Tekst: Menno von Brucken Fock, eindredactie: Peter Willemsen
Fotografie: Kayak website, Bert Treep en Menno von Brucken Fock
We schrijven 1997: Kayak is sinds 1988 niet meer actief al werden in de jaren ervoor tal van albums en compilaties op cd uitgebracht. Het enige levensteken was een tv-optreden bij Classic Albums van de bezetting die in 1975 het fameuze album Royal Bed Bouncer opnam. Ondanks het feit dat Ton Scherpenzeel, Pim Koopman en Max Werner wel bij elkaar waren geweest en ideeën hadden uitgewisseld, bleek er geen platenmaatschappij geïnteresseerd. Pas toen Kayak in november 1999 door de populaire Friese groep De Kast werd uitgenodigd voor een gastoptreden in de tv-show De Vrienden van Amstel Live kwamen Ton, Max, Bert Veldkamp en Johan Slager, versterkt met Pims tijdelijke vervanger Marc Stoop, voor een optreden naar het Haagse Café de Paap. Daar speelden ze samen met bandleden van De Kast. Deze vonk deed het vuur weer ontbranden en samen met Rob Winter (ex-Toontje Lager, Marco Borsato Band) werden de reeds bestaande demo’s verder gearrangeerd en aangevuld met als resultaat het album Close To The Fire (2000).
Nadat dit album was uitgebracht volgde er een tournee met als tweede zanger Bert Heerink (ex-Vandenberg). Ondanks de vele bezettingswisselingen bracht de band het ene na het andere album uit en bleef Kayak ‘drijvende’ totdat het plotselinge overlijden van Pim Koopman in 2009 voor de tweede maal een einde aan de band leek te maken. Echter, een prachtig tributeconcert in Paradiso met de door Pim Koopman zo bewonderde drummer Hans Eijkenaar, zorgde wederom voor een doorstart maar het vertrek van zangers Edwin Reekers en Cindy Oudshoorn in 2014 maakte de geplande tournee met het album Cleopatra – The Crown Of Isis onmogelijk. Het enige concert met diverse gastvocalisten vond plaats in Den Burg op Texel in maart 2015 en voor het eerst in jaren waren er verder geen optredens.
Tot ieders verbazing kwam begin 2018 het zeer progressief klinkende album Seventeen uit in een geheel nieuwe bezetting met als enige oudgediende roerganger Ton Scherpenzeel. Dit via InsideOut Music uitgebrachte album sprak ook weer veel oude fans aan, die reikhalzend uitkeken naar meer maar de hartaanval van Scherpenzeel in 2019 dreigde opnieuw roet in het eten te gooien. Ook deze tegenslag werd overwonnen en ondanks alle aan de coronapandemie gerelateerde ellende, kwam in 2021 toch weer een nieuw studioalbum uit: Out Of This World. Bandleider Scherpenzeel liet na de tournee in 2022 echter weten dat wat hem betreft dit de laatste tournee was. In dit tweede deel komen de bandleden aan bod die Kayak vormgaven vanaf 1999 aan de hand van dezelfde zes vragen die ook in deel 1 van deze special zijn vermeld, te weten:
1- Wat is in jouw beleving de betekenis van Kayak voor de geschiedenis van de Nederlandse popmuziek en voor de Nederprog in het bijzonder?
2- Wat is volgens jou de belangrijkste bijdrage van jou aan het succes van Kayak?
3- Wat is het geheim van Kayak waardoor de band het in zoveel verschillende bezettingen toch vijftig jaar heeft volgehouden?
4- Noem jouw drie favoriete Kayak-songs of favoriete Kayak- album met een korte toelichting?
5-Wat is het mooiste of leukste moment dat je hebt beleefd met Kayak?
6- Hoe belangrijk is de rol van Pim Koopman voor Kayak geweest en zou er een Kayak zonder Ton Scherpenzeel denkbaar zijn geweest?
Hans Eijkenaar: drummer van 2010-2014 en co-producer van 2018-2022.
In november 2010 vond in Paradiso, Amsterdam het Pim Koopman tributeconcert plaats met muzikale gasten en waarin voornamelijk het repertoire van Kayak centraal stond. Vanwege verschillende studiosituaties, waar Hans Eijkenaar speelde en Pim produceerde, was er een goede band tussen hen beiden ontstaan. Pim was een zeer begenadigd en ook kritisch musicus, maar volgens hem beschikte Hans toch over bepaalde kwaliteiten die hij niet altijd bij collegadrummers zag, met als speerpunten kracht en volume. Dit soort compromisloos spelen, stelde Hans in staat te drummen op meerdere albums die Pim produceerde. Pim zal dit zeker met de toenmalige Kayak-leden hebben gedeeld en daarbij hebben aangegeven dat Hans het Kayak-repertoire best zou kunnen spelen. En dus werd Hans gevraagd om die lege plek in te vullen voor dat concert. Het was een zeer beladen avond in een uitverkocht Paradiso, maar alleen als het repertoire muzikaal zou staan als een huis, kon er sprake zijn van een doorstart. Aldus geschiedde...
“Ik heb tijdens enkele tournees met de toenmalige bezetting van Kayak gespeeld en ook enkele albums opgenomen. De synergie was geweldig; ik heb die bezetting leren kenen als de ultieme. Het was mijn eerste echte kennismaking met de band en het repertoire en dat kruipt als het ware onder je huid. Helaas kwam aan die samenwerking een einde als gevolg van meningsverschillen, andere inzichten en voorkeuren. Ik speelde daarin geen rol, maar ik was er toen wel van overtuigd dat het niet beter kon. Niets bleek echter minder waar…”
“Ton ging door met een volledig nieuwe bezetting met op drums Collin Leijenaar. Ik volgde meteen weer alle recensies in de media, want het nieuwe album Seventeen (2018) vond ik fantastisch. Dat album is overigens ingespeeld door drummer Lean Robbemont. Ik ben daarna niet meer door Ton benaderd, omdat er sprake was van een geheel nieuwe bezetting, dus dat is op zich logisch. Toen Ton me echter een bericht stuurde met de vraag of ik nog een tip had voor een drummer, zei ik meteen dat ik dat heel graag zelf zou willen doen. Er bleek live niet echt een klik te zijn met de huidige drummer. De band was sowieso van plan om mij weer in te lijven. Achteraf is met voortschrijdend inzicht gebleken dat ik de nieuwe bezetting de beste ooit vond. Zanger Bart Schwertmann en de relatief kleine, maar extreem rockende bezetting, de combinatie van nieuw en oud repertoire was de ultieme Kayak-ervaring. Ik kan niet wachten tot de volgende afscheidstournee, ha, ha!
Van 2012 tot 2022 was ik drummer in alle edities van The Voice Of Holland en dat gaf soms agendaproblemen met Kayak, maar over het algemeen lukte dat toch vrij aardig. De combinatie van een dergelijk hardcore studioprogramma, een strakke band met heldere afspraken en op andere dagen het podium delen met Kayak was geweldig en maakte me ook onafhankelijk van het al dan niet toeren.”
“De betekenis van Kayak voor de Nederlandse prog- en popmuziek is gigantisch. De composities en producties van Ton en Pim in combinatie met de diverse bezettingen hebben absoluut een eigen karakter en ze zijn ronduit bepalend voor het genre in Nederland. Ze sluiten ook goed aan bij internationale bands en hun successen. Kayak had een uitgesproken ‘on-Nederlandse’ eigenzinnige aanpak. Een aanpak die niet gestoeld was op commerciële ambities, maar op het maken van ‘betere’ popmuziek met veel respect voor klassieke en rockmuziek.”
“Wellicht mijn belangrijkste bijdrage was, dat ik de eer had om de drumkruk van Pim Koopman over te nemen, waarmee de band een nieuwe fase in kon gaan, die na Pims plotselinge overlijden niet meer werd verwacht. Het feit dat de muziek zowel op de albums als op het podium op niveau bleef en zelfs kon doorgroeien, was op dat moment cruciaal. Ik heb daar gelukkig een rol in mogen spelen.”
“Voor mij is het geheim van Kayak zonder twijfel de genialiteit van Ton Scherpenzeel en Pim Koopman. Ton was na de laatste bezetting de enige componist. Hij heeft wellicht ook compositorisch het grootste aandeel in de geschiedenis van Kayak. Meerdere bezettingen van Kayak hebben op verschillende manieren invulling gegeven aan deze briljante, imaginaire songs en het zijn de composities die de tand des tijds hebben doorstaan. De meer op rock gebaseerde bezettingen, zoals met name de laatste, zijn de best uitvoerenden van dit repertoire: de ultieme mix van schoonheid in compositie en energie in uitvoering.”
“Mijn favorieten zijn: Out Of This World (Out Of This World, 2021, Scherpenzeel), een heftige, moderne, epische rocksong waarin alle Kayak ingrediënten zijn verwerkt. Ook live was dit een verrassing voor het publiek. Ruthless Queen (Phantom Of The Night, 1978, Scherpenzeel-Linders), een megahit voor de band. Het is in feite een minder complexe compositie, maar wel met veel lading en diepte. Still My Heart Cries For You, The Last Encore, 1976, Koopman), een episch afwisselend stuk met eigenzinnige passages, maatwisselingen en dat typische Kayak-karakter.”
“Tja, en dan de mooie momenten… die waren er zó veel. Er was bij voortduring en onder alle omstandigheden een goede sfeer in de band en daarom is het moeilijk om er één moment uit te pikken. Laat ik zeggen dat de open monden bij het publiek tijdens de laatste tournee van Out Of This World in de uitverkochte Nederlandse, Belgische en Scandinavische zalen me altijd zullen bijblijven. Noemenswaardig is ook de constante reeks humoristische anekdotes die over Pim de ronde doen tijdens de optredens. En wat persoonlijker: ik vond het fijn om Ton weer te zien opbloeien op het podium met de laatste bezetting als Chance For A Lifetime weer werd ingezet. Ik denk dat iedereen op zo’n moment voelde dat we iets bijzonders hadden gepresteerd.”
“Ton en Pim zijn de grondleggers en de drijvende krachten achter Kayak geweest. Het siert Ton en Irene dat ze na het wegvallen van Pim, tegen alle verwachtingen in, toch de draad weer hebben opgepakt. Vervolgens met een compleet nieuwe bezetting en met volle overgave weer een tournee doen na de coronapandemie is ijzersterk: petje af! Ook zonder Pim had Kayak niet kunnen zijn wat de band altijd is geweest. Zijn bijdragen als drummer, componist, denker en doener waren immens. Dat maakte het voor mij ook zo eervol om zijn taak als drummer te mogen overnemen.”
Na de periode met Kayak:
“Ik ben hoofdvakdocent drums aan het Rotterdams Conservatorium en studiomuzikant, zoals ik ook daarvoor al was. Verder doe ik soloclinics, ik bouw samen met mijn vrouw Marieke muziekapps voor Apple en ik werk geregeld als producer. Op dit moment zit ik in de vaste band van saxofonist Hans Dulfer, die na het wegvallen van The Voice meteen de telefoon oppakte om de huidige bezetting te vervolmaken, maar Kayak bleef te allen tijde de hoofdzaak voor de tournees.”
Kristoffer Gildenlöw: bassist en zanger van 2017-2022.
Kristoffer Gildenlöw kwam pas in een laat stadium bij de heropgerichte band in 2017, toen het album Seventeen feitelijk al grotendeels was opgenomen. Kayak had voor het eerst sinds tijden weer een platenmaatschappij met InsideOut Music en dat was na al die jaren een verademing. De van origine Zweedse bassist speelde van 1995 tot 2006 bij Pain Of Salvation, maar hij woont en werkt al sinds 2003 in Nederland als sessiemuzikant en als soloartiest.
“Via een gezamenlijke kennis kwam Ton Scherpenzeel bij mij terecht en vroeg me of ik wilde meedoen bij enkele al geplande shows. Ton was pas weer opnieuw begonnen met Kayak met daarin Marcel Singor en Bart Schwertmann als vaste kern. De band was bezig met het nieuwe album Seventeen en men had enkele verzoeken voor optredens. Die gingen helaas niet door, maar ze vroegen mij of ik de baspartij wilde doen voor het nummer Cracks, en vanaf dat moment maakte ik deel uit van de nieuwe bezetting.”
“Als buitenlander hoorde ik vrij laat iets van Kayak. De naam had ik wel eens eerder gehoord en onbewust ook wel wat muziek. Nadat ik bij de band kwam, heb ik de invloed en betekenis van Kayak voor de progressieve muziek pas echt leren kennen. Niet alleen van alle geweldige fans, die de band jarenlang trouw zijn gebleven, maar ook van mensen in mijn omgeving die normaal geen deel uitmaken van de muziekwereld.
De meesten kennen Kayak wel. Sommigen van de vroegere rocknummers en anderen van de musicals en de meer popgerichte songs. Wie je ook spreekt, er gaat er meestal wel een lampje branden als je Kayak noemt. Er blijkt dan ook een soort muzikale connectie met de band te bestaan ergens in een periode van hun leven. Dat vind ik best bijzonder.”
“Voor mijn bijdrage aan het succes van de band kan en wil ik mezelf geen credits geven. Ik heb geprobeerd zo veel mogelijk recht te doen aan de muziek, zowel op de cd als live, en waar mogelijk heb ik mijn eigen vingerafdruk ergens in een hoekje gezet. In vergelijking met het geluid van de band in de jaren zeventig en tachtig, zou ik wellicht de terugkeer van de fretloze bas in de muziek kunnen noemen.”
“Het geheim van Kayak is in mijn ogen Ton Scherpenzeel, want ongeacht welk nummer en welke stijl de band ook speelt, het klinkt steeds als Kayak. Of je nu de oudere rocknummers neemt, de rockopera’s, de modernere symfonische nummers of een divers album als Out Of This World, je hoort direct dat het Kayak is en dat is toch speciaal. Dat heeft alles te maken met de wijze van componeren, arrangeren, van de progressie in de akkoorden en de typerende zangstemmen. Die eer komt Ton toe, want hij is de kern van de band, waardoor het mogelijk was om steeds weer door te gaan. Degenen die met hem samenspelen geven daar alleen een extra accent aan. Daarom is het geluid van de band steeds veranderd met de verschillende bezettingen, maar het is toch altijd herkenbaar Kayak gebleven.”
“Via de liveshows heb ik ook het oudere werk van Kayak leren kennen. Een van mijn favorieten uit de vroegere periode is absoluut Said No Word (Royal Bed Bouncer, 1975, Scherpenzeel). Wat een heerlijk nummer is dat zeg, zowel om naar te luisteren als om live te spelen. Het bevat zo veel details en de muziek springt alle kanten op. Ook heel speciaal voor mij is Cracks (Seventeen, 2018, Scherpenzeel). Dat was het eerste nummer dat ik met Kayak opnam. Heerlijk lang en meeslepend en dan die geweldige gitaarsolo! Tot slot Out Of This World (Out Of This World, 2021, Scherpenzeel). Dat nummer heeft alles wat een goede prog-epic moet hebben, plus de ‘schop onder je kont’ van een echt rocknummer.”
“Het meest memorabele moment voor mij was het laatste optreden in Nederland op 14 mei 2022 in Hilversum. Een geweldig optreden met hartverwarmende reacties van het publiek. De leukste herinnering dateert uit 2019. We speelden ergens waar een tafelvoetbalspel in de kleedkamer stond. Het ging er heel fanatiek aan toe en tijdens het spelen, lukte het ons om die tafel ruim drie meter te verplaatsen! Normaal ben ik niet zo’n sportfan, maar dit was echt een superleuk potje ballen.”
“De rol van Pim, of zo je wilt het belang van Pim voor Kayak, is vanuit mijn beleving als bandlid erg lastig in te schatten. Ik kan alleen praten over de signalen die ik van de band en van de fans heb opgepikt. Pim was een belangrijke steunpilaar en samen met Ton de constante factor. Als persoon en als muzikant was hij dus zeer belangrijk. Dat Kayak ook zonder Pim kon blijven voortbestaan, is inmiddels wel bewezen al zou de band wellicht een andere bezetting hebben gehad als hij er vandaag de dag nog bij was geweest. Echter, of Kayak ook zonder Ton zou zijn doorgegaan, betwijfel ik heel sterk. Ton ís Kayak en zonder zijn manier van componeren zou het heel anders zijn geworden. We hebben sinds 2019 een topbezetting gehad, maar niemand zou ooit op het idee zijn gekomen om verder te gaan met een andere toetsenist… Dat zou niet gewerkt hebben, ook al zouden we de bestaande nummers blijven spelen. Kayak zou dan toch meer een tributeband of een coverband zijn geworden.”
Bert Heerink: zanger van 2000-2006.
Bert Heerink, die al grote bekendheid genoot door zijn werk als zanger bij Vandenberg, deed een auditie om Kayak te komen versterken vooral voor de destijds door Edward Reekers gezongen nummers. Hij zong met Ruthless Queen een van de grootste hits van de band en hij was na tien seconden aangenomen! Toen het bij de heroprichting duidelijk was dat Max Werner geen frontman van Kayak meer wilde zijn, werd Bert de eerste zanger en tevens de frontman van de in 2000 heropgerichte band. Hij is voor het eerst te horen op het live dubbelalbum Chance For A Live Time.
“De combinatie Scherpenzeel-Koopman-Linders is van cruciaal belang geweest voor het enorme repertoire aan fantastische nummers, die bovendien van hoge kwaliteit zijn. Dat geldt voor de popnummers, maar ook voor de alternatieve muziekstijlen. Zeker in de nieuwe versie van Kayak was de reeds genoemde drie-eenheid in mijn ogen het ‘geheim van Kayak’.”
“Als melodieuze zanger paste ik in 2000 bij uitstek in het plaatje van Kayak. Natuurlijk was er al commercieel succes met Max Werner en Edward Reekers, maar ik hoop met mijn bijdrage de band naar een hoger niveau te hebben getild. De meeste albums waarop ik heb gezongen waren gericht op theatervoorstellingen en dat was niet alleen voor mij maar ook voor Kayak een geheel nieuwe ervaring.”
“Mijn favoriete track is When Hearts Grow Cold (Close To The Fire, 2000, Scherpenzeel-Linders), een nummer dat eigenlijk door Max werd gezongen, maar live mocht ik dat doen. Als tweede noem ik Starlight Dancer (Starlight Dancer, 1977, Scherpenzeel. Je kunt hierin veel emoties laten zien en horen. Het was voor mij steeds weer een feest om dit nummer te zingen. Als derde favoriet zou ik zeggen Chance For A Lifetime (Royal Bed Bouncer, 1975, Scherpenzeel). Het live-album en dubbel-cd Chance For A Live Time was het eerste album waarop ik zong. De titelsong is een behoorlijk ingewikkelde compositie en mede daardoor een behoorlijke uitdaging. Als optredend artiest kun je intens genieten van een goede show met een enthousiast publiek. Dat gezegd hebbende: ik vond Carré uitverkopen toch ook wel speciaal.”
“Pim Koopman was niet alleen een fantastische drummer, maar ook de producent van veel Nederlandse artiesten. Hij was tevens drummer van de internationaal scorende band Diesel. Bovendien studeerde hij op piano cum laude af aan het conservatorium. Maar ondanks dat zou er zonder Ton Scherpenzeel geen Kayak zijn geweest; dat staat als een paal boven water!”
Collin Leijenaar: drummer van 2017-2018.
Collin Leijenaar was lange tijd drummer, bandleider en tourneemanager bij optredens van Neal Morse, bij wie hij Mike Portnoy (Dream Theater, Flying Colors) verving. In die periode is er intensief getoerd en zijn er diverse live-cd’s en dvd’s uitgebracht. Daarnaast heeft Collin veel sessie- en livewerk gedaan voor artiesten als Jordan Rudess (Dream Theater), Dave Bainbridge (Iona, Celestial Fire) en Transatlantic en heeft hij zijn eigen bands Affector – met Jordan Rudess, Derek Sherinian, Mike LePond en Ted Leonard – en Dilemma. Bassist Jan van Olffen, een goede vriend van Collin, tipte hem dat Kayak een nieuwe drummer zocht, waarna hij Ton een bericht stuurde. Ton wilde snel van start met de opnames voor Seventeen, maar helaas kon Collin in die periode geen tijd vinden om die cd in te spelen. Daarom drumt Lean Robbemont. Collin Leijenaar kwam erbij tijdens de optredens.
“Tijdens de succesjaren van Kayak was ik nog een kind, dus dat is langs me heengegaan. Ik heb later in mijn leven de songs uit de Top 2000 natuurlijk wel eens gehoord, maar pas toen ik door Ton werd gevraagd om bij Kayak te spelen, ben ik me echt gaan verdiepen in de muziek en de geschiedenis van de band. Ik heb dus zelf geen enkele bijdrage aan het succes van Kayak. Daarvoor was ik als ingehuurde sessiedrummer ook te kort bij de band. Dat was bovendien tijdens de laatste jaren van de band. Wel hoorde ik van fans, dat ik tijdens optredens wat meer rock en prog in het bandgeluid bracht.”
“Het geheim van Kayak, waardoor de band het in zo veel verschillende bezettingen toch vijftig jaar heeft volgehouden, zit hem, denk ik, vooral in de fans: trouwe fans, die de muziek diep in hun hart hebben gesloten. Met zo veel trouwe fans heb je een prima basis om door te gaan. Zonder fans of liefhebbers heeft geen enkele band bestaansrecht.”
“Mijn favoriete Kayak-songs zijn drie oudere nummers, te weten Alibi (Kayak, 1974, Scherpenzeel), They Get To Know Me (Kayak, 1974, Van Leeuwen-Koopman) en Ballet Of The Cripple (See See The Sun, 1973, Scherpenzeel-Koopman-Van Leeuwen). Deze songs hebben een behoorlijk proggehalte en ze komen het dichtst bij de muziek die ik zelf goed vind.”
“Het was voor mij absoluut een eer om korte tijd als sessiedrummer bij Kayak te mogen spelen. De band behoort natuurlijk tot een belangrijk deel van de Nederlandse muziekgeschiedenis. Als ik terugdenk aan mijn tijd bij Kayak, dan denk ik eigenlijk alleen maar aan die geweldige fans. Wat ik fantastisch vond was de warmte en de steun die je van hen krijgt. Het zijn trouwe fans die zeer betrokken zijn bij de band en de muziek en daar doen we het uiteindelijk voor. Elke band of artiest zou enorm blij moeten zijn met zulke trouwe en toegewijde fans. Ik kreeg een warm onthaal toen ik bij Kayak kwam en ook nadat ik was vertrokken, bleven velen mij volgen en hartelijke berichten sturen. Dat vond ik heel bijzonder. Kayak-fans hebben voor altijd een warme plek in mijn hart.”
“Voor zover ik dat kan inschatten, zou er zonder Pim en Ton geen Kayak zijn geweest. Het bewijs dat Kayak met Ton ook bestaansrecht heeft, is reeds geleverd.”
“Naast het sessiewerk en het runnen van mijn muziekschool Novae Popschool, heb ik veel gespeeld met mijn band Dilemma, waaronder twee supergave Europese tournees samen met Sons of Apollo en Flying Colors. Momenteel zijn we bezig met de opnamen voor een nieuw Dilemma-album. Verder ben ik ook muziek aan het schrijven voor wat hopelijk een nieuw album van Affector moet worden. Heerlijk om op je plek te zijn en de muziek te maken waarvan je houdt. Er is genoeg te doen dus!”
Jan van Olffen: bassist van 2005-2015.
Jan van Olffen heeft een conservatoriumstudie doorlopen. Hij werd benaderd door iemand van MBN Productions die ook de boekingen deed voor Opus One, waarvoor Ton Scherpenzeel jarenlang muziek schreef. Hij vroeg Jan of hij geïnteresseerd zou zijn om auditie te doen voor Kayak. Daar had hij wel oren naar en vervolgens ging er voor wat betreft de voorbereiding van de auditie zo ongeveer alles mis wat er mis kon gaan…
“Ton vroeg mijn cv en daarop staat dat ik vooral musicals heb gedaan en veel kleinkunst, zoals bij Robert Long en Jenny Arean. Om een lang verhaal kort te maken: uiteindelijk moest ik vrijwel onvoorbereid en met behulp van een laptop en een akkoordenschema bas spelen op onder meer Act Of Despair. Daarna moest ik met Pim ‘het hok in’ om te kijken of dat klikte. Volgens mij waren er toen meer gegadigden, maar hoe dan ook, een week later kreeg ik bericht dat ik was aangenomen.”
“Na de theatertournee van Nostradamus hebben we nog een aantal semi-akoestische concerten geven, waaruit Kayakoustic is voortgekomen. Inmiddels was Bert Heerink vertrokken, maar de overige bandleden hadden onderling zo’n goede klik dat Ton en Pim alweer muziek aan het schrijven waren voor het album Coming Up For Air. Anders dan voor latere albums hebben Pim en ik toen de basis ingespeeld in een studio in Leeuwarden. Pim had een schat aan ervaring als studiodrummer en producer en fungeerde als een soort mentor voor de jonkies in de band, zoals Cindy Oudshoorn, Joost Vergoossen en ik. Zaterdagavond 21 november 2009 speelden we in Drachten en werd de verjaardag van Joost uitbundig gevierd. We zouden de vrijdag daarna weer optreden, maar maandag 23 november belde Cindy mij met het vreselijke nieuws dat Pim was overleden. Ik was er danig van onder de indruk; ik was de hele middag van het padje af… Pim was een joviale, uitbundige persoonlijkheid, een fantastisch goede muzikant met waanzinnig goede oren aan zijn hoofd. Hij drumde en zong niet alleen erg goed, maar hij speelde ook prachtig piano en gitaar, en hij had een totaal klankbeeld waar je u tegen zegt. Pim wist ook altijd precies hoe zijn composities moesten klinken. Hij, en Ton ook overigens, stonden zeker open voor suggesties, maar meestal waren Pims ideeën dusdanig dat er weinig tot niets te verbeteren viel. Ton liet wat meer ruimte voor een eigen invulling, maar aangezien hij zelf een begenadigd bassist is, moest je wel van goeden huize komen wilde je veranderingen doorvoeren. Ze componeerden beiden ook geen doorsneeliedjes; je moest wel je kop erbij houden. Ik heb zo’n uitgeschreven vel met noten trouwens altijd meer als een soort boodschappenbriefje beschouwd, want de invulling en nuances aanbrengen doe je met je hart.”
“Ik was totaal niet bekend met symfonische muziek, want ik ben opgegroeid met bands als Powerplay, Sweet d’Buster en dergelijke, dus ik dacht eerst dat elke noot in beton gegoten was, maar dit bleek helemaal niet zo te zijn. Achteraf bezien, heb ik best veel partijen naar mijn eigen hand kunnen zetten. Joost Vergoossen typeerde de Kayak-muziek heel treffend als een muzikaal mijnenveld! Voor zover ik kan inschatten heeft Kayak, samen met bands als Alquin en Focus, een uitermate belangrijke rol gespeeld in wat Nederprog wordt genoemd. Zonder Kayak had dat landschap er totaal anders uit gezien.”
“De bezetting van een band is in mijn beleving een kwestie van houdbaarheidsdatum: soms past alles en blijft een bezetting langer bestaan, soms ontstaan er toch verschillen in muzikale opvattingen, en dan moet zo’n bezetting worden aangepast. Op een gegeven moment wilde Ton heel duidelijk een andere kant op, en dan is de houdbaarheidsdatum van die bezetting bereikt.”
“Feitelijk heb ik pas contrabas leren spelen toen ik Robert Long en Jenny Arean begeleidde, en dat kwam goed van pas bij Kayakoustic waarbij Ton en Pim mij ook de ruimte gaven om dingen uit te proberen. Tijdens die concerten heb ik ook een nummer op mijn Chapman-stick gespeeld, wat ik toentertijd nog deed. Dat variëren in type bas met diverse klankkleuren, fretloos versus ‘gewoon’, dat maakte het zowel op de plaat als live best een uitdaging, en ook daarbij heb ik zeker een eigen inbreng gehad. Ik heb me altijd echt een bandlid gevoeld en geen ingehuurde kracht. Pim sloeg gigantisch hard; hij maakte daar ook bijna een sport van. Dat was steeds dik lachen. Hans Eijkenaar slaat trouwens ook best hard. Hij is naar mijn bescheiden mening de beste Nederlandse drummer. Ook fantastisch dat ik met hem heb mogen spelen.”
“Mijn favoriete nummers van Kayak zijn: Niniane (Merlin, 1978, Scherpenzeel-Linders), echt een briljant stuk. Coming Up For Air en Alienation (beide Coming Up For Air, 2008, Scherpenzeel-Linders) vind ik beide ook erg mooi, maar ook Chance For A Lifetime (Royal Bed Bouncer, 1975, Scherpenzeel). Dat nummer is duidelijk vóór mijn tijd, maar is desondanks een van mijn favorieten geworden. Heerlijk nummer om live te spelen.”
“De clubshows vond ik eerlijk gezegd leuker dan de theatervoorstellingen, want als band voor publiek is er toch meer vuur en interactie. Die concerten waren voor mij een waar feest. Vooral de concerten in Poppodium Boerderij in Zoetermeer vond ik geweldig: kundige en gedreven medewerkers en altijd een enthousiast publiek. Het mooiste moment voor mij was tijdens het concert in Paradiso op 7 oktober 2008. Tijdens Niniane deed ik kennelijk iets op mijn bas wat ik nog niet eerder had gedaan. In het volgende shot zie je dan een goedkeurende blik van meester Pim Koopman. Onvergetelijk! Ook ons optreden bij vijftig jaar Nederpop vond ik een hoogtepunt. Verder moest ik altijd vreselijk lachen om situaties met Ton en Joost, die altijd de neiging hadden om ‘voor in de tel te zitten’. Dat betekent dat ze iets te gehaast waren. Als er dan een introotje was met piano en gitaar en het ging Pim niet naar de zin, hoorde je hem steevast keihard ‘hoooo!’ in de oortjes roepen, en dat was dan voor de heren een teken dat het een tandje lager moest. Dat vond ik steeds weer een hilarisch moment.”
“Pim was in onze periode vooral belangrijk als mens en mentor, naast zijn kwaliteiten als producer, drummer, muzikant en componist. Dat ging hem zo natuurlijk af! En dan zijn typische uitdrukkingen, zoals: “Hé, Jan, neem voor dit nummer de bas met of zonder ijzers”, daarmee doelend op de gewone of de fretloze bas. Pim was een aimabel mens. Ook heel bijzonder, dat uiteindelijk Hans Eijkenaar de drumsticks heeft overgenomen, want Hans was Pims favoriete drummer.”
“Ton is de spil van Kayak, zonder Ton is het echt ondenkbaar. De man schrijft zulke waanzinnig mooie stukken! Trouwens, probeer in een periode van vijftig jaar maar eens een band bij elkaar te houden. Petje af!”
“Ik heb een tijdje Symfo Classics gedaan met Cindy en aanvankelijk ook met Joost. Met beiden heb ik overigens zeer regelmatig contact; nu nog steeds. Daarnaast speel ik ook veel ‘in de orkestbak’. Dat is op zich ook meestal erg leuk, maar dat bandgebeuren mis ik dan toch wel.”
Cindy Oudshoorn: zangeres van 2002-2014.
Cindy Oudshoorn kwam bij Kayak in beeld toen het rockoperaconcept gestalte moest krijgen. Omdat het de bedoeling was om het (gedeeltelijk) nieuwe album Merlin – Bard Of The Unseen in de theaters op te voeren, moesten er meer zangstemmen beschikbaar zijn. Cindy accepteerde het aanbod om de rol van Morgan LeFay op zich te nemen. De theatertournee van Merlin verliep zeer succesvol. De daaropvolgende rockopera, waarmee Kayak ook de theaters langsging, was Nostradamus – The Fate Of Man. De samenwerking met Edward Reekers, de voormalige zanger van het Kayak, bleek dusdanig positief uit te pakken dat Ton beide vocalisten vroeg als vast bandlid.
“Mijn eerste ervaring met Kayak en daarmee ook met symfonische rock was het album Phantom Of The Night. Ik raakte geboeid door de melodieën en de harmonieën zonder dat ik wist hoe goed die eigenlijk waren; de muziek raakte me gewoon meteen. Ik kan me dat album dan ook erg goed herinneren en de elpee die mijn ouders hadden gekocht, heb ik thuis vaak opgezet.”
“De mooiste herinneringen aan Kayak zijn voor mij alle optredens, waarbij de chemie tussen de bandleden zo sterk was dat we leken te vliegen en zo het beste uit elkaar en onszelf konden halen. Dat soort momenten waren er op het podium veelvuldig.”
“Kayak was voor mij de belangrijkste muzikale stap om mezelf als muzikant te ontwikkelen. Ik ben daar Ton en vooral Pim intens dankbaar voor en ik mag me gezegend prijzen dat ik met die muzikanten mocht spelen om zo het beste uit mezelf te halen. Dat betekent Kayak voor mij…”
“Pim Koopman was een van de grondleggers van Kayak en dus enorm belangrijk. Pim heeft dan ook naast Ton veel pareltjes voor Kayak geschreven, maar Ton is altijd de ‘baas’ van de band geweest en dus zou Kayak er zonder hem niet meer geweest zijn.”
Na Kayak richtte Cindy samen met Edward Reekers en Joost Vergoossen Symfo Classics op waarmee zeer succesvolle tournees werden uitgevoerd. Tot de uitvoerende bandleden behoorden ook ex-Kayak-leden Jan van Olffen en Rob Winter. Verder werkt ze als zangeres, docent zang en mentor. Ze is toegepast psycholoog in opleiding en mediator. Cindy is tevens zangcoach bij de Raakvlak Academie te Zwolle. Onlangs heeft ze er samen met Jasper Koopman voor gezorgd dat een aantal nummers die ze met Pim Koopman opnam, toch nog van volwaardige arrangementen werden voorzien. Deze nummers zijn uitgebracht op het album Reappearance (2021).
Bart Schwertmann: zanger van 2017-2022
Het eerste contact dat Bart Schwertmann met Kayak had, kwam ergens begin 2016 tot stand via Facebook Messenger. Ton vroeg Bart of hij geïnteresseerd zou zijn in een auditie voor Kayak. Deze vraag kwam precies op een moment in zijn carrière dat hij zoekende was naar iets nieuws, naar een volgende stap…
“In een eerder stadium, zo rond 2000, had bassist Bert Veldkamp mij al eens benaderd voor Kayak. Op dat moment was ik er nog niet helemaal klaar voor, omdat ik als frontman nog te weinig ervaring had. Bovendien deed ik op dat moment mee aan de Soundmixshow, waarvan ik later de finale won. Hoewel ik in 2000 duidelijk ‘nee’ tegen Kayak had gezegd, had ik in 2016 sterk het gevoel dat ik die mogelijkheid zou moeten onderzoeken, omdat ik inmiddels als frontman veel meer ervaring had. Ik volgde Kayak in die jaren ook, want ik was toen en nu nog steeds een groot liefhebber van prog. Na de eerste auditie, die overigens heel goed ging, wilde Ton in eerste instantie toch verder zoeken naar dé Kayak-stem en een frontman voor een nieuw album met een doorstart van de band. Ik legde mij toen bij die beslissing neer, maar diep van binnen wist ik dat ik de nieuwe zanger zou kunnen worden. Ik dacht er vervolgens niet meer aan; ik was eerlijk gezegd de auditie alweer bijna vergeten, toen Ton me maanden later vertelde dat ik de nieuwe zanger zou worden als ik tenminste nog interesse had. En natuurlijk was dat het geval!”
“We spraken daarna vrij snel af om te gaan werken aan de pre-productie voor Seventeen. Met name voor Falling bleek de overeenkomst tussen mijn stem en de muziek van Kayak bijzonder goed uit te pakken. Falling was een van de eerste stukken waaraan we destijds hebben gewerkt. Niet lang daarna volgden La Peregrina, Walk Through Fire en Somebody. Ondertussen had Ton ook gitarist Marcel Singor bij de band gevraagd. Dat vond ik een gouden greep, want ik denk dat Marcel een van de meest veelzijdige en virtuoze gitaristen is mét een goede zangstem, die ik ken. Persoonlijk klikte het ook vanaf het begin en we vormden de solide basis van een nieuwe Kayak-bezetting. Vrij snel kwamen de zeer talentvolle toppers Kristoffer Gildenlöw en Collin Leijenaar – die later zou worden vervangen door Hans Eijkenaar – en werd de succesvolle doorstart een feit.”
“Ik denk dat Kayak in Nederland als eerste het gebruik van breed uitgesponnen muziekstukken, ongebruikelijke maatsoorten in combinatie met een vleugje klassiek en dramatiek heeft geïntroduceerd. Voor mijn gevoel vormen zowel de muziek en de teksten van Kayak de perfecte kruising tussen klassieke en popmuziek. De akkoordenprogressies en -overgangen in de muziek, zijn altijd herkenbaar en origineel, ook op de laatste twee studioalbums Seventeen en Out Of This World waarop ik heb gezongen.”
“Ik denk dat ik met mijn bijdragen aan de muziek van Kayak altijd dichtbij mezelf ben gebleven. Ik heb nooit gepoogd mijn voorgangers te imiteren of beter te willen zijn. Alles wat ik binnen Kayak heb gedaan, heeft altijd in het teken en in dienst van de muziek en de tekst gestaan. Ik heb mijn eigen invulling hieraan gegeven. Zoals Frank Sinatra al zong: ‘I did it my way’, maar dat is ook echt zo. Ik denk dat ik ook wat meer rock en energie heb toegevoegd aan het geluid van Kayak, zeker tijdens liveshows en de tournees die we hebben gedaan. In zekere zin denk ik dat er vocaal gezien wel ‘iets’ van al mijn voorgangers in mijn stem en mijn manier van zingen zit. Ik heb er wat stevigheid, passie en mijn eigen gevoel aan toegevoegd. Hierdoor zit er veel dynamiek in de zang op de studioalbums en live.”
“Het geheim van Kayak zit mijns inziens echt in de muziek, de composities en de teksten. Daardoor is de muziek van Kayak zeer herkenbaar. De geschiedenis heeft uitgewezen dat het succes van de band niet per se gebonden is aan vaste personen. De bezetting van Kayak is in de loop der jaren heel vaak veranderd, heel verschillend en toch succesvol gebleven, steeds met Ton als vaste waarde. De muziek, het groepsgeluid en de teksten waren hierbij uiteindelijk altijd het belangrijkste. Het zou ook niet ondenkbaar zijn geweest als er na de huidige bezetting weer een andere succesvolle bezetting zou zijn gekomen, ware het niet, dat Ton heeft aangegeven te willen stoppen. Ik ben van mening dat het succes van de huidige bezetting – naast de muziek en het bizar hoge spelniveau – ook te maken heeft met het feit dat er geen botsende ego’s in de band waren. De onderlinge sfeer was altijd bijzonder goed, zowel op de bühne, backstage als onderweg. Ik denk dat we dit samen ook uitstraalden. Daarnaast kan een band natuurlijk niet bestaan zonder fans, volgers en aandacht van de muziekpers. Kayak heeft altijd een heel grote, warme en toegewijde groep volgelingen gehad.”
“Mijn favorieten zijn Niniane (Merlin, 1978, Scherpenzeel-Linders) en Starlight Dancer, Starlight Dancer, 1977, Scherpenzeel). Niet alleen vind ik het prachtige composities, maar ze zijn ook heel mooi en breekbaar gezongen door respectievelijk Edward Reekers en Max Werner. De zanglijnen in deze stukken zijn fraai en ook voor mij heerlijk om te zingen. Uit mijn eigen periode zou ik nog La Peregrina (Seventeen, 2018, Scherpenzeel) willen noemen. Deze compositie vond ik vanaf de preproductie al fenomenaal; de opbouw en afwisseling van verschillende sferen spreken mij erg aan. Het verhaal en de tekst zijn ook prachtig geschreven, en zangtechnisch kon ik in La Peregrina heel veel mooie dingen doen. Mijn favoriete albums zijn overigens Merlin en Seventeen.”
“Ik heb eigenlijk twee dierbare herinneringen. Ik heb het als erg prettig ervaren dat de fans mij als zanger hebben geaccepteerd, ook al ben ik een heel andere persoon en zanger-frontman dan degenen die de fans gewend waren. Ik heb me ook altijd gerealiseerd dat acceptatie van een nieuwe zanger geen vanzelfsprekendheid is. Dat moet je in mijn ogen echt verdienen. Ik zie ook dat de fans mij volgen en mij steunen bij andere projecten naast Kayak, zoals mijn soloalbum Theater Of Grief en nu met Galaxy. Heel bijzonder vind ik dat. Ten tweede het feit dat Seventeen zo goed werd ontvangen, ook door de internationale muziekpers. Dat was beste overweldigend!”
“Allereerst wil ik benadrukken dat ik het heel jammer vind dat ik Pim nooit heb ontmoet en nooit met hem heb kunnen samenwerken. Tijdens alle shows die ik met Kayak heb gedaan, hebben we Pim geëerd door het nummer Still My Heart Cries For You aan hem op te dragen. Tijdens deze momenten kon je een speld horen vallen in de zaal, ook in het buitenland. Pim zit nog steeds in de harten van de fans en hij is dus nog steeds, ook nu hij niet meer onder ons is, belangrijk voor Kayak. Ik ben groot fan van de producties van Pim, ook naast Kayak. Denk dan bijvoorbeeld aan Valencia, Maywood en Diesel. Waanzinnig goed geproduceerd allemaal. Naast de composities voor Kayak, is Pim ook bepalend geweest voor het herkenbare geluid door zijn manier van drummen: subtiel en origineel. Ik denk dat er – en dan ga ik alleen af op de albums en de verhalen van Ton – altijd een goede samen- en wisselwerking tussen Pim en Ton is geweest, zowel muzikaal als op het persoonlijk vlak. Ze hebben beiden Kayak in balans gehouden. Of er een Kayak zonder Ton denkbaar is? Nee, dat denk ik zeker niet. In het verleden wellicht wel toen Pim ook nog in de band zat. Het bandgeluid zou zonder Ton aanmerkelijk anders zijn geweest, doordat Ton in mijn ogen een componist van uitzonderlijke klasse is.”
“Momenteel zijn we met mijn eerste band Galaxy aan het onderzoeken of we voor volgend jaar een toertje kunnen doen ter promotie van ons verloren gewaande album Runaway Men. Het bizarre succesverhaal zal inmiddels bekend zijn. Het is zeer bijzonder dat dit album 25 jaar na de opnamen zo goed is ontvangen. Op korte termijn wil ik me eerst toeleggen op de bouw van een nieuwe studio. De verwachting is dat ik daarna ga schrijven en werken aan de opvolger van mijn soloalbum Theater Of Grief, dat overigens ook zeer goed is ontvangen. Verder blijf ik werkzaam als zangcoach aan het Noorder Muziek Instituut te Groningen. Ik hou me ondertussen aanbevolen voor kortdurende, eenmalige projecten. Voor de toekomst zie ik meer een rol weggelegd als producer, schrijver en coach, al zal het podiumbloed altijd blijven kruipen waar het niet gaan kan.”
Marcel Singor: gitarist en zanger van 2017-2022.
Glassville, het platenlabel dat het eerste soloalbum Futureproof van Marcel Singor uitbracht, is een managementbedrijf dat in 2017 ook Kayak onder zijn hoede had. Ton zocht in eerste instantie een zanger en een of twee gitaristen om een nieuw Kayak-album mee op te nemen. Glassville-baas Rob Palmen vroeg zich af of dit misschien iets voor Marcel zou kunnen zijn. Ton stuurde hem vervolgens de song Cracks om daarvoor de gitaarpartijen te spelen en de helft van de zang voor zijn rekening te nemen. Dit viel voor beiden in goede aarde, waarna Marcel ook de overige nummers van het album inspeelde.
“Ik was meteen onder de indruk van het compositorische niveau van het materiaal en ik was ook blij dat ik, totaal onverwachts, weer eens in een band – met een heel goed logo! – kon spelen. Kayak is altijd een avontuurlijke, onvoorspelbare band geweest die nooit bang was om groot te denken, in tegenstelling tot de meeste andere Nederlandse bands. Met groot denken bedoel ik niet per se carrièregericht denken, maar vooral de composities, de teksten, de optredens en de groots opgezette conceptalbums. Mijn bijdrage in die mogelijk laatste bezetting is vooral, dat ik Tons composities en zijn arrangementen met de expressie en het karakter heb vertolkt die het materiaal verdiende. Ik heb geprobeerd om alle melodieën te laten spreken en elke solo alles te geven wat ik qua muzikaliteit en authenticiteit in me heb.”
“Het geheim van Kayak is mijns inziens niet echt een geheim: dat is Ton! Zolang hij een uitlaatklep heeft voor Kayak-achtig materiaal is er sprake van een Kayak-bezetting. Mijn favoriete nummers zijn eigenlijk vrij divers. Out Of This World (Out Of This World, 2021, Scherpenzeel), de titelsong van ons laatste album, vind ik een van de beste stukken die Ton ooit heeft geschreven. Het bevat alles waartoe deze bezetting in staat is en het is in alle opzichten episch, indrukwekkend en ijzersterk. Niniane (Merlin, 1978, Scherpenzeel-Linders) is harmonisch, melodisch en heeft een dramatische sfeer. De wijze waarop de teksten daarop aansluiten is simpelweg prachtig. Ik denk dat Ton dat niet meer hoort, want hij heeft dat nummer ongeveer een miljoen keer gespeeld. Ruthless Queen (Phantom Of The Night, 1978, Scherpenzeel-Linders) blijft voor mij iets extra’s houden. Echt een klassieker, die de competitie met andere songs, van wie dan ook, met gemak aankan. Alles bij elkaar heeft, mede vanwege de coronapandemie, de laatste bezetting niet zo lang kunnen laten zien wat er mogelijk was. Het zijn vooral veel kleine momenten die in mijn geheugen gegrift staan, zoals het gevoel dat je kunt hebben als je de eindmix terugluistert van een track waarvan uiteindelijk alle elementen goed bij elkaar passen, of bij bepaalde shows, zoals de laatste in Hilversum.”
“Ik heb Pim Koopman helaas niet meegemaakt, maar ik heb stellig de indruk dat Pims rol zeer bepalend is geweest. Het zou heel goed kunnen dat Kayak ook had kunnen worden opgericht met zowel Pim als Ton aan het roer. Maar een Kayak zonder Ton is in mijn ogen volstrekt ondenkbaar. Dat is zoiets als The Who zonder Pete Townshend, Genesis zonder Tony Banks of ZZ Top zonder Billy Gibbons...”
“Ik ben momenteel met een aantal opnameprojecten bezig, waaronder een nieuw soloalbum, en een album met Robin van Vliet onder de naam Flight Recorder. Dat is een heavy rockbandproject, een rockopera met teksten van de bij jou welbekende redacteur Edwin Ammerlaan en een eventuele dvd-blu-ray van Kayak. Er is genoeg te doen dus.”
Monique van der Ster: zangeres van 2003-2006.
Monique van der Ster doorliep de Willem de Kooning Academy in Rotterdam, waar zij zich bekwaamde in tekenen, schilderen en illustreren. In de jaren tachtig begon haar zangcarrière toen ze haar talenten als achtergrondzangeres ontdekte. Vanaf die tijd zong zij in koortjes achter zo ongeveer alle Nederlandse artiesten, zowel live als op hun albums. Ook zong zij veel jingles en commercials in en was ze jarenlang de stem van Radio 2. Tijdens de Merlin-tournee verving zij Cindy Oudshoorn als Cindy was verhinderd.
“Ik heb eerlijk gezegd geen kennis van de totale geschiedenis van de Nederlandse popmuziek, maar naar mijn mening was Kayak van een ongekende klasse en stond de band misschien wel op eenzame hoogte in muzikale kwaliteit met internationale allure. Kayak bracht een on-Nederlands geluid tussen de polderrock.”
“Als vervanger voor Cindy tijdens de Merlin-tournee en later met een hoofdrol in Nostradamus – The Fate Of Man had ik een bescheiden bijdrage aan het succes van met name Nostradamus. Samen met Cindy brachten we een krachtig vrouwelijk element in de tot dan toe voornamelijk mannelijke band. We konden als zangeressen kracht toevoegen in de pittige, symfonische rockstukken van de rockopera en we konden laten zien en horen wat we waard waren naast de mannelijke muzikanten en zangers. We konden onszelf meten met de rest en we waren in muzikaal opzicht gelijkwaardig. We hebben laten zien dat symfonische rock niet alleen een mannenaangelegenheid is.”
“De kracht van Kayak is de tijdloze muziek en de loyaliteit aan die muziekstijl. Daarom heeft de band het zo lang kunnen volhouden. Men deed geen concessies aan het typische geluid, waarmee de liefhebbers vertrouwd waren. Geen enkele moderne, hippe of populaire muziekstijl heeft het originele geluid van de band beïnvloed. Kayak bleef trouw aan zichzelf.”
“Mijn favorieten uit het Kayak oeuvre zijn Ruthless Queen (Phantom Of The Night, 1977, Scherpenzeel-Linders), omdat dit het eerste nummer van Kayak was dat ik leerde kennen toen ik een jaar of vijftien was. Ik werd toen al gegrepen door de magie van het liedje en de stem van Edward Reekers. Hoewel ik het inmiddels vele malen live naast Edward op het podium als achtergrondzangeres heb gezongen, behoudt het nog altijd zijn kracht, schoonheid en magie. When The Seer Looks Away (Merlin – Bard Of The Unseen, 2014, Scherpenzeel-Linders) deed ik voor de Merlin-tournee als vervanger van Cindy. Heerlijk om haar versie te beluisteren, maar nog fijner om het zelf te zingen! The Golden Cage (Nostradamus – The Fate Of Man, 2005, Scherpenzeel-Linders) is een van mijn persoonlijke vocale hoogtepunten uit de gelijknamige rockopera. Ik had nooit eerder zulk ingewikkeld repertoire gezongen met hele lappen moeilijke tekst. Een enorme uitdaging, terwijl ik als vocalist toch heel wat jaren ervaring had. Ik moest er echt op studeren. Dit nummer vroeg nogal wat van mij als zangeres. Dat kleine, breekbare begin in de eerste coupletten, waarbij ik op het slagveld zit bij mijn dode man, de koning: He was right, the prophet was right, daarna het tweede uptempo couplet No man alive, waarin ik de onmacht en de boosheid moet uitdragen en vervolgens vastberaden moet besluiten met matters into my own hands te nemen en vanuit my own Golden Cage moet vechten voor het hogere doel.”
“Terugkijkend op de periode dat ik deel uitmaakte van Kayak, vond ik het prachtig als ik voor Cindy moest invallen. Het was tevens de eerste keer dat ik daadwerkelijk een heel concert deed in Schouwburg Kunstmin in mijn geboorteplaats Dordrecht. Ik was goed voorbereid en met de fantastische band, én mijn maatjes Pim en Edward – met wie ik al jarenlang bevriend was en vaak samenwerkte in studio’s – als trotse broers naast en achter me, kon het gewoon niet stuk. Ik zong de longen uit mijn lijf en de sterren van de hemel en ik had een topavond! En alle andere avonden die volgden, waren net zo fijn. Tijdens de voorbereidingen voor Nostradamus hebben we ontzettend veel lol gehad tijdens de repetities, waardoor we één grote familie werden. Heerlijk om met Cindy, Bert, Edward en Syb van der Ploeg (De Kast) te zingen en met de andere zangers en dansers. Het waren echt prachtige zangervaringen uit mijn carrière.”
“Pim en Ton samen vormen een dreamteam! Ze vulden elkaar prima aan, maar Kayak is zonder twijfel Ton Scherpenzeel. Samen met Pim was het Kayak 2.0. En we mogen niet vergeten wat de geweldige teksten van Irene hebben betekend. Ik ben blij en trots dat ik een tijdje op het Kayak-pad heb meegelopen.”
“Ik ben nog altijd werkzaam als freelancezangeres in de studio’s en met mijn cabaretgroep K&M treed ik op in het theater. Daarnaast werk ik voor ZangExpress, een zang- en muziekmethode voor basisscholen. Verder geef ik workshops aan conservatoriumstudenten en teambuilding bij bedrijven. Zelf zingen, mensen samen laten zingen en zien hoe gelukkig hen dat maakt, is de belangrijkste drijfveer in mijn werk. Zingen vind ik het fijnste wat er is en dat wil ik graag delen met anderen. Sinds ruim vijf jaar ben ik de trotse eigenaar van de Zangfabriek in Dordrecht.”
Joost Vergoossen: gitarist van 2002-2015.
Op basis van een eerdere samenwerking werd Joost Vergoossen, een cum laude-laureaat van het Maastrichtse conservatorium, in eerste instantie gebeld door Rob Winter omdat hij problemen voorzag met de tourneeschema’s van Kayak en de Marco Borsato Band waarin hij al jaren speelde. Rob had Ton en Pim laten weten dat Joost in de band zou passen. Op dat moment was Ruthless Queen het enige wapenfeit dat Joost van Kayak kende. Desalniettemin werd hij uitgenodigd om auditie te doen…
“Ik heb als een razende het repertoire van Kayak beluisterd door de cd’s van mijn oom te lenen. Voor de auditie mocht ik zelf de songs uitkiezen, iets wat ik nooit eerder had meegemaakt. Ik koos voor Icarus, een wat langere song. Toen ik in Hilversum aankwam bij het huis en de studio van Ton, werd ik verwelkomd door Ton en Pim. Ik verwachtte dat de rest van de band binnen zat te wachten, maar groot was mijn verbazing toen ik bij binnenkomst alleen Tons golden retriever aantrof! “Wat heb je voorbereid?”,’ vroeg Ton. Nadat ik de titel had genoemd, pakte hij doodleuk een cd, stopte die in de lade van de cd-speler en zei: “Ben je er klaar voor? Daar komt-ie!” Er verscheen een levensgroot vraagteken in mijn hoofd naast alle al aanwezige verwarring. Met horten en stoten kwam ik op gang en baande me een weg door Icarus met een almaar groeiende verbazing. Toen ik klaar was, vroegen ze of ik iets wilde inspelen voor het nieuwe album. Mijn gedachten schoten alle kanten op: was dit een test? Gaan ze dit echt gebruiken voor hun nieuwe album? Of zijn ze mijn gehoor, snelheid en geheugen aan het testen? Het ging om een uiterst simpel melodietje, maar het kostte me tien ‘takes’ om het foutloos te spelen. Wat een blamage, dacht ik bij mezelf. Ze bedankten me vriendelijk voor de auditie; ik zou binnen een week iets horen.
Tijdens de terugreis naar Limburg schoten mijn gedachten opnieuw alle kanten op, vooral de verkeerde. Hoe had ik het zo kunnen verkloten? Een week later vierde ik mijn verjaardag. De hele kamer zat vol familie, vrienden en bekenden en iedereen was natuurlijk benieuwd hoe de auditie was verlopen. Ik wilde er niet te veel woorden aan vuil maken en ik vertelde dat ik die job naar alle waarschijnlijkheid niet zou krijgen vanwege mijn beroerde auditie. Alsof de duivel ermee speelde, kreeg ik diezelfde avond een telefoontje van Ton. Ik bereidde me geestelijk al voor op een afwijzing, maar toen sprak Ton de magische woorden: “Wil je bij ons komen spelen?” Wederom totaal verward, antwoordde ik: “Ja, graag!”
Later vertelde Pim dat hij en Ton al na een paar minuten hadden geweten dat ik de juiste man was. “Ton en ik kennen elkaar al vanaf dat we veertien waren; we hebben aan één blik genoeg,’ vertelde Pim. “Voor de vorm hebben we je nog wat laten spelen, omdat je helemaal vanuit Limburg naar Hilversum was gekomen.”
“Ik denk dat Kayak heeft bewezen dat symfonische rock niet per definitie hoeft te betekenen dat uitsluitend liefhebbers of mensen met een getraind oor naar deze muziek luisteren. Dat komt doordat de composities niet uit alleen maar ‘werken’ bestonden van een kwartier of langer, maar vooral uit songs met een kop en staart. Juist die songs, die mijns inziens iets meer diepgang hebben dan de gemiddelde popsong, spraken een breder publiek aan. Hierdoor kwam dat publiek uiteindelijk ook terecht bij andere albums of bij meer gelaagde songs.”
“In mijn beleving bestond mijn belangrijkste bijdrage aan Kayak uit mijn optreden tijdens de concerten. Aangezien ik van origine uit de hardrockhoek kom en ik bijna tien jaar in het rock-’n-roll- en coverbandcircuit heb gespeeld, ben ik naast mijn spel ook altijd bezig geweest met mijn presentatie. Je staat toch voor publiek te spelen, en dat wil hoe dan ook een beetje worden vermaakt. Als je dan de hele avond wat naar je navel staat te staren of op je gitaarhals zit te kijken, ontstaat er geen wisselwerking tussen band en publiek. Die wisselwerking is voor de meeste muzikanten juist de reden waarom ze graag op de bühne staan. Verder hoop ik dat ik mijn signatuur als mens, muzikant en gitarist bij deze unieke band heb achtergelaten.”
“Het geheim van Kayak is naar mijn idee een unieke combinatie van factoren: uiteraard de muziek, maar je moet ook een neus hebben om de juiste mensen op de juiste plek neer te zetten. Je moet steeds blijven vernieuwen, altijd een doel of een uitdaging hebben, een open vizier en respect voor elkaar hebben, een duidelijke hiërarchie binnen de band hanteren en niet te vergeten humor. In de tijd dat ik bij Kayak speelde, bestond de band uit mensen die allemaal een totaal ander karakter hadden, maar ze opereerden als een eenheid, sterk als een blok beton. Probeer dat maar eens voor elkaar te krijgen in het bedrijfsleven!”
“Mijn persoonlijk favorieten zijn: Seagull (Merlin, 1978, Scherpenzeel-Linders). Die song klinkt internationaal en had, zeker in de VS, hoge ogen kunnen gooien in die tijd. Met Edward Reekers’ melancholieke stem vind ik het ook een typische Kayak-song. Ten tweed Symmetry (Journey Through Time, versie 2012). Ik heb Yes altijd een geweldige band gevonden en daar deed deze song me aan denken. Bij Kayak heb ik de meeste gitaarsolo’s met improvisatie gecomponeerd. Live speelde ik dan ook de meeste gitaarsolo’s exact zoals ze op de albums stonden, waaraan ik mocht meewerken. Op mijn tweede gitaarsolo in Symmetry – de eerste is van Rob – ben ik het trotst. Het akkoordenschema waarover ik soleer, is betrekkelijk eenvoudig en bestaat maar uit drie akkoorden, maar het venijn zit hem in de staart: het laatste akkoord. De eerste twee akkoorden suggereren dat er wordt geëindigd op een mineurakkoord, waarop ik normaal gesproken helemaal los zou kunnen gaan. Echter, het nummer eindigt met een majeurakkoord! Daardoor kon ik vier tellen losgaan en moest ik vervolgens mezelf terugfluiten, zodat ik in de resterende vier tellen geen mineur speelde, maar majeur. Hierdoor klopten wel alle noten die ik speelde, maar het klonk mij te gekunsteld. Ik wilde dat de gitaarsolo klonk alsof ik helemaal losging, zonder ook maar een seconde te hoeven nadenken over de onderliggende akkoorden. Daarom besloot ik het sologedeelte in stukken te hakken, zodat ik de solo kon opbouwen, door elke keer vanuit hart en ziel compleet los te gaan. Toen ik klaar was en de complete solo terug hoorde, was ik superblij met het eindresultaat: precies wat ik in mijn hoofd had! Een ander hoogtepunt was het album The Anniversary Concert, Live In Paradiso. We waren uitgebreid op tournee geweest ter ere van het 35-jarige bestaan van de band. Mede doordat we mochten spelen bij De Wereld Draait Door werd dat een groot succes. We konden ons geluk niet op toen we als laatste concert van de tournee ook nog Paradiso uitverkochten en dat dit concert bovendien was opgenomen voor een dvd. Die bewuste dag had ik te kampen met een nare oorontsteking, en tot overmaat van ramp sloeg tijdens Alienation, het eerste nummer, mijn linkeroor compleet dicht, dus weg stereogeluid op de oortjes. Ik had ook nog wat koorts en ik voelde me sowieso al niet honderd procent. Voor mijn gevoel kon ik daardoor niet alles geven en ik vreesde dat het eindresultaat niet optimaal zou zijn. Mijn verbazing was groot toen ik de ruwe mixen thuisgestuurd kreeg en er geen vuiltje aan de lucht bleek te zijn. Toen realiseerde ik me ook dat de band na die uitgebreide tournee een geoliede machine was: het niveau was hoog en vooral constant. Kayak was in die tijd in bloedvorm, dus ik ben trots dat ik er deel van heb uitgemaakt.”
“Er waren veel mooie en leuke momenten. Te veel om op te noemen, maar een uitschieter was wel de live-uitzending bij De Wereld Draait Door. Daar zouden we eigenlijk Ruthless Queen spelen, maar de toenmalige minister van Jeugd en Gezin, André Rouvoet, was ook uitgenodigd en hij stelde voor om recenter repertoire te spelen, aangezien hij een groot fan was. Daarop daagde Matthijs van Nieuwkerk de band uit om dat dan maar iets in medleyvorm te doen vanwege de tijd. Die uitdaging werd aanvaard. Schreeuwend gaven Ton en Pim de band instructies, terwijl ze richting de bühne liepen. Er werd afgetikt en we waren vertrokken. Op miraculeuze wijze plakten we twee songs aan elkaar binnen één minuut en twintig seconden. Ik heb geen enkel idee hoe, maar het lukte!”
“De rol van Pim was zeer belangrijk omdat er een gezonde concurrentiestrijd was tussen Ton en Pim, als het op het schrijven van liedjes aankwam. De een wilde niet voor de ander onder doen, waardoor er een ruime keuze aan songs ontstond die ook nog voor de nodige muzikale afwisselingen zorgde. Als producer was Pim een stuk uitgesprokener dan Ton; hij wist precies hoe het eindresultaat er uit moest zien. Ton daarentegen was een stuk losser en liet ruimte voor een eigen inbreng of invulling. Voor beide benaderingen valt iets te zeggen, waardoor ze complementair waren en er een eenheid ontstond die Kayak heette. Voor mij is Ton nog steeds het boegbeeld van Kayak. Zijn waanzinnige spel, zijn authenticiteit en composities sijpelen door het complete Kayak-repertoire heen.”
“Ik heb nog veel projecten met het Noord Nederlands Orkest gedaan, cross-overprojecten met Het Goede Doel, Toontje Lager en uiteraard Symfo Classics en Zeno. Midden 2018 heb ik vervolgens Nederland verruild voor Duitsland en heb ik tot 2021 voor de Keulse rockband Höhner gespeeld. De laatste twee jaar ben ik me ook gaan toeleggen op akoestische gitaar, schreef veel instrumentale fingerstyle guitarsongs en ik probeer om naast bandoptredens ook meer solo-optredens te doen.”
Rob Vunderink: gitarist en zanger van 2001-2015.
Pim kende Rob Vunderink van de bands The Hammer en Diesel, waarin ze samen speelden. Rob kwam in 2001 in eerste instantie bij Kayak als vervanger voor Rob Winter, die een deel van de Kayak-concerten moest missen vanwege verplichtingen bij de Marco Borsato Band. Een tweede gitarist en een tweede zangstem bevielen zodanig goed dat hij ook na het vertrek van Rob Winter in 2002 bij Kayak bleef.
“Ik zou de muzikale stijl van Kayak in het nieuwe millennium, in de periode dat ik bij Kayak speelde, geen progressieve rock noemen. De songs van zowel Pim als Ton, in zeer uiteenlopende stijlen overigens, waren gewoon composities van bijzondere klasse en ik denk dat je daarmee het belang van Kayak voor de Nederlandse popmuziek hebt benoemd: superieure composities. Als vast bandlid werd mijn rol ook door Pim en Ton op waarde geschat, want bij de composities werd rekening gehouden met mij als gitarist en als zanger. Mijn bizarre gitaarsolo’s en mijn afwijkende stemgeluid brachten in mijn beleving gewoon meer leven in de brouwerij.”
“Als je mij vraagt waarom Kayak het uiteindelijk zo lang heeft volgehouden, zou ik niet kunnen benoemen wat daarvoor het geheim was. Zolang Kayak bestond was Ton Scherpenzeel de constante factor en dat geldt in mijn beleving zeker voor laatste periode. De rol van Pim Koopman was van cruciaal belang bij de herstart en de eerste jaren daarna. Zijn composities en zijn rol als producer waren van grote waarde voor Kayak, zeker in de beginjaren van het nieuwe millennium.”
“The Wandering Years (Nostradamus – The Fate Of Man, 2005, Koopman) is een van mijn lievelingsnummers, mede vanwege de heel duidelijke associatie met The Beach Boys. Het is misschien vreemd, maar verder behoren twee nummers uit de oude doos tot mijn favorieten, namelijk Wintertime (Kayak, 1974, Koopman-Van Leeuwen) vanwege de Franse sfeer en Mammoth (See See The Sun, 1973, Koopman-Scherpenzeel) door de unieke bijdrage van het draaiorgel.”
“Een van de leukste momenten in mijn herinnering was toen we aan het slot van de generale repetitie voor Nostradamus op een gegeven moment bij het graf van Nostradamus stonden en Bert Heerink, die Nostradamus speelde, bij de rouwenden ging staan, dus in wezen bij zijn eigen graf. Een hilarisch moment!”
Na zijn vertrek bij Kayak heeft Rob er mede voor gezorgd dat zijn oude band Diesel weer nieuw leven werd ingeblazen. Hij woont tegenwoordig in Duitsland en naast zijn werk als journalist bij Netkrant was hij geregeld in Rusland in het kader van zijn studie Russisch.
Rob Winter: gitarist van 1999-2002.
Rob Winter had vóór Kayak al een lange carrière achter de rug. Zo speelde hij begin jaren negentig bij Robby Valentine. Toen die een producer zocht voor het album The Magic Infinity, kwam hij via via bij Pim Koopman terecht. De opnames duurden zo’n vijf maanden, en in die periode leerden Rob en Pim elkaar goed kennen en werden zij muzikale vrienden. Toen Pim en Ton Kayak weer nieuw leven inbliezen, vond Pim het een goed idee om Rob als gitarist te vragen. Er was nog wel een kleine auditie voor nodig, maar na het spelen van Frozen Flame werd hij aangenomen.
“Zoals de meeste mensen weten was Kayak een van de eerste progrockbands van Nederland. Ik hoorde Mammoth op de radio en vond het geweldig, die combinatie van ‘harde’ muziek en een draaiorgel! Later kwam daarbij uiteraard een song als Starlight Dancer. Kayak heeft in die periode van vijftig jaar met dat fantastische repertoire progrock op de kaart gezet in Nederland.”
“Het succes van de band is voornamelijk te danken aan de composities van Ton en Pim. Ik heb zelf te kort deel uitgemaakt van Kayak om echt een grote rol te kunnen spelen, maar wellicht heb ik wat het geluid betreft wel iets bijgedragen. Ik had immers een nogal afwijkend gitaargeluid vergeleken met dat van de jaren zeventig en tachtig.”
“Terugkijkend op vijftig jaar Kayak, zou ik zeggen dat Ton en Irene de rode draad vormden. Ton schreef de meeste songs en hij bepaalde voor een groot gedeelte het bandgeluid. Samen met Irene schreef hij de teksten, dus je kunt wel zeggen
dat het duo in die vijftig jaar de verbindende factor is geweest.”
“Mijn persoonlijk Kayak-toppers zijn allereerst Starlight Dancer (Starlight Dancer, 1977, Scherpenzeel) omdat het een fantastisch nummer is om te spelen: veel energie en lekker gitaarwerk. Ten tweede Merlin (Merlin, 1978, Scherpenzeel-Linders), een minirockopera met verrassende wendingen. Het is een waanzinnige muzikale reis. Ten derde Frozen Flame (Close To The Fire, 2000, Schepenzeel-Linders). Dit nummer zal me altijd bijblijven, want het was niet alleen het nummer waarmee ik auditie deed, maar ook het nummer dat mijn allerbeste vriend tijdens zijn uitvaart ten gehore wilde laten brengen. Voor mij geeft die gebeurtenis aan Frozen Frame nog een extra lading.”
“Mijn beste herinneringen zijn het samenspelen tijdens concerten met Ton en Pim. Die momenten waren goud voor mij. Pim Koopman is de beste drummer met wie ik ooit heb gespeeld. En zeker ook de periode die samen met Rob Vunderink heb gespeeld. Een fijne en slimme man en… een fantastische gitarist.”
“Kayak zonder Ton en Pim leek ondenkbaar. Deze twee muzikale reuzen vulden elkaar goed aan en zij kwamen tot geweldige composities. De rol van Pim was ook zeer belangrijk, maar Kayak zonder Ton is toch een beetje als een Ferrari zonder steigerend paard…”
“Al tijdens mijn periode bij Kayak was ik verbonden aan het Marco Borsato-project, dat alleen maar groter en groter werd. In 2002 werd duidelijk dat ik een keuze moest maken, want beide bands combineren ging niet meer. Ik heb uiteindelijk twintig jaar bij Marco Borsato gespeeld, maar in 2015 heb ik die band verlaten. Ik deed al veel studiowerk en dat werd alleen maar meer. Ik heb diverse tv-tunes gemaakt voor NPO en Ziggo en vanaf 2018 raakte ik betrokken bij Symfo Classics, waarin ik Joost Vergoossen verving, die mij ooit bij Kayak opvolgde. Ondertussen doe ik jaarlijks een theaterproductie onder de naam Abba The Music en een Stevie Ray Vaughan undercover-sessie. Ja, je hoort het goed; ik hou van veel muzikale stijlen!”
Met deel 2 van deze Kayak Special sluit ik vijftig jaar Kayak af, gezien door de bril van alle musici die nauw bij de band betrokken waren. Het is op deze website tevens een eerbetoon aan een toonaangevende band in het symfonische en progressieve rock-popgenre!