Als ik het wel heb, levert bezig baasje Derek Sherinian met Oceana alweer zijn zevende soloalbum af. Naast zijn werk met Billy Idol, Planet X, Dream Theater, Alice Cooper en Yngwie Malmsteen, om maar eens wat namen te noemen, brengt Sherinian ons negen nieuwe songs van topkwaliteit en zoals gebruikelijk met tal van illustere gasten. In 47 minuten neemt hij je mee langs diverse facetten van de rockmuziek, waarbij hij ook ook progmetal, fusion en jazzrock aanstipt. Ook de uitermate goede productie van Sherinian en Simon Phillips, die ook alle drumpartijen voor zijn rekening nam, draagt bij tot het welslagen van dit project. Naast Steve Lukather en Steve Stevens tref je verder de gitaristen Tony MacAlpine, Doug Aldrich en Joe Bonamassa aan, terwijl Jimmy Johnson en Tony Franklin de bas hanteren. De openingstrack is zeer gevarieerd, waarbij diverse ritmes en stijlen voorbijkomen en zelfs een stukje onvervalste jazz. Mercury 7 zou niet misstaan hebben op een album van Dixie Dregs, terwijl het majestueuze Euphoria een instrumentale bonustrack had kunnen zijn op het eerste titelloze album van UK. In Ghost Runner zit een aardig vraag- en antwoordspel van Sherinian en Stevens in de vorm van een duel met eenvoudig, stuwend baswerk van Franklin. El Camino Diablo bevat zwiepend gitaarspel van Aldrich dat soms iets de fusionkant opgaat. Op een enkel loopje na is de bas in I Heard That me net iets te simpel, terwijl de overgangen en melodielijnen juist weer heel fraai zijn. In Seven Sins wordt orkestrale muziek afgewisseld met muziek die neigt naar jazzrock en dat is Lukather wel toevertrouwd. De titeltrack sluit dit prima album af. Het is een gedragen stuk ondersteund door orgel voor de melodieën en de solo's van Stevens en Sherinian. Oceana is een album dat niet verveeld en ondanks de nodige uitstapjes steeds melodieus blijft. Derek Sherinian andermaal dat je uitstekende instrumentale muziek kunt maken met gitaar en toetsen als 'zang'.