klinkt het mooist in de rustige passages, want haar stem klinkt vrij rauw, meer pratend dan zingend en soms zelfs schreeuwerig in de uptempo nummers. Net als bij PFM zijn er onmiskenbaar jazzinvloeden in de muziek te horen, maar ook volksliedjes mede door het gebruik van onder meer fluiten, accordeon, contrabas, viool en mandoline. Verder klinkt het arrangement in La Canzone Del Padre soms haast als ska. Door de grotendeels matige zang en het hoge volksmuziekgehalte geef ik de voorkeur aan het oude werk. Het gemis van Banfi, de enige echte progger, laat zich absoluut voelen. Toch is het een aanwinst dat routiniers jongere muzikanten weten te vinden om muziek van ruim veertig jaar geleden levend te houden. De potentie om fraaie muziek te maken is absoluut aanwezig en hopelijk is dit slechts een opstapje naar een geheel nieuw album.