Far From The Madding Crowd (2003) is het derde album van de Deense formatie Wuthering Heights onder aanvoering van gitarist, toetsenist en bassist Erik Ravn die bovendien vrijwel alle composities voor zijn rekening neemt. Voor de inspiratie vist Ravn uit dezelfde vijver als Tempest en ene Ritchie Blackmore met zijn Blackmore’s Night. Voeg daarbij een klein beetje neoklassieke invloeden en weet dat de zang verzorgd wordt door de van Richard Andersson’s Space Odyssey en de Astral Doors bekende Zweedse zanger Nils Patrik Johansson, en je weet ongeveer wat voor muzikaal vlees je in de kuip hebt. De elf tracks worden gespeeld en gezongen door klassemuzikanten met heerlijk gitaarwerk en met zang die Ronnie James Dio (Rainbow) in herinnering roept. Johansson gebruikt naast zijn ‘Dio-stem’ overigens ook een zeer mooie gepolijste zangstem, waarvan ik in eerste instantie dacht met een andere zanger van doen te hebben: een veelzijdig talent dus! Veel folkachtige melodietjes fungeren als uitgangspunt en de teksten zijn voornamelijk gebaseerd op verhalen uit Tolkiens In De Ban Van De Ring. Een korte omschrijving van de muziek van de band zou kunnen zijn: een heavy, neoklassieke versie van Blackmore’s Night met de neef van Dio als zanger. Verder bevat Far From The Madding Crowd veel variatie doordat veel gastmuzikanten meedoen op banjo, doedelzak, viool en fluit. De zware toetsenorkestraties zijn afkomstig van toetsenmant Rune Brink. De zware passages met dubbele basdrums worden geregeld afgewisseld met klassieke en vooral folkstukjeszoals in The Bollard. De uitstekende productie was in handen van de niet onbekende Tommy Hansen. Wuthering Heights is een band waaraan naar mijn mening ten onrechte te weing aandacht wordt besteed en die met dit zeer consistente album een eervolle vermelding verdient in het brede scala van de progressieve rock! Het tweede album To Travel For Evermore met zanger Kristian Andrén (Tad Morose) schijnt overigens ook zeer de moeite waard te zijn, maar dat album ken ik helaas niet.