MENNO VON BRUCKEN FOCK

FRANK BORNEMANN, The Vision, The Sword And The Pyre 1

FRANK & BRIGITTA BORNEMANN
zondag, augustus 6, 2017
ELOY, 2017 (NL)

Het Duitse vlaggenschip van de symfonische rock − want zo mag je Eloy, de band rond frontman Frank Bornemann best noemen, is nog steeds in de vaart. Daar waar andere grote Duitse bands als Anyone’s Daughter – die overigens nog wel bestaat − Grobschnitt, Ramses, Novalis, Wallenstein en Jane al dan niet na reünies geen nieuwe muziek meer uitbrengen, is Bornemann (72!) nog steeds actief. Tussen de laatste studioalbums Ocean 2, The Answer (1998) en Visionary (2009) zat maar liefst elf jaar en ondanks de goede bedoelingen werd weer acht jaar later het eerste deel van The Vision, The Sword And The Pyre op 25 augustus 2017 uitgebracht. Ten tijde van het vorige interview met Bornemann in 2009 ontvouwde hij al plannen voor een grootschalige productie met als hoofdpersoon Jeanne d’Arc, toen nog aangekondigd als soloproject gericht op de Franse markt. Bornemann en zijn eega Brigitta hebben al jaren een appartement in Parijs en verblijven daar dus een deel van hun tijd. De overweldigende reacties van de fans op Visionary zette Eloy echter weer op de kaart van de progressieve rock. Na twee korte tournees in 2011 en 2012, deels vastgelegd op de niet-professioneel opgenomen dvd Live Impressions (2013) en de wel-professioneel opgenomen dubbel-cd Reincarnation On Stage, was het de bedoeling om al veel eerder een nieuw studioalbum uit te brengen. In aanwezigheid van geluidsman Niklas Fischer, echtgenote Brigitta en de Shih Tzu ‘Gismo’ legt de altijd vriendelijke en nog steeds gedreven Bornemann uit waarom het allemaal anders liep.

Frank, eindelijk is het er toch van gekomen. Op 25 augustus 2017 verscheen het nieuwe Eloy-album The Vison, The Sword And The Pyre, part 1! Kun je kort schetsen wat er na Visionary met Eloy is gebeurd?

“De respons op Visionary was van dien aard dat ik me tegenover al die trouwe fans verplicht voelde het daarbij niet te laten. Zo ontstond het idee om met Eloy een aantal concerten te doen, waarbij mijn streven was om onze muziek zo authentiek mogelijk live te brengen. Ik heb mijn uiterste best gedaan om zoveel mogelijk originele leden op het podium bijeen te krijgen. Mijn doel was om datgene, wat vroeger door personele beperkingen niet mogelijk was in deze shows wel te realiseren. Met de beide toetsenisten Michael Gerlach en Hannes Folberth op het podium konden we zowel solo’s als orkestraties natuurgetrouw live spelen. Dat gold ook voor de gitaarpartijen omdat niet alleen ik, maar ook Steve Mann op het podium stond. Zangeres Jocelyn B. Smith die zong op The Tides Return Forever (1994) bleek onvindbaar, maar met Alexandra Seubert, Tina Lux en Anke Renner hebben we denk ik een erg overtuigende serie optredens gedaan. Speciaal voor deze liveshows hebben we ook een deel van de tekst van Atlantis’ Agony geactualiseerd en is er een grote finale met de slidegitaar van Steve Mann toegevoegd die niet op het album Ocean (1977) staat! The Bells Of Notre Dame van Power And The Passion (1975) hadden we sinds dat jaar niet meer live gespeeld en dat nummer wilde ik er absoluut bij hebben. Zo kun je de ruim twee uur muziek een echt originele terugblik noemen.”

Jullie hebben de shows zonder onderbreking gebracht. Waarom dan geen dvd?

“Eigenlijk had ik liever een pauze in de shows willen hebben, maar het agentschap van bassist Klaus Peter Matziol dat de tournee had geregeld, vond dat maar niets want dan zou de juiste stemming verloren gaan. Die man heeft een fabelachtige constitutie. Bij aanvang van de tournee in Hamburg kwam hij ’s nachts uit Berlijn gevlogen. Hij had maar twee uur geslapen en bij het concert in Pratteln vloog hij van Duitsland naar Zwitserland, speelde op het podium en maakte als enige muzikant geen enkele fout! Waanzinnig! Hij is voor mij een van de grootste nog levende bassisten in de rockmuziek samen met Geddy Lee (Rush). Hij heeft het kaliber van helaas al overleden grootheden als John Entwistle (The Who), Chris Squire (Yes), John Wetton (Asia, King Crimson, UK), Greg Lake (Emerson, Lake & Palmer) en Jack Bruce (Cream). Door een ongeluk met de fiets belandde ik in het ziekenhuis en dat maakte het onmogelijk om op NEARfest te spelen. Daardoor moest ook de tournee in Duitsland worden uitgesteld. Tot overmaat van ramp was mijn stem totaal kapot op de dag dat de dvd-opnamen gepland waren. Van de tien concerten bleken er zeven bruikbaar, de overige drie hadden te veel technische onvolkomenheden. Daarom kon Reincarnation On Stage alleen als audio worden uitgebracht. De recentelijk uitgebrachte driedubbel-lp op vinyl was overigens in enkele weken uitverkocht.”

In 2009 vertelde je me dat je de albums Ra (1988) en Destination (1992) grondig wilde herzien. Bestaan die plannen nog steeds?

“Zeker. Maar ja, ik heb maar één hoofd en twee handen en de laatste jaren stonden in het teken van nieuwe muziek. Als deel twee klaar is komen die twee albums aan de beurt. Dat kan ik hier namelijk grotendeels zelf doen. Er zijn geen juridische beperkingen, maar wel het praktische probleem dat de tapes van Ra niet meer af te spelen zijn. Dat betekent dat alles opnieuw moet worden opgenomen, maar dat moet in vrij korte tijd te doen zijn, denk ik. Verder ben ik nog van plan om een dubbel-cd uit te brengen, namelijk Chronicles I en II samen aangevuld met wat aardige dingen die ik nog bij elkaar moet zoeken.”

Het nieuwe Eloy-album bestaat uit twee delen met Jeanne d’Arc als onderwerp. Is dat vanwege jullie ‘French connection’?

“Dat sowieso, maar dat was niet de hoofdreden. In 1990 vierden Brigitta en ik onze trouwdag in Parijs. We bezochten toen de Notre Dame. Daar hoorden we zware orgelmuziek afgewisseld met gesproken teksten door een vrouw in een wit gewaad, die sprak op een wijze die me aan de muziek op Power And The Passion deed denken. We verstonden toen nog geen Frans. Vóór in de kerk lagen wat velletjes met teksten en die heb ik meegenomen en laten vertalen. Dat bleken citaten te zijn van Jeanne d’Arc die zij had uitgesproken tegenover de inquisitie in Rouen. Ik was daarvan zo onder de indruk dat ik de song Jeanne d’Arc geschreven heb voor Destination, maar toen al wist ik dat ik er ooit meer mee wilde doen. Twee jaar later hoorde ik dat Kathryn Bigelow, regisseur van onder meer de film Blue Steel met Jamie Lee Curtis en Point Break met Patrick Swayze, van plan was om een film over Jeanne d’Arc te maken met de titel Company Of Angels. In de hoofdrol was Sinéad O’Connor als Jeanne d’Arc gepland en ook Sean Connery zou er bij zijn als hoofdinquisiteur. Via via heb ik geprobeerd een voet tussen de deur te krijgen om muziek te mogen leveren en daarvoor had ik dus Company Of Angels ingestuurd met die vette koren. Tijdens een tournee beledigde Sinéad O’Connor de paus en dat is een hele rel geworden. De film werd uiteindelijk gecanceld en ik heb het nummer Company Of Angels toen gebruikt voor het album The Tides Return Forever (1994). Dat was voor mij echter niet voldoende, want ik was intussen compleet in de ban geraakt van deze jonge vrouw en redder van Frankrijk, die na haar heroïsche optreden in Orléans in eerste instantie werd verguisd en later als heks op de brandstapel in Rouen de dood vond. Op 7 juli 1456 werd zij in ere hersteld door Paus Calixtus III en pas in 1909 werd zij zalig verklaard door Paus Pius X. Paus Benedictus XV verklaarde haar zelfs heilig op 16 mei 1920. Wellicht is zij mede daardoor een legende geworden. Het Franse Front National gebruikt haar naam als symbool voor een onafhankelijk Frankrijk, de Rooms-Katholieke Kerk ‘claimt’ haar als heilig verklaarde en geschiedschrijvers wereldwijd konden er geen genoeg van krijgen. Op 7 mei 1429 zorgde Jeanne voor een ommekeer in de honderdjarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk en toeval of niet: op 7 mei 2017 koos Frankrijk een nieuwe president!”

Hoe ben je zo diep in die geschiedenis verzeild geraakt?

“Jeanne d’Arc is in de loop der eeuwen een inspiratiebron gebleken voor schrijvers, schilders en filmmakers. Er zijn talloze boeken over haar verschenen. Vanaf beginjaren negentig ben ik zelf minutieus onderzoek gaan doen en zonder valse bescheidenheid kan ik mezelf vandaag de dag een autoriteit op dat gebied noemen. Met hulp van deze en gene heb ik me toegang weten te verschaffen tot heel bijzondere documenten. Ik ben in Chinon geweest, uiteraard in Orléans, feitelijk in alle plaatsen waar Jeanne d’Arc ook geweest is. Ik heb bijzondere relikwieën in mijn handen gehad en de meest bizarre avonturen in mijn speurtochten beleefd die de verbeelding te boven gaan. Ik ben achter zaken gekomen die in vrijwel geen boek staan beschreven en die bijzondere wetenswaardigheden heb ik getracht te verwerken in de teksten. Daarbij speelde een fan, die later onze vriend werd, een belangrijke rol. Hij had een hoge post bij de diplomatieke dienst, groeide op in de Rue de Jeanne d’Arc in Nancy als zoon van een Italiaanse vader en een Franse moeder. Zijn moeder heeft als toneelspeelster Jeanne d’Arc gespeeld en in die toneelwereld heeft zij haar man leren kennen. In de familie van haar Italiaanse man bleek drie generaties eerder een van de zonen paus geworden te zijn. Dat was Benedictus XV die Jeanne d’Arc heilig verklaarde. Daardoor heeft deze familie een zeer nauwe relatie met Jeanne. Later heeft diezelfde vriend ervoor gezorgd dat ik een zeer bekende Franse historica ontmoette, namelijk Regine Pernoud die veel over Jeanne heeft gepubliceerd. Ik kan nog uren vertellen over alle merkwaardige dingen die we bij onze speurtocht naar de waarheid rond Jeanne hebben beleefd, zoals de ontmoeting met haar reïncarnatie, maar dan zitten we hier vanavond nog!”

Al in 2009 heb ik de cover, zoals die nu gepland is voor The Vision, The Sword And The Pyre, part 1 van jou meegekregen als flyer. Je was eerst van plan om er een soloproject van te maken, toch?

“Inderdaad was het mijn bedoeling − en dat is het nog steeds − om er een Franstalige theaterproductie van te maken. De beoogde hoofdrolspeelster heb ik al ontdekt en gevraagd! Na de tournee vond ik eigenlijk dat Visionary een opvolger moest krijgen en besloot ik om van Jeanne d’Arc toch een Eloy-album te maken. Het schrijven van de muziek was niet het grootste probleem, maar de lastigste uitdaging was om de van origine Franse teksten om te zetten in hedendaags Engels. Men verweet mij vaak dat ik poëtische en te hoogdravende zinnen gebruikte, een soort Shakespeare-Engels. Ik heb dagenlang op mijn kamer gezeten en ik kreeg met pijn en moeite vier zinnen op papier. Uiteindelijk heb ik hulp gekregen van Alice Morton, een Canadese zangeres die ik toevallig ontmoette in Berlijn toen zij een nummer opnam met een vriend van mij. Ik hoorde haar stem en ik wist direct dat zij de juiste persoon was. Ik schreef haar en vanaf het eerste contact verliep de samenwerking geweldig. Ik adviseerde haar om Matze als agent in te schakelen en dat advies volgde zij op (Matze is Klaus-Peter Matziol, bedrijfsleider bij de in Duitsland zeer bekende Peter Rieger Konzert Agentur, MvBF). Deze keuze heeft haar carrière een flinke zet in de goede richting gegeven! Zij is op het nieuwe album te horen en ze is momenteel zeer succesvol als zangeres. Voor mij is ze de beste popzangeres sinds Adele! Verder wordt het verhaal als het ware deels verteld vanuit de beleving van Jean de Metz. De Metz was destijds de schildknaap van Robert de Baudricourt. Hij ontmoette Jeanne in 1428 en hielp haar om aan mannenkleren te komen, bezorgde haar een wapenuitrusting en regelde voor haar een audiëntie bij Dauphin Charles VII in Chinon. Hij was haar metgezel tot aan de brandstapel in Rouen.”

Waarom heeft het zo lang geduurd? Is de release vaak uitgesteld?

“Het inzetten van mijn oude bandleden − het zou immers een Eloy-album worden − bleek veel moeilijker dan ik ooit voor mogelijk had gehouden, omdat iedereen andere verplichtingen heeft. Ik ben de enige professionele muzikant! Michael Gerlach leidt een bedrijf in de ouderenzorg annex thuiszorg met zo’n twintig medewerkers in dienst. Hij heeft het tegenwoordig ontzettend druk en als er iemand uitvalt, moet hij vaak zelf inspringen. Daardoor kon hij vrijwel nooit een gemaakte afspraak nakomen. Hannes Folberth is van beroep psychotherapeut en hij is ook een zeer druk bezet man. Drummer Bodo Schopf is een relatie begonnen met een vrouw uit Sardinië en is daar vervolgens naar toe verhuisd. Wat hij daar doet en waarvan hij leeft? Ik zou het niet weten. Om hem te laten invliegen voor elke opnamesessie was uiteraard veel te duur en om alles digitaal te doen en partijen op afstand te laten inspelen − zoals vandaag de dag heel gebruikelijk is − werkt voor mij absoluut niet. Ik wil met de betreffende muzikant(en) fysiek in de studio zijn om te kunnen ‘sparren’. Daarnaast was het vinden van de juiste geluidstechnicus een groot probleem, want niet iedereen is geschikt om een dergelijk project te begeleiden en goede feedback te geven. Ik ben enthousiast begonnen met Mirko Hoffmann, mijn opvolger in de Horus-studio en de huidige eigenaar, maar hij bleek voor mij uiteindelijk niet de juiste persoon te zijn. Hij is volledig vertrouwd met digitale technieken, terwijl ik nog heel veel met analoge apparatuur werk. De samenwerking verliep mede daardoor buitengewoon stroef en zo heb ik al met al ruim twee jaar verloren met wachten en met vruchteloze pogingen om de muziek goed op te nemen. Voor mij als componist en eigenlijk de enige die zich om Eloy bekommert was dat één grote frustratie en een brok ergernis: die periode heeft me zeer aangegrepen.”

Wanneer is de ommekeer gekomen? De baspartijen zijn overduidelijk herkenbaar als die van Klaus-Peter Matziol, maar wie hebben dan het slagwerk en de toetsen voor hun rekening genomen?

“De doorbraak in dit slepende proces kwam toen ik Niklas Fischer ontmoette. Ondanks het feit dat hij pas 26 is, bleek hij voor mij de ideale man te zijn. Deze etage waar mijn apparatuur staat, is nog steeds van ons. Hiermee werken Niklas, die goed overweg kan met Pro Tools (een digitaal audiomontagesysteem voor het professioneel bewerken en opnemen van audio, MvBF), en ik momenteel dagelijks samen om het album af te ronden en waar mogelijk aanvullingen en verbeteringen op te nemen en te incorporeren. Peter Rieger, de oprichter van een van de grootste concertagentschappen in Duitsland (te vergelijken met MOJO Concerts in Nederland, MvBF) is recentelijk overleden en Matze staat nu aan het hoofd van deze firma die contracten afsluit met zeer bekende artiesten, zoals The Rolling Stones, Paul McCartney, Pink en Peter Gabriel. Desondanks heeft hij als trouwe vriend steeds tijd vrijgemaakt om zijn partijen in te spelen. Aanvankelijk had ik het idee om met de band een paar weken in een Frans kasteel te gaan zitten om het album in te spelen, maar dat bleek onhaalbaar. Toen ook al mijn andere pogingen op nagenoeg niets uitliepen, heb ik voor alle aanvullende opnamen uiteindelijk mijn toevlucht gezocht tot lokale muzikanten. Kristof Hinz is een drumleraar uit Hannover en een uitstekende drummer. Naast Gerlach, Folberth en diverse gasten heb ik via Niklas Artur Kühfuß leren kennen, een zeer goede toetsenist die ondanks zijn jeugdige leeftijd uitstekend met analoge keyboards overweg kan; hij speelt op een echte Moog! Deze jongeman interesseert zich ook echt voor het juiste geluid. Hij is een aanwinst, zeker ook voor het op stapel staande tweede deel.”

Wanneer kunnen we deel twee tegemoet zien?

“Ha, ha, ha! Dat gaat in elk geval geen jaren meer duren. Voor deel twee gaan we met geselecteerde muzikanten een week of twee de studio in om het leeuwendeel van de muziek op te nemen. Vervolgens zullen Niklas en ik productioneel aan de bak moeten om de laatste hand te leggen aan dit eveneens een uur durende album. We hopen en verwachten medio 2018 klaar te zijn.”

Als ik jouw vrouw zo gadesla, is zij ook erg begaan met jouw muziek. Welke rol speelt zij in het geheel?

“Brigitta leerde ik kennen als fan van het eerste uur en sinds Power And The Passion is zij betrokken bij onze muziek. Zij is altijd ondersteunend, is een luisterend oor in de studio, een continue bron van inspiratie en ze had een zakelijk functie in de Horus-studio. Wij zijn in 2018 vijftig jaar getrouwd en daarmee ben ik waarschijnlijk een van de weinige rockmusici die nog met zijn eerste vrouw samen is!”

Primeur

Vervolgens nemen Niklas en Frank mij mee naar de opnamestudio waar hij me toevertrouwt dat ik de eerste en de enige ben die de nieuwe muziek te horen krijgt. Hij legt uit dat sommige nummers weliswaar bijna af zijn, maar dat bij de meeste tracks nog instrumenten ontbreken, koren moeten worden toegevoegd en zangpartijen dienen te worden aangepast.

Het prachtige symfonische intro is nog in het stadium van een ‘ruwe schets’, maar het belooft veel goeds. Het nummer Domrémy, waar Jeanne d’Arc op 6 januari 1412 werd geboren, is Eloy ten voeten uit en heeft een rustige, gedragen signatuur. Als Jeanne ongeveer zestien jaar is, openbaren zich de eerste voortekenen van haar bijzondere gaven. De vader van Jeanne beklaagt zich dat zij amper meer op het land te vinden is om te werken, maar voortdurend in de kerk vertoeft. Hij hoort haar daar duidelijk met iemand praten, maar er blijkt niemand anders dan Jeanne aanwezig te zijn… Het verhaal wordt vervolgd en Frank licht toe dat hij in een instrumentaal stuk uitbeeldt hoe zij op weg gaat. In Chinon heeft zij dan een ontmoeting met de Dauphin Charles VII, waarna zij op weg gaat naar Orléans. Het stevige Prophecy is de song die qua productie het verst gevorderd is en waarop Matziol zijn basspel tot grote hoogte tilt. Als Jeanne arriveert in Orléans inspireert zij de Franse troepen. Het gevecht om de Tourelles, de torens bij de brug over de Loire in oktober 1428, wordt in eerste instantie door de Engelsen gewonnen waarbij Jeanne gewond raakt aan haar been. Doordat de brug door de Fransen wordt vernield kan een snelle opmars van de Engelsen worden verijdeld. Maanden later op 7 mei 1429, wordt het Engelse leger pas verslagen. Orléans is dan bevrijd, maar Jeanne wordt verscheurd door emoties vanwege alle gruwelen die zij in de maanden van het beleg van Orléans heeft meegemaakt. Haar gevoelens worden in de slottrack Why treffend vertolkt door zangeres Jessy Martens, een bluesicoon in Duitsland. De muziek is herkenbaar als Eloy, zeker de stukken waarop Matziol zijn partijen al heeft ingespeeld. Deels rustig en weemoedig, deels dreunend en krachtig als de belegering en de strijd wordt verklankt. De zachtaardige stem van Alice Merton spreekt enkele teksten als Jeanne d’Arc. The Vision, The Sword And The Pyre wordt ongetwijfeld een indrukwekkend album dat met een kinderkoor, strijkers, oudgedienden en veel bijdragen van gastmusici de reputatie van Eloy zeker zal onderstrepen. Met ongeveer een uur muziek zal het album de progwereld verblijden met een nieuw en bombastisch Eloy-hoofdstuk!

We praatten daarna nog wat na over Paul McCartney en diens fantastische concerten van enkele jaren geleden. Over The Who van wie Roger Daltrey en Pete Townsend weer zo goed op dreef waren, en over de geweldige kwaliteiten van hun drummer Zak Starkey. Eind van de middag ging ik boordevol informatie en nieuwe indrukken weer op weg van Hannover naar Almelo.

Discografie Eloy:

Eloy (1971),

Inside (1973)

Floating (1974)

Power And The Passion (1975)

Dawn (1976)

Ocean (1977)

Eloy Live (1978)

Silent Cries Mighty Echoes (1979)

Colours (1980)

Planets (1981)

Time To Turn (1982)

Wings Of Vision (compilatie) (1982)

Performance (1983)

Metromania (1984)

Codename Wildgeese (soundtrack) (1984)

Ra (1988)

Rarities (1991)

Destination (1992)

Chronicles 1 (compilatie) (1993)

Chronicles 2 (compilatie) (1994)

The Tides Return Forever (1994)

Ocean 2, The Answer (1998)

Timeless Passages (compilatie) (2003)

Visionary (2009)

Reincarnation On Stage (2014)

The Vision, The Sword & The Pyre, part I (2017)