De Amerikaanse band Cea Serin bestaat al sinds 1997 en brengt nu pas zijn tweede album uit. Jay Lamm (zang, bas, toetsen) en gitarist-producer Keith Warman vormen samen de kern die deels opnieuw opgenomen oud materiaal, een cover en twee nieuwe songs samenvoegde op dit album. Het eerste deel bestaat uit forse gitaarmuren, zogeheten extreme zang − een soort van schreeuw-grunt-zang − en de, voor mij althans, irritant roffelende dubbele basdrums. Zo af en toe hoor je melodieuze stukjes met symfonische klanktapijtjes in de achtergrond, maar het merendeel is snoeiharde Iced Earthachtige metal. Een wat vreemde eend in de ruige bijt vormt een Sarah McLachlan- cover, een fluweelzachte ballad met rustige zang en invloeden uit de volksmuziek. Daarna trekt het gezelschap met drummer Rory Faciane weer fel van leer, etaleert daarbij verbluffend vakmanschap, maar in een technometalstijl die mij absoluut niet ligt. De laatste track is een heuse epic van ruim twintig minuten en die klinkt voor mijn oren een straatlengte beter. De track doet soms wat aan de eerste albums van Shadow Gallery denken. Voordat het tempo wat omhoog gaat en de progmetalsignatuur weer overheerst, is er een rustige, bijna ambient opening met een rustig vervolg: denk aan een langzame Fates Warning. Het geheel klinkt echter melodieuzer en in het nummer hoor je prachtige, instrumentale dan wel haast akoestische intermezzi. Een puntje van zorg is dat zanger Lamm vaak de grenzen te nadrukkelijk opzoekt. In die gevallen bekruipt mij een gevoel van twijfel: kan hij dat ook op een podium waarmaken?
Technisch klinkt The Vibrant Sound Of Bliss And Decay verbazingwekkend knap, maar het is zeker geen kost voor de gemiddelde lezer van iO Pages.