Al surfend op internet kwam ik bij toeval uit bij Big Balloon Records en daar zag ik tot mijn verbazing dat men de cd Great Escape aanbood van Jim 'Daryl' Gilmour, de vingervlugge toetsenist van de Canadese progband Saga. Het is een volwaardig album dat begin 2005 uitkwam en waarop - in tegenstelling tot de instrumentale cd Instrumental Encounters (1997) - wél wordt gezongen. De tien nummers duren, inclusief de pauze in het laatste nummer, ongeveer 55 minuten. De toetsenprog is zeer gevarieerd en geïnspireerd op de vele kampeertochten die Gilmour maakte in de Canadese natuur. De opening No Sign is geheel in Saga-traditie, maar ik hoor hier en daar ook wat invloeden van Happy The Man. Hetzelfde kan gezegd worden van het instrumentale Algonquin. Het ontbreken van een echte bassist - alleen John Bianchini speelt gitaar - geeft, mede door de niet al te vette productie, wat weinig diepgang maar de solo’s zijn van een hoog niveau. Naast Saga’s drummer Christian Simpson hanteert ook Roger Banks de drumstokken. In Radiant Lake is Gilmours bewondering voor Pat Metheny duidelijk hoorbaar, want dit heeft meer weg van jazz en fusion met nogal veel neurotisch pianospel dan van progrock. Zowel Garden Isle als het tweede deel van het slotnummer zijn pianosolostukken met een uitgesproken jazzy karakter. Mooie, slepende stukken zijn The Northwind en Wasteland, waarbij Gilmour zijn arsenaal aan Korg synthesizers bespeelt: van orgel tot piano en van strings tot felle staccato klanken. De zang is niet altijd zo hoog als bij Saga, maar gewoon goed en erg mooi. Mijn meest aansprekende track is echter het instrumentale Canoe Do It?, een prima prognummer met virtuoos toetsenwerk. Alvorens de pianosolo het album afsluit, krijg je met Last Portage nog een nummer met een duidelijke Saga-signatuur.
Great Escape is een afwisselende plaat van een virtuoze toetsenman die hiermee een ruime voldoende scoort. Het album zal menig Saga-liefhebber meer aanspreken dan het laatste album Network van Saga.