MENNO VON BRUCKEN FOCK

ECHO & BOO

Artiest / Band: 
PAVLOV'S DOG (2010)
PAVLOV’S DOG - ECHO & BOO

Retro? Waarom ook niet? Jawel, 35 jaar na Pampered Menial (1975) komen oudgedienden David Surkamp (zang, gitaar, toetsen) en Mike Safron (drums) samen met een handvol muzikanten met een nieuw album van Pavlov's Dog. Dertien nieuwe songs, grotendeels gepend door Surkamp en uiteraard met zijn karakteristieke stem als handelsmerk, al is die stem nu een stuk minder schel en hoog. Echo & Boo opent met een nummer met wat Kansas-invloeden, voornamleijk vanwege de viool, maar de sfeer is die van een langzame Whiskey In The Jar (Thin Lizzy). De tweede track die uit hetzelfde hout is gesneden, begint met akoestische gitaar en piano, hoewel er een wat snerpende, niet helemaal prettig klinkende elektrische gitaarsolo in zit. In I Love You Still vind je countryinvloeden terug. De vierde track is rustig en kabbelend met 'saxhoorn' en zang van zowel David als Sara Surkamp. De titeltrack begint met fraaie zweverige toetsen en gesproken tekst en eindigt met een soort refrein met een aardig meezinggehalte uit de jaren zestig. De suite The Death Of North American Industry bestaat uit vier delen. Het begint met een bijna kosmisch, ietwat kakofonisch intro, gevolgd door een stukje zang met alleen akoestische gitaar. Dan weer een minuutje zweverige toetsen met een nauwelijks hoorbare viool en tot slot een stuk vergelijkbaar met de eerste tracks: rustige melodieuze muziek. Afgezien van het prettige basgeluid, maar de wat zeurende elektrische gitaar, is ook Calling Out For Mine niets meer dan een heel aardig popliedje. Vrijwel geheel akoestisch is We All Die Alone met vooral piano en gitaar als begeleiding. Jubilation is een door lichte orkestraties gedragen rustige track met wat minder simpele wijzigingen in de toonzetting, waardoor het voor mij een van de meest interessante nummers is op dit album is. I Don't Need Magic Anymore begint met een klassiekgetinte pianosolo, waarna drums, bas en akoestische gitaar invallen. Subtiele veranderingen van tempo zorgen voor iets extra's, maar eigenlijk is ook track dertien gewoon goede popmuziek. De elektrische gitaarsolo zit er - net als de vorige overigens - nét tegenaan.

Voor de liefhebbers van progressieve rock is er weinig imposants te vinden op Echo & Boo. Die nog steeds aparte stem en de aardige popsongs zijn echt niet te vergelijken met de muziek die Pavlov's Dog in de jaren zeventig maakte.