MENNO VON BRUCKEN FOCK

GARY WRIGHT, Connected

GARY WRIGHT
maandag, augustus 1, 2011
WRIGHT, GARY, 2011 (NL)

Gary Wright, geboren in april 1943, werd eind jaren zestig bekend als zanger-toetsenman van een van de eerste progressieve bands, namelijk Spooky Tooth. Maar liefst zeven albums zagen het daglicht voordat Wright besloot het als soloartiest te gaan proberen. Zijn eerste album werd volgens veel muziekliefhebbers ook zijn beste met oder andere de wereldhit Dream Weaver. Na een aantal soloalbums die redelijk succesvol waren, besloot Wright zich te wijden aan de opvoeding van zijn kinderen en hoewel hij wel actief bleef op het muzikale vlak, produceerde hij van de jaren negentig tot in het nieuwe millennium slechts een handvol albums.

Door een reünie in 2004 van Spooky Tooth, als gevolg van het overlijden van de originele bassist Greg Ridley in 2003, richtte Wright de aandacht weer op toeren en albums maken. De afgelopen jaren zagen de ep The Light Of A Million Suns, het new age album Waiting To Catch The Light en tot ieders verbazing verscheen in 2010 het zeer goed ontvangen en ook prachtig geproduceerde popalbum Connected. Sindsdien toert Wright weer met diverse beroemdheden en ook met zijn eigen band.

Dag Gary, mijn eerste vraag aan jou is eigenlijk: wat heeft je doen besluiten om na zoveel jaren weer met een popalbum te komen?

"Zoals je misschien weet, tour ik geregeld met Ringo Starr's All Starr Band. Dat was het geval in 2008 en ook in 2010. Ik wilde daarnaast met mijn eigen band ook concerten geven in elk geval in Amerika, dus daarom wilde ik graag nieuwe muziek hebben om te gaan spelen voordat die tweede tour met Ringo in 2010 zou beginnen. Afgezien van het feit dat de publieke belangstelling terugliep voor new age en wereldmuziek, had ik het zelf ook wel een beetje gezien met mijn experimenten en dus pakte ik de draad weer op met een vrij minimalistische benadering: mijn toetsenarsenaal, enkele gasten en een goede drummer, eigenlijk een vergelijkbaar concept als midden jaren zeventig. Ik had ook het gevoel dat ik een meer funky album moest maken."

Hoe lang heb je erover gedaan om Connected te componeren en op te nemen? Gebeurde dit in je eigen studio met jou als producer?

"Ongeveer anderhalf jaar vanaf de eerste noot totdat de opnames klaar waren in februari 2010. Tijdens de opnames werkte ik dan wel gemiddeld zes uur per dag en vijf dagen per week aan het album. Inderdaad heb ik een uitstekend geoutilleerde studio, de High Wave Studio in mijn huis. Vrijwel alles is daar opgenomen op de drums van Ringo na. Het vak van producer heb ik al vroeg geleerd van Jimmy Miller, de producer van Spooky Tooth in de late jaren zestig. Ik kende hem al vanuit de VS voordat hij overkwam naar de UK om de Spencer Davis Group te produceren. Hij werkte toen voor Chris Blackwell, de toenmalige baas van Island Records en hij produceerde eerst Traffic voordat hij met Spooky Tooth aan de slag ging. Miller is echter het meest bekend van zijn jarenlange relatie met The Rolling Stones."

Kun je de keuze van de gastmuzikanten wat toelichten?

"Natuurlijk! Om te beginnen Ringo Starr: hij drumde op het nummer Satisfied. Ik werkte al met Ringo op It Don't Come Easy en Back Off Bugaloo en we werkten ook samen tijdens de Harry Nilsson-sessies en met B.B. King. Toen we in de studio aan het werk waren liet ik hem Satisfied horen in de versie met een drummachine. Toen vroeg hij of hij dat nummer mocht drummen en ik zei simpelweg ja hoor, natuurlijk. Jeff "Skunk" Baxter speelde al gitaar op mijn album Heading Home en toe ik hem belde of hij hier en daar wilde helpen, was ook hij onmiddellijk enthousiast. Hetzelfde verhaal geldt eigenlijk ook voor Joe Walsh. Ik kende Joe al van vroeger, want we gingen weleens samen stappen. Door mijn connectie met Ringo werd die vriendschap onderhouden, want Ringo is in 1981 getrouwd met Barbara Bach en Joe is getrouwd met Barbara's zusje Marjorie! Met Valerie Pinkston en Lisa Vaughn heb ik eerder gewerkt bij live optredens en ik wist dat het geweldige zangeressen zijn."

Will Kennedy zag ik vorig jaar in de band van Lee Ritenour. Hoe ben je aan hem gekomen?

"Ik belde Jimmy Haslip (Yellowjackets), een goede vriend van me, of hij mij een drummer kon aanbevelen en hij noemde Will Kennedy. Ik ging naar een concert van hem en was meteen weg van zijn stijl. ik voelde dat hij de perfecte drummer zou zijn voor dit album. Ook al had ik alle drumpartijen al opgenomen met een drumcomputer, ik wilde graag het echt vette geluid en dat is precies wat ik dankzij hem heb bereikt."

Voor Kirra Layne is de inspiratiebron voor de hand liggend, want het is je kleindochter. Kun je iets over het tot stand komen van de andere composities vertellen?

"De song Satisfied heb ik samen met Bobby Hart geschreven rond 1995. Hart is een getalenteerd songschrijver die onder andere de hit Hurt So Bad op zijn naam heeft staan. Hij was producer van The Monkees. In 2009 heb ik pas weer aandacht aan dit liedje besteed en door het gebruik van de synthesizers kreeg ik er het juiste gevoel bij. Life's Not A Battlefield schreef ik samen met Joe Beck uit Nashville, die op zijn beurt weer was aanbevolen door Gary Nicholson, een andere vriend van me uit Nashville. Gary is een bekende singer-songwriter. Ik had wat instrumentale ideeën voor de song en we werkten samen aan een geschikte tekst. Thuis heb ik dat nummer afgemaakt. Het is een van mijn favoriete tracks geworden!"

Daarover kunnen we het dus gemakkelijk eens zijn! Nog een song met een apart verhaal?

"Laat me even denken... Oh ja, natuurlijk. Weet je dat mijn vrouw Rose een continue inspiratiebron voor me is? We reden een keer in het prachtige kleurrijke landschap van Colorado en onderweg dacht ik hoe goed de omschrijving 'no one does it better' bij haar paste. Ik was de muziek aan het afspelen en opeens was de juiste tekst er voor mij. Ik vroeg haar om pen en papier te pakken en heb de volledige tekst gedicteerd. Die was dus klaar voordat we thuis waren."

Dat noem je dus een road song?

"Ja, ik denk van wel. Wist je trouwens dat wij geregeld op het eiland Sardinië vertoeven? Een van de nummers die ik daar schreef was You Make Me Feel Better. Het is werkelijk een wonderschone plek en we gaan er minimaal eens per jaar heen."

Terugkijkend op Connected: ben je niet bang dat je ervan beschuldigd zou worden dat het te veel lijkt op je muziek uit de jaren zeventig'?

"Nee, in het geheel niet. Ofschoon de principes vergelijkbaar waren: mijn zang, vrijwel alle instrumenten en slechts hier en daar een gitaar, ben ik van mening dat het songschrijven op een veel hoger plan staat dan bijvoorbeeld op een album als Dream Weaver. Natuurlijk, we zijn 35 jaar verder. De productie is veel meer verfijnd maar laten we wel zijn, ook anno 2011 klinkt Eric Clapton als Clapton en Elton John als Elton John. Mijn handelsmerk is nu eenmaal dat ik veel synths gebruik en ik was waarschijnlijk de eerste die een synthesizerbas gebruikte op een popplaat."

Het album, maar zeker die synthbas, klinkt fabuleus! Heb je analoge apparatuur gebruikt of ook digitale synths?

"Dank je! Ik ben bekend met de onbegrensde mogelijkheden van de digitale wereld, maar ik moet bekennen dat ik nog altijd verliefd ben op het geluid van de oud analoge synths. Ik heb ook jarenlang samengewerkt met Korg. Op Connected heb ik gebruik mogen maken van Bob Calhoun, een puike technicus die voortreffelijk werk heeft geleverd. Ik denk overigens dat dit de eerste popplaat is, waaraan hij heeft bijgedragen! Ook heb ik hulp gehad van bassist Robert DeLeo (Stone Temple Pilots). Dat is een goede vriend van me die me toestemming gaf enkele van zijn adembenemende voorversterkers te gebruiken die, samen met mijn synthesizers, voor dat warme basgeluid hebben gezorgd."

Je noemde de naam van Ringo Starr al enkele malen. Hoe ben je bij de All Starr Band verzeild geraakt en wie spelen er nog meer in de huidige band?

"Ringo zoekt steeds nieuwe muzikanten die echter aan één voorwaarde moeten voldoen: ieder lid van de All Starr Band moet tenminste twee internationale hits gehad hebben. Gezien onze lang bestaande relatie en het voldoen aan het genoemde criterium ben ik er bij gevraagd. Zanger is Richard Page, de voormalig frontman van Mr. Mister, die hits had met Kyrie Eleison en Broken Wings. Edgar Winter op saxofoon had succes met Frankenstein en Free Ride, die overigens werden geproduceerd door een ander bandlid, namelijk gitarist Rick Derringer uit Edgar Winter's White Trash, die hits had met Hang On Sloopy en Rock 'n' Roll Hoochie Koo had. Verder hebben we nog Wally Palmar van The Romantics die hits had met Talking In Your Sleep en What I Like About You en tenslotte drummer Greg Bissonette. Tegen de tijd dat dit gepubliceerd is, hebben wij op Bospop gespeeld maar ik hoop in het najaar met mijn eigen band in Europa te gaan toeren. Daarvoor eerst nog een aantal concerten met Hippiefest 2011 in de VS. Daar speel ik samen met wederom Rick Derringer, Mark Farner, Dave Mason en Felix Cavaliere. Deze toer start in augustus. Ik zal daar twee Spooky Tooth- songs spelen en ook twee van mezelf."

Wat is de status van Spooky Tooth momenteel? Ik zag dat de originele drummer Mike Kellie op een gegeven moment was vervangen? Komt er nog een reünie tour?

"Ik denk het niet. Ik ben betrokken geweest bij de tour en het live-album en het is niet iets waar ik op dit moment weer een rol bij zou willen spelen, want ik ben te zeer met mijn eigen carrière bezig. Nog een album of een tour lijkt mij dus onwaarschijnlijk. Mike had het op een gegeven moment te druk met zijn andere band The Only Ones en de twee tourschema's waren gewoon onverenigbaar."

Wat vindt je het belangrijkste verschil tussen het publiek in Europa en dat in de VS, want je komt toch uit de VS?

"Ja, dat klopt. Ik ben geboren in New Jersey. In 1966 studeerde ik psychiatrie aan de vrije universiteit in Berlijn. Ik was op een goed moment aan het toeren met een Amerikaanse band toen Chris Blackwell mij zag spelen. Hij heeft me overreed om in Europa te blijven. In 1967 voegde ik me bij de muzikanten die later zouden worden omgedoopt tot Spooky Tooth. Vervolgens woonde ik zeven jaar in London, kwam in contact met George Harrison en Ringo Starr dus mijn muzikale centrum ligt eigenlijk daar. Qua publiek denk ik dat Europeanen toch wat meer cultureel zijn ingesteld: iedereen houdt van goede muziek, maar de Europeanen kijken meer naar het artistieke deel dan de gemiddelde Amerikaan."

Vandaag de dag zijn bands bestaande uit muzikanten uit verschillende landen gemeengoed, maar in de jaren zestig was dat nogal ongebruikelijk is het niet?

"Absoluut. Voor Spooky Tooth was ik de belangrijkste songschrijver en ik denk dat de andere bandleden dat respecteerden. Ik heb denk ik iets aparts ingebracht en de chemie werkte destijds geweldig. Wij waren een van de eerste bands met twee zangers en de Righteous Brothers-achtige met blues doorspekte muziek was uniek. Helaas bleken drugsproblemen het grote succes voor de band in de weg te staan naast onjuiste keuzes. Een opeenstapeling van zaken die verkeerd afliepen waardoor ik gefrustreerd raakte en uiteindelijk besloot om op te stappen."

Wat zijn de meest memorabele momenten uit je carrière?

"Veruit het meest dierbare moment was toen ik het liedje Kirra Layne had geschreven en dit voor mijn kleindochter en haar vader en moeder ten gehore bracht. Ze begonnen te huilen en het was gewoon een heel emotioneel gebeuren. Het is een vreselijk lief kind en ik hou heel veel van haar en dat liedje heeft een zeer speciale betekenis voor mij. Een van de meest hilarische momenten was in de jaren zeventig, de tijd van de glamour rock: ik moest optreden en het meisje dat mijn kostuums destijds maakte, had iets bedacht tussen de extravagante kleding van Elvis Presley en die van Sly Stone. Op een goed moment sprong ik in de lucht en ik hoorde iets scheuren. In een flits realiseerde ik mij dat de hele achterkant van mijn broek open hing. Gelukkig had ik wel ondergoed aan en door zijdelings van het toneel af te lopen en me snel te verkleden voorkwam ik een blamage. De grootste uitdaging op muzikaal gebied was het leren spelen van het nummer Pick Up The Pieces. Ik speelde in 2008 voor het eerst mee met de All Starr Band en de bassist toentertijd was Hamish Stuart van The Average White Band. Ik moest op mijn synth de tweede saxpartij spelen samen met Edgar Winter die de eerste partij speelde. Afijn, ik oefende en oefende en dacht op een goed moment dat ik het nooit voor elkaar zou krijgen. Uiteindelijk lukte het me toch en wat was ik trots!"

Wat zijn je toekomstplannen?

"Na de tournees met de All Starr Band en Hippiefest ben ik van plan op tournee te gaan met mijn eigen band. Verder ben ik druk bezig om mijn memoires te schrijven. Alles wat ik heb meegemaakt, al mijn ervaringen. Dat zal in een boekvorm verschijnen. Daarnaast werk ik mee aan een biografische film van Martin Scorcese over George Harrison. Als ik mijn boek af heb, wordt het waarschijnlijk tijd om aan een opvolger van Connected te gaan werken!"