Het Australische gezelschap Voyager figureerde reeds eerder in ons mooie blad en scoorde met de voorlaatste cd The Meaning Of I (2011) zelfs een ‘vette krent’ (zie iO105). De vier heren en een dame uit Perth gebruikten de Amerikaanse crowdfundingwebsite Kickstarter om dit vijfde album te financieren. Zij verkregen het beoogde bedrag ruimschoots. Dertien composities prijken er op V dat een uurtje duurt en muziek bevat in een uitgekookte mix van pop, prog en heavy ondertonen. Pakkende liedjes met symfonische introotjes, vinnige solo’s, soms brullende gitaren, maar veelal zoete refreintjes en gespeeld door uitstekende muzikanten. Vernuftige arrangementen gaan tegendraadse ritmes niet uit de weg en het inventieve basspel van Alex Canion is zoveel meer dan simpel ondersteuning. Zanger Danny Estrin, die heel vaak tweestemmig zingt, heeft een prettige warme stem die evenwel zijn beperkingen heeft en niet zo’n reikwijdte heeft als de zang bij Incura of Leprous bijvoorbeeld, waarmee Voyager wel enige verwantschap vertoont. Terugblikkend komt Flock Of Seagulls in beeld, want ook synthipopinvloeden uit de jaren tachtig zijn zeker herkenbaar. Verder avontuurlijke muziek vol afwisseling, zoals de ballad Summer Always Comes Again die in schril contrast staat met het veel agressiever klinkende You The Shallow. De progressieve elementen zitten niet alleen in de toetsenbijdragen, maar ook in de vele tempowisselingen en het vernieuwende element dat deze Australiërs laten horen. V is voor mij de eerste kennismaking met Voyager, dus ik kan niet beoordelen of dit album beter of minder is dan zijn voorganger. Deze cd bevat geen reguliere symfo of prog en krijgt daarom ‘slechts’ een ‘tip’, maar het is wel een puik album. Het staat voor mij als een paal boven water dat dit kwintet nog veel hoger zal gaan reiken. Voyager staat geprogrammeerd op ProgPower in Baarlo op 4 oktober aanstaande; de band schijnt live een sensatie te zijn…