Van de uit Toronto (Canada) afkomstige alleskunner Rick Miller zijn reeds zes albums besproken in iO Pages, het tijdschrift voor progressieve rockmuziek. Hij is dus geen onbekende bij de liefhebbers van dit genre. Behalve komiek − kijk maar eens naar zijn versie van Bohemian Rhapsody op YouTube! − is hij acteur, schrijver, spreker en dus ook nog muzikant. De man zelf zingt en bespeelt gitaar en toetsen. Met Belief In The Machine presenteert hij opnieuw vijftig minuten muziek in de stijl van vooral Pink Floyd. Het album is onderverdeeld in tien stukken; daarvan klokken er twee rond de tien minuten. Daarmee is het vergelijkbaar met de cd In The Shadows uit 2011 Met gastmuzikanten op fluit, viool en cello kun je vrijwel zeker zijn van melancholie. Miller maakt er dan ook geen geheim van wie zijn inspiratiebronnen zijn, namelijk Genesis, The Moody Blues en Pink Floyd en dat is ook goed te horen. De heerlijke, slepende gitaarsolo’s van Barry Haggarty zijn een genot om naar te luisteren, terwijl er in Prelude To The Trial eerst een ode wordt gebracht aan de klassieke muziek om vervolgens naadloos over te gaan in een instrumentaal psychedelisch stuk. Een korter nummer als The Land And The Sea heeft ook wat psychedelische trekjes en is net als het daaropvolgende The Need To Believe rustige, licht georkestreerde symfonische popmuziek. Miller zingt nu eens niet als ‘puntje-puntje’ maar gebruikt zijn normale zangstem. Zijn stem is een tikkeltje omfloerst en past erg goed bij deze zeer melodieuze muziek. Het instrumentale Binary Breakdown en The Inward Eye, part 2 gaan meer richting The Moody Blues met een vleugje Camel. De laatste, tevens de tweede lange track, is een mooie combinatie van Pink Floyd, The Moody Blues en Barclay James Harvest. Met zijn hele oeuvre bewijst Miller ook als muzikant van vele markten thuis te zijn. Mede door de vrijwel gelijke bezetting als op het eerder genoemde In The Shadows, is dit album voor de lezers van deze website zeker interessant.