MENNO VON BRUCKEN FOCK

ROBERT LAMM, Chicago XXXVI Now

ROBERT LAMM (CHICAGO)
vrijdag, juni 6, 2014
CHICAGO, 2014 (NL)

In 1967 begonnen de in Chicago woonachtige muzikanten Walt Parazaider, Terry Kath, Danny Seraphine, Lee Loughnane, James Pankow, Robert Lamm en Peter Cetera een band die The Big Thing werd genoemd. Jimmy Guercio, de producer van CBS Records, was onder de indruk van de band en drong erop aan dat men zou verhuizen naar Los Angeles. The Big Thing werd toen al snel omgedoopt in Chicago Transit Authority. De groep scoorde direct een hit met Questions 67 And 68 en wist zelfs zonder hitsingle een gouden album af te leveren. Ruim 44 jaar geleden verraste dit bonte gezelschap muzikanten de wereld met de megahit 25 Or 6 To 4. Chicago viel op vanwege de groepsbezetting met maar liefst zeven tot negen leden en met de gedurfde combinatie van pop, rock en jazz. De blazerssectie was tamelijk ongewoon voor een rockband, maar waar Blood, Sweat & Tears na enkele jaren succes al onderuit ging aan interne strubbelingen, wist Chicago zich te handhaven. De meest succesvolle commerciële periode was midden jaren tachtig toen de groep hit na hit scoorde. De meeste ervan werden gezongen door Peter Cetera die de band in 1985 verliet om vervolgens een succesvolle solocarrière te beginnen. Zijn vervanger op bas en zang werd Jason Scheff die op 23 jarige leeftijd bij de band kwam en ook vandaag de dag nog steeds actief is bij Chicago. Naast Robert Lamm, de componist, toetsenist en zanger van het eerste uur, is ook de volledige originele blazerssectie nog intact. Drummer Tris Imboden is sinds 1990 een vaste waarde en verder Keith Howland die vanaf 1995 de leadgitarist van Chicago is. Lou Pardini, een begenadigd componiste en toetsenist is pas vijf jaar bij de bandt en sinds kort is de wereldberoemde percussionist Walfredo Reyes Jr. toegetreden die zeker bij de liveshows een grote toegevoegde waarde is. Hoewel de fans de afgelopen acht jaar aardig zoet zijn gehouden met waardevolle onuitgebrachte opnamen uit een vroegere periode en met diverse wereldtournees, leverde de band recentelijk een uitstekend fonkelnieuw studioalbum af: Now (Chicago XXXVI). In een goed gesprek ging Robert Lamm in op de historie van de band en de link met progressieve rockmuziek.

Robert, jouw muzikale loopbaan begon op de Roosevelt University. Wat voor opleiding volgde je daar?

“Ik was vooral geïnteresseerd in compositieleer. Ik heb daar wat meer de klassieke kant verkend, de beginselen van orkestreren zijn me bijgebracht en uiteraard heb ik daar ook pianoles gehad. Het was aan alle kanten een zeer rijke periode in mijn leven, want behalve het vergaren van kennis maakte ik na mijn verhuizing van New York naar Chicago eind jaren vijftig kennis met het leven als muzikant in de stad en zo kwam ik al snel in het circuit van jonge muzikanten terecht. Als gevolg van mijn toetreding tot Chicago moest ik mijn studie eraan geven, want die was niet langer te combineren met het werk in de band.”

Hoe ben je feitelijk bij deze band terechtgekomen?

“De echte oprichters, Terry Kath, Walt Parazaider en David Seraphine nodigden me uit om mee te doen, omdat ik keyboards speelde en omdat ze bij gerucht hadden vernomen dat ik ook componeerde, terwijl ik op dat moment nog nooit een song had geschreven!”

Soms moet je ook wel een beetje geluk hebben! Wie waren jouw idolen in je tienertijd? Anders geformuleerd: hoe ben je op het idee gekomen om muzikant te worden?

“In mijn jeugd luisterde ik eerst veel naar Ray Charles, vervolgens de Motown-artiesten van wie Marvin Gaye waarschijnlijk de meeste invloed op mij gehad heeft. Antonio Carlos Jobim en Joao Gilberto waren ook zeer belngrijk voor mij. Alleen al door naar dit soort Braziliaanse muziek te luisteren, heb ik zo veel geleerd over muziek en harmonieën dat ik denk dat die laatste drie mijn muzikale basis zijn geweest."

Je bent eerst begonnen met Hammondorgel en piano, later ben je ook gaan experimenteren met verschillende keyboards waaronder de Moog-synthesizer. Tegenwoordig stop je zowat alles in een laptop. Wat gebruik je nu?

“Op het podium gebruik in een Yamaha Motif; thuis gebruik ik allerlei plug ins via mijn pc. Veel daarvan, inclusief software, heb ik ook op mijn laptop staan die ik meeneem als ik onderweg ben. Grappig trouwens, want afgelopen nacht droomde ik dat ik op een Steinway-vleugel speelde. Ik weet niet meer of dat nu thuis was of tijdens een optreden. Ik vond dat zo immens geweldig, zo inspirerend om 'gewoon' op een akoestisch instrument te spelen! In die droom stonden de tranen in mijn ogen van genoegen, want het is zo'n fundamenteel andere ervaring dan het spelen op elektronische keyboards!”

Als eigenaar van een Grotrian Steinway-vleugel kan ik mij dat heel goed voorstellen! In de rijke historie van Chicago zijn er wel degelijk veranderingen in stijl opgetreden, vooral in de jaren tachtig toen de blazers naar de achtergrond werden verbannen ten faveure van synthesizers?

“Toen het klimaat binnen de muziekwereld veranderde en de meer experimentele en grensverleggende muziek van de jaren zeventig het veld moest ruimen, omdat de commerciële belangen van platenmaatschappijen, radiostations, MTV en producers veel groter werden, kreeg je een karakterverandering. De muziek veranderde en in plaats van componeren vanuit improvisaties kreeg je meer zelfbewust schrijven, vooral rekening houden met radiovriendelijkheid en uiteindelijk werd het leven als creatief muzikant er niet leuker op. Eind jaren tachtig werd ook deze hele wereld op zijn kop gezet door het digitale downloaden. Vandaag de dag bestaat er een wilde, wijd open markt waarin je als muzikant de beschikking hebt over een enorm arsenaal aan technologie. Om creatief te blijven moet je deze technologie wel beheersen en je niet laten meeslepen door de mogelijkheden die er kant-en-klaar worden aangeboden. Feit is wel dat een artiest tegenwoordig muziek kan maken zonder platenmaatschappij en zonder afhankelijk te zijn van radiostations. Ook stations als MTV zijn niet meer noodzakelijk, omdat je tal van websites hebt waar je muziek kunt vinden of zelfs kunt zien zoals YouTube. En daarmee lijkt de cirkel weer rond!”

Ik heb begrepen dat je toen niet erg gelukkig was met dat wat meer popgeoriënteerde geluid. Die nummers spelen jullie echter nog steeds, dus hoe kijk je daar nu, dertig jaar later, tegenaan?

“Ook al was ik persoonlijk misschien niet echt tevreden over de koerswijziging in het begin van de jaren tachtig, van groter belang was toen dat de band bij elkaar bleef en dat de samenwerking gehandhaafd bleef. Terwijl wij als bandleden rijpten qua ervaring werd er ook toen scherp gelet op de kwaliteit van het uit te brengen materiaal. Tijdens onze concerten spelen we muziek uit alle periodes van Chicago en de mensen staan vaak versteld van het brede muzikale spectrum dat wij aanbieden! We spelen songs van ons eerste album, van het vijftiende, zestiende tot en met ons huidige album, nummertje zesendertig! Allemaal van dezelfde band, maar er zit zoveel vaardigheid en soul in dit gezelschap dat het altijd raakt!”

Speelde David Foster een belangrijke rol bij die koerswijziging beginjaren tachtig?

“Zeker. David is een zeer getalenteerde producer en componist. Hij had veel respect voor wat de band tot dan had bereikt maar hij was van mening dat er een verandering moest komen, omdat de muziekwereld aan het transformeren was. Op dat punt had hij volkomen gelijk, maar als producer koos hij een jarentachtigbenadering, waarbij de eigentijdse muziek met meer synths en minder blazers belangrijker werd dan het gebruik maken van alle talenten binnen de band. Met die benadering had ik dus wel moeite, omdat niet alle bandleden gelijkwaardig werden behandeld. Mijn conclusie moet luiden dat ik wel blij ben met wat hij voor ons heeft gedaan, maar dat hij als producer meer geschikt is voor soloartiesten dan voor een band.”

Op internet staat nogal wat informatie over jullie studio die jullie ‘The Rig’ noemen. Waarin verschilt deze studio met een doorsnee homestudio?

“Er zijn wel degelijk overeenkomsten zijn met een homestudio, maar die zou dan wel over de allerhoogste kwaliteit microfoons moeten beschikken, 96-bit kwaliteit en de mogelijkheid om alle apparatuur in een paar koffers te pakken en mee te nemen in bijvoorbeeld een vliegtuig of een toerbus. We hebben de allerfijnste en beste onderdelen bijeengebracht en verwerkt zodat we op elk moment toegang hebben tot een studio van topkwaliteit. Ons laatste album is ook zo opgenomen. Doordat we deze studio bij ons hebben is die in een ruimte ook binnen enkele uren volledig gebruiksklaar te maken en kunnen er in de allerhoogste kwaliteit opnamen worden gemaakt. Natuurlijk kost het opzetten en afbreken de nodige tijd, maar omdat we niet in dezelfde staat wonen, laat staan in dezelfde stad, is dit de enige manier waarop we als band kunnen werken aan nieuw materiaal. Per jaar zijn we ongeveer zes maanden op tournee en alleen als we een paar dagen op dezelfde locatie zijn, kunnen we de studio optimaal benutten.”

Wat zijn voor jou als musicus de afgelopen veertig jaar de grootste veranderingen in songschrijven geweest?

“Mmm… ik denk dat het grote verschil is dat ik nu een paar honderd songs geschreven heb. Ik moet mezelf corrigeren, want het materiaal voor Chicago inclusief de arrangementen zijn echte composities, geen simpele liedjes die je met een kwartetje speelt. Verder heb ik me in de loop der jaren veel meer bekwaamd als tekstschrijver en daar heb ik ook daadwerkelijk hard aan gewerkt. Mijn teksten hebben nu ook veel meer inhoud en ik voel me daarmee ook veel meer op mijn gemak dan vroeger. Ik ben nu veel vaardiger in het schrijven van arrangementen voor de blazerssectie. Om kort te gaan: eigenlijk is het grote verschil mijn volwassenheid! Als ik achter de vleugel zit en gewoon wat voor de vuist weg speel, doet mijn hele lichaam als het ware mee en dan is het wachten op een fragment waarvan ik denk dat het verder uitgewerkt zou kunnen worden voor een song. Gemakkelijker dan in vroeger dagen kan ik nu achter mijn keyboard zitten, headphones op en zoeken naar de perfecte drumsample of een aansprekend synthgeluid dat ik kan gebruiken voor het arrangement.”

Om op jullie nieuwe album terecht te komen: waarom eigenlijk en nieuw album als je als band al zo’n enorm oeuvre hebt?

“Wel, voor mij persoonlijk was het allerbelangrijkste dat we als band creatief bezig zouden zijn, zonder de intentie om een nieuw album op te nemen. Gewoon met elkaar aan nieuwe songs werken, is niet alleen heel bevredigend, het werkt ook inspirerend en het houdt de ‘schwung’ er in zogezegd, en misschien wel het belangrijkst: iedereen blijft gefocust. Eigenlijk was het plan om af en toe zo'n nieuw stuk via iTunes te lanceren of via onze website. Frontiers Records kreeg hier echter lucht van en zij waren zeer geïnteresseerd om een nieuw album uit te brengen. Dat heeft dus een belangrijke rol gespeeld en we zijn vervolgens gaan zoeken naar al het nieuwe materiaal dat voor een deel gereed was en voor een deel niet. We zijn gaandeweg gaan werken aan de songs voor een nieuw album. Nu dit album uitgebracht is kan ik alleen maar zeggen dat het een goede zaak is. Niet alleen voor de fans, ook voor de hele muziekwereld en het publiek om te laten zien en horen waar de band nu staat en nogmaals: ik vind dat een band creatief moet blijven. Muzikanten willen uiteraard graag spelen, maar dat is niet het enige wat telt, hoe bevredigend en opwindend concerten ook kunnen zijn, ze willen ook iets nieuws maken!”

Ik zag dat op het nieuwe album slechts één song staat die solo is geschreven. De overige zijn samenwerkingen geweest? Hoe werkt dat in de praktijk? Zitten jullie samen achter een keyboard of zenden jullie files heen en weer? 

"Generaliserend kun je stellen dat het heen en weer sturen van bestanden de meest gebruikte methode is, zoals voor het nummer Something's Coming, I Know, dat ik samen met Gerry Beckley (America) schreef. Voor dit album is dat echter niet steeds het geval geweest. Aan de songs Crazy Happy, More Will Be Revealed en Watching All The Colors heb ik daadwerkelijk samen met mijn partners zitten werken, maar over het algemeen kun je zeggen dat het opsturen van bestandjes veel gemakkelijker en sneller is dan naar de andere kant van de stad rijden. Natuurlijk wisselen we onderling ook stukjes muziek uit als we op tournee zijn."

 Hoe is Trent Gardner betrokken geraakt bij het nummer Naked In The Garden Of Allah?

“Trent? Ik zou een heel interview kunnen vullen met verhalen over Trent Gardner (Magellan). Hij is een verbazingwekkende muzikant die onder meer keyboards en trombone speelt en Joost mag weten wat allemaal nog meer! Ik hoorde hem een keer spelen bij een Big Band, ik denk een jaar of tien geleden. We werden vrienden op Myspace en uiteindelijk ontmoetten we elkaar en dit leidde tot een intensieve samenwerking, want hij leverde een belangrijke bijdrage aan mijn laatste soloproject Living Proof. Ik ben zeer onder de indruk geraakt van zijn persoonlijkheid. Hij bezit een ongelooflijke technologische kennis en daarmee heeft hij ook eigenhandig de nieuwe website voor Chicago op poten gezet. Hij bestiert ons hele social media netwerk en hij heeft mij geholpen het artwork voor het nieuwe album te ontwerpen. Omdat hij componist en muzikant is, heb ik hem gevraagd om een fragment voor de blazerssectie te componeren in Naked In The Garden Of Allah. Ik had namelijk ergens doelbewust ruimte gelaten voor een strijkkwartet of zo. Het moest iets aparts worden en zo kwam ik bij Trent terecht. Hij kwam met dat tussenstukje dat ik werkelijk briljant vind. Je kunt haast wel zeggen dat Trent tot de uitgebreide vorm van de Chicago-familie behoort.”

Engels is niet mijn moedertaal en om die reden zijn niet alle teksten begrijpelijk. Kun je me uitleggen wat je met Naked In The Garden bedoelt?

“Het gaat over geweld versus kwetsbaarheid, dat is eigenlijk de essentie.”

Ik denk dat het me dan iets duidelijker wordt. Ook op dit album hoor ik tot mijn genoegen geregeld een synthbas. Ik kan echter nergens vinden wie dat instrument bespeelt.

“Jason speelt op een paar nummers een synthbas en op het nummer Another Trippy Day is dat mijn medecomponist John van Eps, verder mag je de schuld in mijn schoenen schuiven. Voor een aantal songs lever ik namelijk een synthbas aan en soms wordt die overgespeeld door een echte bas, soms ook niet.”

Vanwaar de titel Now? Zit daar een bepaalde filosofie achter?

“De achterliggende gedachte is eenvoudig. Wat het grote publiek ook van Chicago denkt en wat men al dan niet van onze muziek kent: dit is waar de band nu staat dus vandaar, gegeven de actualiteit van het heden, de simpele titel Now.”

Hoe bepaal je binnen zo'n grote band wanneer een song 'af' is en wanneer er gestopt moet worden met arrangeren en veranderen?

“Als je zelf songs schrijft dan weet je hoe belangrijk het is om op een gegeven moment te bepalen dat een song klaar is. Als muzikanten ben je geneigd om eindeloos met elkaar te pielen en te experimenteren, maar als artiest, of nu je muziek schrijft, een beeldhouwer bent, een schilder of een schrijver van een toneelstuk, er komt een moment dat er een stemmetje in je achterhoofd zegt: en nu is het genoeg, dit stuk is af. Natuurlijk is er altijd die twijfel die je hebt, zo van 'ja, maar als ik nu nog iets meer tijd had gehad dan had ik er misschien nog iets beters van kunnen maken'. Samengevat kun je stellen dat ook deadlines een belangrijke factor zijn om die beslissing te helpen nemen.”

Zeker in de begintijd van de band zou ik Chicago een progressieve rockgroep willen noemen. Hoe kijk jij daar tegenaan?

“Ik ben het geheel met je eens. Toen wij begonnen in het muzikale klimaat van eind jaren zestig, was wat wij speelden zeker progrock te noemen met een mix van stijlen, experimenten, improvisatie, enzovoort. Ik weet ook uit tal van reacties dat veel jongere progbands uit die periode Chicago als een van hun voorbeelden beschouwden. Net als vele andere groepen waren wij immers bezig om de grenzen van de rockmuziek te verleggen. In de hoedanigheid van nu bezitten we zeker de mogelijkheden om progressieve muziek te maken en te spelen maar dat is momenteel niet onze missie. Wel een enkel nummer. Op ons nieuwe album staat bijvoorbeeld de song Nice Girl, geschreven door onder anderen onze gitarist Keith Howland, die naar mijn smaak dicht in de buurt komt van wat je prog zou kunnen noemen met onverwachte wendingen en lekkere solo's.”

Toch is jazz een niet te miskennen invloed voor veel bandleden geweest?

“Natuurlijk. Jazzmuziek uit de jaren vijftig en zestig was heel populair en kreeg je met de paplepel ingegoten, zeker in een stad als Chicago waar jazzmuziek de cultuur was. Op elke zender, in elke kroeg of club en op straat hoorde je jazzmuziek. Dus bewust en onbewust is dit type muziek altijd een inspiratiebron geweest en is dat nog steeds.”

Je noemde zo even ook jullie website die er verbluffend compleet uit ziet. Niet alleen de informatie is zeer uitgebreid, maar ook het feit dat je het hele oeuvre kunt aanbieden via de eigen webshop. Dat lijkt me vrij uniek. Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen?

“Ik zou het antwoord met twee woorden kunnen afdoen: Trent Gardner. Toen wij bevriend raakten, merkte hij op dat hij het uiterst merkwaardig vond dat een band die zo invloedrijk is geweest als Chicago geen website had die van een enigszins gelijkwaardig niveau was. Op zijn eigen initiatief is Trent op zoek gegaan en kwam uiteindelijk met deze site voor de dag, waardoor hij prompt is gebombardeerd tot onze 'tovenaar techneut'. Bovendien heeft hij zich bijzonder betrokken getoond bij zowel de band als de muziek van Chicago.”

Dat is een voor mij onbekende kwaliteit van Gardner! Het feit dat Chicago alle albums via de eigen site kan aanbieden, betekent dat ook dat Chicago de rechten van de muziek in eigen beheer heeft? Hoe hebben jullie dat klaargespeeld?

“Na ons vijfde of zesde album kregen we dat advies van partners die het klappen van de zweep binnen de muziekindustrie maar al te goed kenden. Dankzij dit advies hebben we onderhandelingen gevoerd, waarbij we de rechten op zowel 'songwriting' als 'publishing' hebben verkregen. Toen we bij Columbia Records weggingen en overstapten naar Warner Brothers, hebben we uitonderhandeld dat we de mastertapes in eigendom kregen van ruwweg de eerste vijftien albums. Niemand van ons had een echt zakelijk instinct, maar we hebben destijds dus gewoon een heel goed advies gekregen en we hebben daar gelukkig ook naar geluisterd. Zoals je weet leer je gaandeweg steeds meer en omdat er niemand anders voor je zorgt, moet je dus zelf maatregelen nemen om je eigen belangen in de gaten te houden!”

Je doet dit werk nu al zo'n 47 jaar. Vind je dat ondanks alle moeite die je ervoor moet doen, het spelen en componeren van muziek nog steeds voldoende bevrediging en beloning biedt?

“Muziek blijft continu fascineren. Er zijn steeds nieuwe uitdagingen. Zowel bewust als onbewust is muziek een krachtig communicatiemiddel gebleken. Er is steeds een stukje muziek te vinden dat je ontroert en waarvan je je afvraagt hoe dat gemaakt is en waarom het dat bepaalde effect op je heeft. Zeker de laatste 25 jaar, nadat Peter Cetera de band heeft verlaten en Terry Kath is overleden, ben ik steeds bewuster geworden van wat muziek met je kan doen en wat het voor je betekent, niet alleen als muzikant maar ook voor de mensen met wie je omgaat. Ik beschouw het als een voorrecht om partner te zijn van mensen die individueel en als collectief hun leven hebben willen wijden aan muziek.”

Ik vind het opvallend dat in deze branche zo weinig mensen over pensioen praten in tegenstelling tot zoveel andere beroepen! Als zestigplusser is het toch niet vreemd om aan pensionering te gaan denken?

“Dat hele gedoe over leeftijd maakt me gek! Pensionering heeft niets te maken met je leeftijd, maar met je leven van alledag! Wat hebben we geen vooruitgang geboekt in technologie, in voeding, gezondheid en in de geneeskunde en daarover beschikken we met z'n allen en we kunnen er ons voordeel mee doen. In onze band is er eigenlijk niemand die er uit ziet als iemand die dit werk al vijftig jaar doet en, misschien nog wel belangrijker, niemand van ons voelt dat zo. Het voelt eerder als een aantal jaren dan als enkele decennia! Al onze bandleden zijn nog steeds zeer gemotiveerd, betrokken en de hele groep waarmee wordt gewerkt creëert een sfeer waarin iedereen plezier beleeft en waarbij nog niemand aan pensionering denkt.”

Jullie zijn ook charitatief actief. Kun je iets over het project voor kanker vertellen?

“Kanker is een nare ziekte en spreekt tot ieders verbeelding, want iedereen kent wel iemand of heeft een familielid die hiermee geconfronteerd is. Op een goed moment werden wij benaderd door de American Cancer Society om te helpen om de bewustwording voor deze aandoening te verhogen en uiteraard ook wat financiële middelen te genereren. We hebben een aantal jaren tijdens onze shows mensen die een substantiële bijdrage konden leveren de gelegenheid geboden om If You Leave Me Now te zingen en dat met Chicago uit te voeren. Op dit moment moet er iemand over de brug komen, want dit jaar willen we dit op zich best hilarische element in onze show niet meer doen. Wij voelen heel nadrukkelijk de maatschappelijke verantwoordelijkheid en mede daarom zijn we ook betrokken bij een aantal andere goede doelen waarmee we echter niet te koop willen lopen. Rockbands genereren doorgaans een behoorlijke hoeveelheid geld, krijgen vaak ook veel aandacht de media, dus proberen wij ook uit overtuiging ons steentje bij te dragen maar we willen dat niet aan de grote klok hangen.”

Kun je een enkel hoogtepunt uit je carrière uitlichten?

“Poeh..., ik heb zoveel fantastische mensen ontmoet en met onwaarschijnlijk goede muzikanten op het podium gestaan. Er zijn er eigenlijk te veel om op te noemen. We hebben enkele jaren getoerd met Earth, Wind & Fire en dat beschouw ik zeker als een van de hoogtepunten, want die toer heeft ons leven duidelijk veranderd. We hopen in de nabije toekomst overigens ook weer met hen op tournee te gaan.”

Wat was er dan zo speciaal aan de tournee met Earth, Wind & Fire?

“Nou, als bandleden leefden we eigenlijk een beetje geïsoleerd; we hadden elkaar wel, maar buiten de band was er niet veel contact. Het werken met Earth, Wind & Fire betekende niet alleen het genoegen smaken om succes op het podium te kunnen delen met anderen, maar het betekende ook kennis maken met muziek van anderen en het spelen van muziek van anderen, want we voerden sommige nummers met beide bands uit. Doordat je lange tijd met elkaar moet optrekken tijdens het reizen ga je op een andere manier met muzikanten praten dan wanneer je ze alleen professioneel kent. Je ontwikkelt nieuwe vriendschappen, je deelt elkaars ideeën, maakt kennis met hun familieleden, wisselt ervaringen uit en dat is voor de meesten van ons een enorme verrijking gebleken. Dat geldt overigens voor beide groepen. We hebben in het verleden ook getoerd met Bruce Springsteen, The Doobie Brothers en Crosby, Stills & Nash, maar dat was van een heel ander niveau. Weliswaar heel vriendschappelijk, maar erg oppervlakkig. Deze ervaring met Earth, Wind & Fire was subliem.” 

Zijn er op het nieuwe album songs waarop je extra trots bent?

Crazy Happy, Another Trippy Day en Watching All The Colors zijn heel speciaal voor mij omdat ze ontzettend persoonlijk zijn. Ze gaan over mijn vrouw en mij. Het nummer waar ik vooral erg trots op ben is Naked In The Garden Of Allah vanwege de sfeer, de kracht van de tekst. De song voelt als een bijzonder geslaagd schilderij van een schilder die vindt dit werk er bovenuit steekt.”

Ik ben met je eens dat het een zeer bijzondere track is! De band heeft tijdens de tournees de meeste opnames heeft gemaakt. Betekent dat dat het opsmukken, het arrangeren van de muziek, meer een groepsgebeuren is geweest?

“Eerlijk gezegd niet. Ik kan me niet herinneren dat we met z'n negenen bij elkaar gezeten hebben om een arrangement uit te werken. Doorgaans is het zo dat de componist de instrumentatie bepaalt. Hij probeert zijn medemuzikanten van de best mogelijke prestatie te overtuigen en daarnaast bepaalt hij in grote lijnen hoe zij een partij moeten spelen. Sommige overdubs van de drums werden op het podium opgenomen als we moeten optreden. Vaak was het wel zo dat er meerdere bandleden betrokken waren bij de opnames en dat is fysiek best een belastend heen en weer geloop.”

Op welke zaken zou jij je de komende tien jaar willen richten?

“In elk geval met het schrijven van mijn songs en die van mijn medebandleden. Of dat tot weer een nieuw album zal leiden weet ik niet, maar nieuw materiaal zal er komen! Ik denk verder aan een tournee in Europa en, geloof het of niet, maar we zijn aan het kijken naar speeldata onder meer in Nederland, want we gaan nog een keer Europa in, waarbij we in elk geval naar Groot Brittannië en Italië zullen aandoen. Daar kijk ik geweldig naar uit. We zijn ook aan het brainstormen over Australië en we willen weer een tournee opzetten met Earth, Wind & Fire. Wat ik ook heel graag zou willen, is werken aan een soundtrack met een regisseur uit Hollywood of waar dan ook vandaan. Ik ben er echt van overtuigd dat deze band magnifieke muziek voor de juiste film zou kunnen maken en spelen. Een andere wens van mij is om als groep een compositie te maken voor Chicago met orkest en die gezamenlijk uitvoeren.”

Deze niet geringe ambities en met het vooruitzicht van een serieuze kans om de band live aan het werk te zien vormen een prachtig slot van dit niet-specifiek ‘progressieve rock’ interview.

Discografie:

Chicago Transit Authority (1969)

Chicago II (1970)

Chicago III (1971)

Chicago IV, Live At Carnegie Hall (1971)

Chicago V (1972)

Chicago VI (1973)

Chicago VII (1974)

Chicago VIII (1975)

Chicago IX, Greatest Hits (1975)

Chicago X (1976)

Chicago XI (1977)

Chicago XII (1978)

Chicago XIII (1979)

Chicago XIV (1980)

Chicago XV, Greatest Hits vol.2 (1981)

Chicago XVI (1982)

Chicago XVII (1984)

Chicago XVIII (1986)

Chicago XIX (1988)

Chicago XX, Greatest Hits 1982 – 1989 (1990)

Chicago Twenty I (1991)

Chicago XXII (1992)

Chicago XXIII, Heart Of Chicago, 1969-1997 30th Anniversary (1997)

Chicago XXIV, Heart Of Chicago, 1969-1998 30th Anniversary vol. 2 1998)

Chicago XXV (1998)

Chicago XXVI Live (1999)

Chicago XXVII Only In The Beginning (compilatie) (2002)

Chicago XXVIII The Box 5 cd´s en 1 dvd (compilatie) (2003)

Chicago XXIX Love Songs (compilatie) (2003)

Chicago XXX (2006)

Chicago XXXI Best of Chicago, 40th Anniversary Edition (2007)

Chicago XXXII Stone of Sisyphus (2008)

Chicago XXXIII, O Christmas Three (2011)

Chicago XXXIV Live in '75 (2011)

Chicago XXXV: The Nashville Sessions (2013)

Chicago XXXVI Now (2014)