MENNO VON BRUCKEN FOCK

ANNIE HASLAM, loopbaan

Annie Haslam (18 september 2005)
zondag, september 18, 2005
RENAISSANCE, 2005 (NL+E)

In 1969 ontstond uit de overblijfselen van de toenmalige Yardbirds een nieuwe band met aan het roer zanger-gitarist Keith Relf en gitarist Jim McCarty, verder bassist Louis Cennamo, toetsenist John Hawken en Keiths zus Jane als zangeres. Na het debuutalbum, geproduceerd door ex-Yardbird Paul Samwell-Smith, werd ook gitarist Michael Dunford erbij gehaald. Terwijl Relf en Cennamo Renaissance verlieten en later de groep Armageddon oprichtten, gingen zangeres Annie Haslam en John Tout (toetsen) verder als Renaissance. Na tal van bezettingswisselingen en een tour in 1971 met zelfs ene John Wetton op bas, werd de bezetting uiteindelijk gecompleteerd met bassist Jon Camp en drummer Terry Sullivan.

Annie Haslam was een onervaren vrolijk meisje dat aanvankelijk ballerina wilde worden, of misschien in de voetsporen van haar moeder wilde treden, die als verpleegster werkte. Eind jaren zestig werkte ze in de modewereld om haar nieuwe droom te verwezenlijken, namelijk modeontwerpster worden. Als kind van een muzikale vader en als voorbeeld een zingende broer en schoonzus besloot ze op aanraden van diezelfde schoonzus te gaan zingen. Ze nam lessen bij de Britse operazangeres Sybil Knight en korte tijd later trok een advertentie in The Melody Maker haar aandacht en voor ze het wist kwam ze op auditie bij Jim McCarty en Keith Relf. Na het zingen van Islands werd ze met haar uitbundige persoonlijkheid op 1 januari 1971 aangenomen. Het succes van Renaisance zou nooit zo groot zijn geweest zonder de vijf octaven tellende heldere stem van Annie Haslam.

Als je het goed vindt, zou ik graag een eind terug gaan in de geschiedenis, naar begin 1970.

"Oh gut, dat lijkt zo vreselijk lang geleden, maar ja, als ik in de spiegel kijk..."

Nou dat valt wel mee? Of ben je van plan je gezicht te verfraaien met siliconen en andere troep?

"Nee, geen implantaten maar een facelift: ja, dat denk ik wel. In deze business kijken zoveel mensen alleen maar naar wat ze zien. Niet zo zeer de fans, maar al die zogenaamd belangrijke (zaken)mensen kijken alleen maar naar het uiterlijk en luisteren niet naar je stem of wat je te vertellen hebt. Je moest eens weten wat een stress het voor mij is voor die spaarzame optredens die ik nog doe! Het enige waarover ik me echt zorgen is hoe ik er uitzie, want ik probeer altijd zo goed mogelijk voor de dag te komen! Vrouwen worden anders oud dan mannen en daar baal ik zó van. Soms zit er een behoorlijke tijd tussen optredens en dan zie je mensen kijken of ik aangekomen of afgevallen ben. Dat vind ik het mooiste van het schilderen. Ik heb er niemand bij nodig, ben heerlijk op mezelf zonder dat ik me over dit soort zaken druk hoef te maken. Ik hoef ook geen rekening te houden met andermans oordeel en ik ben niet in vervelende zakelijke beslommeringen verwikkeld."

Toch even terug naar het begin van je carrière. Toen je op auditie kwam eind 1970, ontmoette je Keith Relf en Jim McCarty, maar je hebt niet zol ang met hen gewerkt?

"Klopt, inderdaad. Zij waren betrokken bij een aantal repetities en ze hebben nog een bijdrage geleverd aan het schrijven van nummers voor Prologue. Maar in 1973 was die band ontbonden en waren alleen John Tout en ik nog over. Pas met bassist Jon Camp en Michael Dunford als songwriter, gitarist en zanger werd de muziek gemaakt waarmee Renaissance echt bekend is geworden."

Naar later zou blijken, was in de meest succesvolle bezetting van Renaissance, Michael Dunford de centrale figuur. Wanneer ontmoette je hem voor het eerst?

"Al in december 1970, hij was aanwezig bij de eerste repetities waaraan ik deelnam."

Je eerste soloalbum Annie In Wonderland (1977) bevat muziek geschreven door Roy Wood (Move, ELO, Wizzard). Op Annie Haslam (1989) ben je zelf ook gaan schrijven. Bespeel je zelf een instrument?

"Nee, dat is misschien ook wel het enige wat ik anders zou doen als ik iets zou mogen overdoen. Dan zou ik waarschijnlijk eerder piano willen spelen dan gitaar. Het zijn trouwens vrijwel alleen teksten die ik heb geschreven op één nummer na dat ik samen met David Biglin schreef en dat is Seashell Eyes. Oorspronkelijk was dit bedoeld als muziek bij de kindertekenfilm The Last Unicorn, maar daar is het nooit van gekomen. Ik heb wel melodieën geschreven voor een album dat Man In A Box heet, maar dat heeft het daglicht nog niet gezien en zal waarschijnlijk ook nooit uitkomen. Zingen is momenteel secundair voor mij omdat ik er niet van kan leven."

Zeer lang waren vrijwel alle songteksten van de hand van de dichteres Betty Thatcher. Jij werkte ook met haar samen op je album Still Life (1985). Je zingt licht klassieke stukken begeleidt door het Royal Philarmonic Orchestra onder leiding van Louis Clark met teksten van Thatcher. Wat voor een relatie bestond er tussen jullie en waarom heb je juist Thatcher gevraagd om voor Still Life teksten aan te leveren?

"Betty Thatcher-Newsinger was toentertijd een goede vriendin van mij - nu niet meer overigens - en ik schreef toen ook nog geen songteksten. Ik was mijn huishouden aan het doen in mijn huisje in Englefield Green en ik was naar klassieke muziek aan het luisteren en voordat ik het wist zong ik mee. Ik belde Betty en zei tegen haar: waarom maken we geen plaat en vragen Louis Clark om het orkest te leiden? En zo is dat album tot stand gekomen en ik kijk er nog steeds met heel veel genoegen en trots op terug."

Je hebt die naam in ere gehouden als ik op je cd’s kijk. Heb je de laatste jaren nooit overwogen om terug te keren naar de UK?

"Englefield Green is inderdaad de naam van de uitgeverij van mijn songteksten. Terug naar Engeland? Oh nee, het is een heel ander land geworden met onbetaalbare brandstofprijzen en slechte wegen."

In zijn voorwoord bij het album Trip To The Fair van Michael Dunford’s Renaissance, schrijft Michael over de revival die ontstond toen Warner in 1990 wereldwijd de compilatie 1001 Nights uitbracht. Is er toen niet getracht om de band opnieuw leven in te blazen en zo ja, waarom mislukte dat?

"Er zijn diverse pogingen ondernomen om de band weer bij elkaar te krijgen en ik weet niet eens meer of die verzamelalbums daartoe een aanleiding vormden. Feit ligt er dat ik in 1991 nadat ik getrouwd was met een Amerikaanse man net verhuisd was naar Amerika en gewoon niet meer in die bezetting wenste te werken. Einde verhaal!"

Als soloartiest werkte je met vele beroemdheden. Wat zijn de eerste gedachten die je te binnen schieten bij het noemen van de volgende namen:

Michael Dunford: "Een vriend voor het leven, geweldige songwriter en maker van zo veel fenomenale en wonderschone melodieën…"

Miles Copeland (manager van het eerste uur en broer van Police-drummer Stuart)?
"Over hem zou ik een boek over kunnen schrijven, want ik heb twee jaar met hem samengewoond. Zeer begaafde man, geniaal zou ik zeggen. Ik heb veel van hem geleerd en altijd mijn ogen uitgekeken bij de diners bij hem thuis. Daar waren werkelijk de kopstukken van de samenleving op allerlei gebied bijeen. Misschien had ik liever gezien dat hij wat later onze manager was geworden."

Roy Wood (The Move, ELO, Wizzard)?
"Absoluut een genie, een wonderbaarlijk geestig mens en bovendien erg genereus. Vooral muzikaal heb ik veel van hem geleerd en in de vier jaar die samen met hem doorbracht heb ik ook intens van hem gehouden."

Louis Clark (dirigent van het Royal Philharmonic Orchestra)?
"Ook iemand met een geweldig gevoel voor humor, wat veel mensen niet weten trouwens. Ik heb hem overigens via Roy Wood leren kennen. Het was een fantastische tijd tijdens het opnemen van Still Life."

Tony Visconti (songwriter en producer van Blessing In Disguise)?
"Goede vriend tot op de dag van vandaag en wederom een geniale man. Het eerste liedje dat ik ooit voor publiek in een kroeg in Canada zong was Those Were The Days. Dat nummer schreef hij voor zijn vrouw Mary Hopkin. Nadat een mode-ontwerpbedrijf mijn ontwerp had gestolen en me daarna ontsloeg was ik ten einde raad, vandaar dat mijn ouders me toen meenamen naar Canada en mij op dat moment naar voren schoven: kom meid zing maar eens!"

Larry Fast (songwriter en producer van Annie)?
"Ook een fijne kameraad en een zeer getalenteerde man, woont hier niet ver vandaan. We hebben regelmatig contact."

Rave Tesar (toetsenist en songwriter in Annies band)?
"Rave speelt prachtig piano zowel klassiek als jazz en hij is in staat om echt speciaal voor mijn stem een nummer te componeren. Hij Is ook een begaafd en vooral innemend mens met een goed hart."

Speelden naast deze mannen nog anderen een belangrijke rol in jouw leven?

"Uiteraard mijn ex-man, een in en in goede vent met wie ik nog steeds beste maatjes ben, evenals met zijn huidige vrouw. Als hij er niet was geweest, had ik mogelijk in de UK gezeten in de tijd van de diagnose en behandeling voor borstkanker. Maar dankzij hem woonde ik in Amerika en hij zorgde er onmiddellijk voor dat ik de best mogelijke zorg en begeleiding kreeg die iemand zich kan wensen. Zonder hem had ik hier waarschijnlijk niet meer gezeten."

In 1992 bleef je met Tony Visconti aan Blessing In Disguise werken ondanks jouw ziekte. Hoe ging je daarmee om en hoe heb je kans gezien borstkanker te overwinnen?

"Het gebeurde allemaal vreselijk snel. Toen ik een knobbel ontdekte waren er nog maar vijf dagen verstreken en de diagnose kwaadaardige borstkanker was gesteld, ik was in Philadelphia geweest voor een second opinion, de knobbel plus een aantal lymfeklieren werden chirurgisch verwijderd en ik kreeg chemotherapie en bestraling tegelijkertijd, dus dat was alles bij elkaar een zeer agressieve behandeling. In eerste instantie was ik natuurlijk in paniek en een dag later reed ik voor Blessing In Disguise weer naar New York en zei tegen mezelf: je hebt dit nu eenmaal dus nu aanpakken en beter worden! Het ergste vond ik het haarverlies na enkele weken. Toen was ik wel erg terneergeslagen."

Je hebt een reputatie op het gebied van het ondersteunen van werk van diverse charitatieve instellingen. Je ondersteunde toch ook het Britse kankerinstituut?

"Ja, dat heb ik gedaan. Ik ben er zo langzamerhand van overtuigd geraakt dat er geneesmiddelen tegen kanker bestaan die om redenen van winstbejag niet worden ingezet. Tijdens de opnames voor Tuscany vroeg men mij om twee maanden later over te komen om in Engeland een show te doen met Art Garfunkel om geld in te zamelen voor kankerbestrijding. Achteraf ontdekte ik dat Art werd betaald. Ik kreeg geen cent. Ze betaalden mijn vliegticket - nog niet eens een directe vlucht - en ik betaalde zelf de verzorging van mijn drie katten en en een hond, mijn onderdak in de UK. Zelfs een etentje kon er niet af. Verder bleek de organisatie zodanig gecompliceerd dat van de opbrengst zeventien miljoen naar de administratie ging en sindsdien heb ik geen penny meer aan dat doel gegeven."

In diezelfde periode dat jij Blessing In Disguise uitbracht, maakte Dunford opnames en uiteindelijk een studioalbum, een live album en een verzamelaar met zang van Stephanie Adlington, 'the other woman'. Hoe heb je dat ervaren en hebben de (ex)-Renaissance leden je nog gesteund tijdens je ziekte?

"Ik heb ze allemaal gebeld om ze op de hoogte te brengen, maar ik heb verder weinig contact gehad. Ik denk ook dat heel veel mensen niet weten hoe ze in zo’n situatie moeten handelen. Toen Mickey The Other Woman uitbracht, hebben veel mensen die plaat gekocht omdat er Renaissance opstond en daar was ik behoorlijk ondersteboven van. Dat heb ik hem ook verteld en later heeft hij die naam ook gewijzigd in Michael Dunford’s Renaissance. Terry Sullivan heeft nu een plaat uitgegeven onder de naam Renaissant, what’s in a name?"

In 1997 werkte je samen met Dunford aan Songs Of Renaissance Days, een verzameling nooit uitgebrachte songs. Hoe kwamen jullie ertoe dit te doen?

"Eigenlijk grotendeels om tegemoet te komen aan de vraag van de echte fans. Met al het werk dat Michael en ik er in gestoken hebben, bleef er nauwelijks wat over."

Het door jou ontworpen logo voor je site is via een fan ,die juwelier bleek te zijn, het begin gebleken van een serie sierraden. Een deel van de opbrengst zou volgens jouw site naar onder meer naar het Brits kankerinstituut en hulpbehoevende kinderen in Centraal- en Zuid-Amerika gaan. Was dit tegelijk de inspiratiebron voor je album The Dawn Of Ananda (1999) dat qua  geluid overigens erg dicht bij Renaissance komt?

"Ja, na een optreden kwam er een vrouw op me af en die gaf me een gouden halskettinkje met mijn art-logo eraan. Dat is in feite een stilistiche weergave van mijn initialen, ook in goud. Ze bleek juwelier te zijn en zo werd het idee geboren om een aantal juwelen in zilver te maken en die ten behoeve van een goed doel te gebruiken. Dit zilver is inmiddels uitverkocht en de opbrengst ervan is aangewend om de reconstructieve operatie te bekostigen van twee zeer jonge kinderen in Afrika met een aangeboren gezichtsafwijking. Tevens is een deel naar een hulpbehoevende school gegaan. Zoals ik al zei, niet naar het Brits kankerinstituut, ik moet dat nog corrigeren op mijn site! Een nieuwe serie zilveren juwelen laten maken is te kostbaar en zal naar verwachting te weinig tot niets opleveren."

Wat was je motivatie om het kerstalbum It Snows In Heaven Too uit te brengen?

"Als kind vond ik het al heerlijk om kerstliedjes te zingen en ik heb dit altijd al willen doen. Een paar jaar geleden zong ik twee optredens niet ver bij mij vandaan met een publiek van 250 mensen. Daar zong ik voornamelijk kerstliedjes en het publiek reageerde zo enthousiast dat ik dacht: en nu moet ik dat plannetje maar eens ten uitvoer brengen!"

Rond dezelfde tijd kwam het toch tot een reünie van Renaissance met het album Tuscany. Waarom is het bij vier shows en één album gebleven?

"Het begon met The Dawn Of Ananda, waar één song opstaat van Mickey en mij, namelijk Precious One. Toen spraken we af dat we nog wat meer songs zouden gaan doen als een soort zwanenzang van Renaissance. Afijn, ik haalde uiteindelijk Roy Wood erbij en er kwam een financiering dus we begonnen enthousiast, maar we konden niet alles afronden. John Tout kon eerst wel, maar later kon-ie weer niet, dus moesten we Mickey Simmonds erbij halen. Terry deed ook mee en het geheel werd steeds gecompliceerder en dus ging de lol er wel een beetje af. Al met al is het toch geen slecht album geworden. Een van de voorwaarden was het concerteren in Japan, wat we ook gedaan hebben na een warm-up show in London. Het hele geregel rond deze trip naar Japan heb ik gedaan en als ik zie hoeveel tijd me dat gekost heeft, was ook dit financieel geen lucratief project."

En het dubbel livealbum In The Land Of The Rising Sun dan? Is er overwogen om direct een dvd op te nemen?

"Dat album was een ramp! De verkoop viel vreselijk tegen, mede doordat er binnen een maand na de concerten al een gelikte bootleg in Japan werd verkocht, terwijl de legale versie na een grondige bewerking pas een jaar later verscheen. Die bootleg had een abominabele geluidskwaliteit. Om aan dit soort praktijken iets te doen kost je veel tijd en geld voor advocaten en dat wil ik gewoon echt niet meer! Voor een dvd moet je ook eerst veel geld neerleggen en niemand wilde dat doen."

Waarom en wanneer ben je gaan schilderen? Je hebt inmiddels olieverf verruilt voor acryl om gezondheidsredenen. Kun je daar iets over vertellen?

"Een stemmetje in mijn hoofd in maart 2002 zei: Annie, ga olieverfschilderijen maken! Nou heb ik wel op de kunstacademie gezeten, maar verder dan een waterverfschildering heb ik het nooit gebracht. Maar goed, ik kocht een ezel, een boek - dat ik amper ingekeken heb - spullen en doeken, toverde mijn serre om in een studio en ben aan de slag gegaan. De eerste probeersels waren een grote deceptie, maar toen ik eenmaal besloten had om na dertig jaar zingen eindelijk iets voor mezelf te doen en dan maar door schade en schande wijs te worden, ging het allengs beter. Maar sommige mensen denken werkelijk dat ze je bezitten. Je moet weten dat ik laatst een e-mail ontving van iemand die schreef: wat ben je in vredesnaam aan het doen met dat domme schilderen? Het is niet eens goed! Zingen, dat zou je moeten doen, daarvoor ben je hier! Ik heb inderdaad een tijdje met acryl gewerkt, omdat die olie me bleek te vergiftigen. Omdat het werken met olie me toch veel beter bevalt, schilder ik nu met handschoenen en een masker."

Daar zou ik wel eens een plaatje van willen zien! Anders kun je me overvliegen, dan schiet ik die foto’s wel!

Veel van je werken hebben titels uit de natuur of zijn uitingen van gemoedstoestanden. Ze zijn vloeiend en abstract tegelijk. Wat zijn je inspiratiebronnen en zijn dat dezelfde als bij het schrijven van teksten en muziek?

"Als ik schilder is mijn hoofd leeg, geen zorgen, geen visioenen; ik ben in een andere wereld en ik ga gewoon zitten en schilder. Wat ik ook veel doe is schilderen in opdracht. Dan tracht ik me een beeld van de opdrachtgever te vormen, vraag naar de favoriete kleuren en probeer me dan te verplaatsen in die persoon. Binnenkort ga ik naar Brazilië en ik zal daar met name de kleinere schilderijtjes exposeren, want die kan ik meenemen in mijn koffer. IK zal ze ook te koop aanbieden. Omdat daar de economie niet best is, kunnen de mensen zich toch geen grotere doeken veroorloven."

Luister jezelf wel eens naar muziek al of niet tijdens het schilderen?

"Eigenlijk maar zelden. Soms zet ik wel eens wat muziek op of zet de tv staat aan, maar ik let amper op wat er gaande is. Het laatste wat ik bewust heb gedraaid is Braziliaanse muziek om een beetje in de stemming te komen! Ik moet erkennen dat al wat met muziek te maken heeft me steeds minder interesseert, vreemd hè? Trouwens op dit moment ligt er in mijn speler een album van Sagrado omdat ik een van hun nummers ga zingen."

Najaar 2005 heb je een gastoptreden bij Sagrado waarvan de violist Marcus Viana als gast optrad bij de akoestische toer van jou en Rave Tesar in 2001. Welke nummer(s) zul je gaan zingen en wordt daar nog iets van opgenomen?

"Behalve tenminste één nummer van Sagrado staan Carpet Of The Sun, Let It Grow, Ashes Are Burning,‘Michael’ Prince of Angels, After The Oceans Are Gone en een nummer van The Beatles op het programma, namelijk She’s Leaving Home. Een dvd zal ons budget te boven gaan, maar ik neem aan dat er wel geluidsopnames zullen worden gemaakt voor een eventueel livealbum."

Ondanks het feit dat je de laatste jaren het zwaartepunt van je aandacht bij het schilderen hebt gelegd, blijf je toch geregeld zingen zoals onder meer recentelijk op Icons, het laatste album van Wetton-Downes. Hoe is dit contact tot stand gekomen?

"Ik ken John al sinds 1971 en we hebben niet vaak, maar wel geregeld contact en ik heb altijd al met hem willen zingen. Via een wederzijdse vriend hoorde ik dat hij in de studio zat, dus contact gelegd en met hulp van Larry Fast’s studio en een file met zang via e-mail is het toch nog gelukt!"

Recentelijk stond je als kunstenaar op het Nearfest Festival. Daar was ook Roger Dean aanwezig. Had je hem vroeger eerder ontmoet en kennen jullie elkanders werk en werkwijze?

"Vorig jaar, ook op Nearfest, ontmoette ik hem voor het eerst. Hij leek mij oprecht toen hij zei dat-ie mijn werken prachtig vond. Ik heb direct een, voor mijn doen tamelijk afwijkend, schilderij voor hem gemaakt, dat hij van mij heeft gekregen en hij vertelde me dat hij er ontroerd van was."

In april deed je een aantal akoestische shows met David Sancious. Hoe was het om met hem te werken en welke nummers heb je ten gehore gebracht? Is daar nog iets van op cd of dvd gezet?

"Heel apart. Die man is een genie en improviseert voor de voet weg en ik ben dat totaal niet gewend. Dus de eerste avond was ik nogal nerveus, maar met name de derde avond in Atlantic City ging alles perfect en hij heeft al drie stukken geschreven geïnspireerd op schilderijtjes van mij! Er zijn wel opnames gemaakt maar we zijn allebei voorlopig te druk dus het zal op z'n vroegst voorjaar 2006 worden voordat we aan bewerken toekomen."

Wist je dat Michael Dunford - tot nu toe tevergeefs - heeft geprobeerd van Scheherezade een musical voor theatervoorstelling te maken?

"Zeker. Ik heb geholpen met het maken van de demo’s. Ja, het is erg sneu voor hem dat dit project niet van de grond gekomen is, maar ik geloof dat hij nu werkt aan een musical over de middeleeuwen."

Binnenkort komt je zangstem weer tot ons via een in 1997 opgenomen DVD. Kun je daar iets over vertellen?

"Dat was een show in Philadelphia met Rave Tesar, David Biglin en Joe Goldberger, maar helaas zijn de shows van enige tijd later met een tweede zangeres en een grotere band niet opgenomen."

Op dit moment is progressieve rock dan wel symfonische rock allerminst dood. Heb je nog ambities om aan reünieconcerten mee te werken of ga je de nooit afgemaakte songs met Steve Howe nog opnemen?

"Nee. Steve heeft de songs die wij samen zouden doen al opgenomen en uitgebracht op een van zijn instrumentale albums en waarom zou ik de band weer bij elkaar willen hebben? Dat geldt natuurlijk niet voor alle bands, maar wij zijn allemaal verder uit elkaar gegroeid, hebben meer bagage en die jaloezie die bij ons steeds een rol speelde hoef ik niet meer. Met Renaissance en zelfs een jaar of wat geleden als soloartiest heb ik ondervonden hoe genadeloos agenten en managers jouw geld stelen en er nog mee weg komen ook! En dat is bij ons echt een drama geweest. Ik ben er zo teleurgesteld en gefrustreerd van geraakt dat ik als de dood ben dat zoiets weer gebeurt. Bovendien, we zijn geen Yes, want die band had een veel grotere schare fans dan wij ooit hadden. Wij zouden gedoemd zijn om in kleine zaaltjes op te treden en niet in grote hallen en daardoor zouden we er eerder nog geld op moeten toeleggen dan dat we er iets aan over zouden houden! Daarnaast zou ik ook nog de verworven vrijheid moeten prijsgeven en dat wil ik niet. Ik vind het heerlijk om zaken in mijn eigen hand te hebben en nu kan ik gewoon relaxed genieten als mijn broer op bezoek komt en aan zijn lippen hangen als hij vertelt over alle reizen die hij maakt. Ik denk overigens nog steeds dat hij komediant had moeten worden, net als onze vader, want hij is buitengemeen geestig!"

Wat is de grootste frustratie in jouw leven?

"Met name bootleggers en anderen in de business die van artiesten stelen, die zouden zich diep moeten schamen. Ik kan daar zo kwaad over worden, maar ik geloof in Karma. Mensen die stelen zullen naderhand zelf bestolen worden."

En het hoogtepunt?

"Ach, ik zou mensen onrecht doen als ik er één uit zou lichten want er waren er zoveel, toch denk ik aan Still Life in de studio met het Royal Philarmonic Orchestra, de ontmoeting met Paul McCartney in 1976, die mij bij toeval in de studio hoorde zingen en binnen wipte met de opmerkingen dat de rillingen langs zijn rug liepen bij het horen van mijn stem  en dat was gelukkig ultiem positief bedoeld!. Verder is de dag dat ik genezen verklaard werd van kanker toch wel het belangrijke, maar ook de reizen naar Brazilië, Japan en niet te vergeten de gave om te schilderen!"

ENGLISH:

An unexperienced girl originally wanted to become a ballerina, or perhaps a nurse, just like her mother. At the end of the sixties, she worked in the fashion world pursuing her dream at that time, to become a fashion designer. Her father was an amateur comedian and singer and one of her brothers became a professional singer, once managed by The Beatles’ manager Brian Epstein. So, persuaded by her sister in law - also a singer - she started to sing as well and eventually took lessons from the opera-singer Sybil Knight. As a member of the cabaret group Gentle People she was shown an advert in Melody Maker that drew her attention and before she realised, she was auditioning in front of Jim McCarty and Keith Relf, both founders of The Yardbirds. Because of her exuberant personality and foremost because she could sing the high notes in Islands without any difficulty, she got the message she was hired as the lead vocalist for Renaissance at the beginning of 1971. The success of this band would never have been possible without the clear five octave voice of Annie Haslam.

Hi Annie! If you don’t mind I’d like to go back all the way back to the early seventies!

"Oh gosh, it seems so awful long ago…but then again, if I look in the mirror…"

Well, truly I don’t think it’s that bad at all. You aren’t planning any facelifts or silly silicone implants, are you?

"No definitely no implants, but a facelift? I think I might, maybe. You know, in this business so many people are only interested in what they see, and I don’t particularly mean the fans! All them presumably important businessmen only look at the outside and do not listen to your voice or what you have to say. You should know what a stress I’m going through each and every time when I do these occasional shows. The only thing I’m really worried about is: how do I look, because I always try to look as good as I possibly can! It annoys me that women are aging differently from men. Especially because there might be a considerable time lapse between shows, you just see the people stare at you and look if I gained weight or lost a few pounds. That’s the most wonderful part of the painting I’m into nowadays. You don’t need anyone, you’re on your own and you don’t have to worry about these kinds of things for one second. It doesn’t matter what someone else’s judgement is and you don’t have to be entangled in nasty business deals."

We’ll be touching on these things later, but I’d still like to take you back to your audition in 1970. Then you met Keith Relf and Jim McCarty, but you didn’t work with them for long, did you?

"That’s correct. They were involved in a number of rehearsals and they have contributed to the writing process for Prologue. However, in 1973 Renaissance disbanded, leaving just John Tout and me. Only when we teamed up with Jon Camp and Michael Dunford, the latter not only as a songwriter but part of the band as a singer-guitarist, the music was created that made a name and reputation for Renaissance."

As history revealed, Michael Dunford fulfilled a key role in that most famous Renaissance line-up. When did you meet him or the first time?

"As early as December1970, he was present at the first rehearsals I was part of."

Your first solo album Annie In Wonderland contains music written by Roy Wood. On Annie Haslam (1988) you started to write yourself. Do you play any instrument?

"No, that’s the one thing I’d do differently if I was able to do things all over again. Then I would probably would like to have learned to play the piano, rather than the guitar. By the way, I only wrote the lyrics except for the song I wrote together with David Biglin, called Seashell Eyes. Originally this music was intended to be used for an animated movie The Last Unicorn, but that movie never came to be. I did write some melodies for an album called Man In A Box, but that album never saw the light of day so far and will probably never be released. At this point in time, singing is absolutely secondary for me because I just can’t make a living out of it."

For a very long time, all lyrics were written by poet Betty Thatcher. You worked with her also on your album Still Life. You’re singing Thatcher’s lyrics on classical tunes, accompanied by the Royal Philarmonic Orchestra conducted by Louis Clark. You just mentioned writing lyrics yourself. What kind of relationship existed between Betty and you and why did you specifically asked Betty to provide the lyrics for Still Life?

"Betty Thatcher-Newsinger was a close friend at the time, not anymore now, and back then I didn’t write lyrics at all. I was busy housekeeping in my home in Englefield Green and I was listening to classical music. Even before I realised, I was singing along. I called up Betty and said to her: why don’t we make an album and ask Louis to conduct the orchestra? That’s about how this record came to be and I still look back at it with great pride and joy."

You are still affiliated to the name Englefield Green if I read the notes on the booklets of your albums? Did you ever consider to return to the UK?

"Englefield Green is actually the name of the publishing company of the lyrics I’ve written. Back to England? Oh no, it has become a totally different country with poorly maintained roads and fuel-prices that are exorbitantly high."

In his foreword of the album Trip To The Fair by Michael Dunford’s Renaissance, Michael writes about a revival, initiated by Warner in 1990 upon the release of the compilation albums 1001 Nights. Weren’t there any attempts to revive the band and if so, why did they fail?

"There have been several attempts to get the band back together again and I can’t recall whether these compilation albums had anything to do to with any of these attempts to reunite. Fact is, I moved to the States in 1991 after marrying an American and I just didn’t want to work in that line-up anymore, end of story!"

As a solo artist you have worked with many celebrities. I’d like you to comment on the names I will give you. Michael Dunford?

"Friend for a lifetime, truly great songwriter and creator of so many wonderful melodies…"

Miles Copeland (manager of the band in the early days and brother of Police-drummer Stuart)?

"I could write a book about him for I lived with Miles for two years. Very gifted man, I’d even say a genius. I’ve learned a lot from him and I was stunned every single dinner party they used to throw at the Copeland residence. You’d find the most important and interesting people in society at that time. Perhaps I would have preferred if he had become our manager a little later."

Roy Wood (The Move, ELO and Wizzard)?

"Absolutely a genius too and a remarkably funny man, and very generous as well! Especially musically I’ve learned a lot from him and the four years I’ve spent with him, I’ve loved him intensely."

Louis Clark (conductor of the Royal Philharmonic Orchestra)?
"Another guy with a great sense of humour of which many people don’t know by the way. I’ve met Louis through Roy Wood. It was a fantastic time when we recorded Still Life."

Tony Visconti (songwriter and producer of Blessing In Disguise)?

"A very good friend until this day and again a genius. It seems like I was surrounded exclusively by geniuses! The first song I sang in public  - in some bar in Canada, of all places - happened to be Those Were The Days, written by Tony for his wife Mary Hopkin. When the fashion company I used to work for stole my design and subsequently fired me, I was desperate and depressed. My parents decided to take me with them on a trip to Canada and in that bar they just pushed me forward saying: hey Annie, come on and sing for us!"

Larry Fast (songwriter and producer of Annie Haslam)?

"Again a good buddy, extremly talented man, lives not far from here actually. We have contact regularly."

Rave Tesar (keyboardist and songwriter for Annie and her band)?

"A wonderful pianist both classical and jazz and capable of writing songs especially for my voice. A very gifted man and above all an engaging man and a kind-hearted human being."

Did other men, besides those mentioned above, play an important role in your life?

"Well, of course my ex-husband, a most wonderful human being with whom I’m still best friends with as with his wife! If he wouldn’t have been around, I might have lived in the UK in the period I had been diagnosed with and treated for breast cancer. Thanks to him I lived in the US at the time and he provided the best possible care and help anyone could have wished for. Without him, I’d probably wouldn’t be sitting here now!"

In 1992, you kept on working on Blessing In Disguise together with Tony Visconti in spite of your cancer. How did you cope with all this and how did you manage to conquer this terrible disease?

"It all happened so terribly quickly. When I discovered a lump, it was only five days until the diagnosis malignant breast cancer was made. In no time I had been in Philadelphia for a second opinion, lump plus lymph nodes were surgically removed and I was treated with chemotherapy and radiation: all together a very aggressive approach. At first I panicked of course, but a day later I drove to New York again for Blessing In Disguise and I said to myself: Annie, you have this disease, so deal with it and get well again! The worst episode was when I lost my hair, a few weeks after treatment. Then I was truly depressed and down for a while."

You’ve got quite a reputation in being involved in charity. Didn’t you support the British Cancer Institute as well?

"Yes, I have indeed. Gradually I am convinced the cure for cancer is already out there, but the big businesses just keep it hidden, afraid of losing all their profits. During the recordings forTuscany they asked me to do a show with Art Garfunkel two months later, to raise funds for the cancer institute. Afterwards I found out Art was being paid and I got nothing, not a penny. They only paid for my flight ticket - not even a direct flight - and I had to pay someone to take care of my three cats and doggy myself. Even a free dinner was out of the question! On top of this, the whole organisation turned out to be so complicated, that seventeen million had to be spent on administration purposes only. From that day onwards I never donated to this particular institute again. Over the years I have become involved in numerous fund raisings on animal welfare and I try to motivate people to respect animals and help to provide creating a decent environment for them to live in."

During the same period you released A Blessing In Disguise, Dunford recorded a studio album, a live album and a compilation, with vocals by Stephanie Adlington, 'the other woman'. What were your thoughts about these releases and did the ex-members of Renaissance support you during your treatment for cancer?

"I’ve contacted them all to inform them of what was going on, but I’ve had little or no response. I think a lot of people just don’t know how to handle a situation like that very well. When Mickey released The Other Woman, a lot of people bought the record because of the name Renaissance and I was very upset about this. I told him so and later he changed the name into Michael Dunford’s Renaissance. Terry Sullivan recorded a record under the name of Renaissant …what’s in a name?"

In 1997 you worked with Dunford on Songs Of Renaissance Days, a collection of songs previously unreleased. What was the drive to do this?

"The main reason was to meet the demand of the genuine fans. Considering the amount of time Michael and I put in, there were hardly any profits left, but I suppose it was a nice album to please the fans that had been waiting for so long all ready."

The logo for your website, designed by yourself, inspired a fan of yours to manufacture a series of jewellery. Part of the revenues, according to your site, would go to the British Cancer institute and some children in Central and South Africa. Did this incident happen to be a source of inspiration for your album The Dawn Of Ananda (1999), sounding quite similar to Renaissance I might add?

"After one of my shows, this lady came up to me and gave me a golden necklace with my art-logo - which is merely a stylish representation of my initials - also in gold attached! She told me she was a jeweller and so the idea was conceived to make a number of jewels in silver for charity. These jewels have been sold out and its revenues have been used for financing an expensive reconstructive operation on two very young kids in Africa, with a congenital facial abnormality. Another part of the funds went to a school in need. As I said not to the British Cancer Institute, I must correct that statement on my website! To have a new series of jewellery manufactured, would be quite costly and I don’t expect a whole lot of fundraising if any."

What was your motivation to put out the Christmas album It Snows In Heaven Too?

"From early childhood I’ve loved to sing Christmas lullabies and I’ve always had the desire to do this. A few years ago I performed twice in front of an audience of 250 people, at a venue not too far from here. I sang Christmas carols almost exclusively and the response was so overwhelming that I thought: now ‘s the time for this plan to become reality!"

Around the same time the eagerly awaited reunion of Renaissance became reality after all with the album Tuscany. Why only four shows and one album?

"It all began with The Dawn Of Ananda, which includes Precious One, a song by Mickey and me. We agreed to do some more songs also meant to be a sort of swan song for Renaissance. Anyway I got Roy Wood to participate, some people were found to finance the whole thing and so we began to write songs full of enthusiasm, but in the end we hardly managed to finish the album. At first John Tout said he was available, but he turned out not to be, so we had to ask Mickey Simmonds for the keyboard duties. Terry Sullivan was involved but all and all things became quite complicated and tempered our enthusiasm and we ended up having not so much fun doing the album as we initially expected. In spite of all those complications I don’t think Tuscany is a bad album at all. One of the conditions from the financers was that we had to do some shows in Japan. After a warm-up gig in London, we actually did three shows overthere. All the arrangements for this trip were made by me, the brochures, you name it! Looking back and discovering how much of my time this whole project consumed, this Renaissance reunion wasn’t lucrative financially for me at all."

And what about the double live album In The Land Of The Rising Sun? Has it been discussed to record a DVD at the same time?

"The double live album was a complete disaster! The sales were dramatic, mainly because of the release of a Japanese bootleg, looking extremely cool from the outside. This was for sale within a month after we did the shows! Our legitimate version, carefully worked on to produce the best sound quality possible, was released about a year afterwards. Then, knowing the sound quality of the bootleg was terrible, just breaks my heart. To put an end to this kind of illegal practices takes time and money and to be honest, I just don’t want to spend my time and money to lawyers anymore. To record a DVD takes a lot of financing too, and there weren’t enough funds to do it!"

Why and when did you start painting? You first used oil but nowadays rather acrylic for health reasons?

"In March 2002, I heard a little voice in my head saying: Annie, start making oil on canvases! Well, a long time ago I went to the art academy but I never painted anything more than a few watercolours. But still, I listened to that voice and I bought myself an easel, a book I merely read, canvases, paint and other stuff. I’ve refurnished my sun room into a studio and I got to work! My first trials were a big deception, but since I decided after thirty years of singing to do something for myself finally, I thought it had to be through trial and error. Eventually I got better! You know, it amazes me how some people seem to think they own you: the other day I received an email from someone who wrote: what on earth are you doing making all these silly paintings? They aren’t even any good! To sing, that’s what you should do, that’s why you’re here! Ridiculous! As for the paint: I did use acrylic for a while once I’ve found out that oil was poisoning me, but because working with oil is more satisfactory in most cases, nowadays I use gloves and a mask."

I wish I could see how you look like then! Couldn’t you just have me fly over, and I’ll make the photo’s for free! Anyway, seriously, many of your works have titles from nature or are describing senses. They are flowing but abstract at the same time. What kind of sources of inspiration do you have? Are they the same as writing music or lyrics?

"When I start to paint my head is completely empty, no worries, visions or anything. It’s as if I’m in a different world, I just sit down and paint! What I do frequently is painting in commissions. I try to get myself an impression of the buyer, ask her or him about things like favourite colours and I try to imagine what he or she is like and start painting with these things in mind. In about a month I’m leaving for a visit to Brazil. I’m taking some of my smaller paintings - those I can put in my suitcase! - with me to exhibit. It seems the economy is dreadful out there so I don’t suppose people will have much money to spend anyway."

Do you listen to music at all, for example when you’re painting?

"Rarely. Sometimes I listen to some music or the TV is on, but I barely pay attention to what’s going on. The last records I’ve listened to were from Brazilian origin, to get me in the right mood! I must admit that all music-related things seem to be of no interest to me anymore, kind of strange don’t you think? By the way, at this moment there’s a record by Sagrado in my player because I’m going to sing one of their songs."

Well, that’s great! I read you going to perform with Sagrado and I know that Marcus Viana, violinist and main composer with Sagrado, has been a guest on one of your acoustic shows with Rave Tesar in 2001. Do you know which tracks you will be performing and will the show be recorded?

"Apart from that Sagrado-song and She’s Leaving Home, originally recorded by The Beatles, we will be performing Carpet Of The Sun, Let It Grow, Ashes Are Burning  -that will be very interesting! -Michael, Prince of Angels and After The Oceans Are Gone. A DVD will be beyond our reach because of the limited budget, but I think the show will be recorded for possibly a live album."

In spite of the fact that your main focus these last years is painting, you keep popping up for shows and recently you have made a contribution to the Icon album by John Wetton and Geoff Downes. How did you get in contact with those two?

"I’ve known John since 1971, when he played bass with Renaissance for a while and I’ve always wanted to sing with him once. Although we don’t see each other often, we’ve managed to keep in contact. Through a mutual friend I heard he was in the studio so I contacted him and with the help of Larry Fast and his studio, a file with my vocal on it, was sent to John via email and it worked out after all!"

Recently you were exhibiting as an artist on the NEARfest festival. Amongst others, Roger Dean was there too. Did you meet him earlier and are you aware of the techniques he uses and vice versa?

"I've met him for the first time in 2004, also at NEAR-fest. He seemed sincere when he told me he liked my work very much. Immediately, I did a special painting, quite different from my others I might add, for him. He got it from me as a gift and he assured me he was deeply touched!"

In April 2005 you did a number of acoustic shows with David Sancious. What was it like to work with him and which tracks did you perform? Are these performances taped for a future release on CD or DVD?

"Quite extraordinary, the man is a genius and improvises at will, while I’m not accustomed to singing like that at all. So the first night I was quite nervous, but especially the third night in Atlantic City, everything went smoothly and David wrote three songs, inspired by my paintings! I know there have been recordings made but we are both far to occupied for the time being, so my guess is that it won’t be until spring 2006 before we get to arrange and work on these recordings."

Did you know that Michael Dunford has tried to bring Scheherezade to the theatres as a musical?

"Yeah, sure! I’ve helped him making the demo’s, you know. But truly, I think it’s very sad for him this project fell through, but as far as I know he’s currently working on another musical about the Middle Ages."

Pretty soon your voice will be heard again through a DVD, set to be released in 2006, but recorded back in 1997. Can you tell us something about that?

"That was a show recorded in Philadelphia with Rave Tesar, David Biglin and Joe Goldberger, but unfortunately the shows we did several weeks later with a second vocalist and a full band, were not recorded. The girl who sang the shows with me has got a voice very similar to mine and I think it must have sounded quite spectacular!"

At this point in time progressive rock or symphonic rock isn’t dead at all. Do you have any ambition to participate in reunion concerts or will you ever work with Steve Howe to record the songs, the two of you have been working on in the past?

"No. Steve has all ready released the songs meant for us to use on one of his instrumental albums. Would you mind telling me honestly why I should want to have the band back together again? I know this isn’t true for any band, but we definitely grew apart and we all have our personal ‘baggage’ and I just don’t want the kind of jealousy that played such an important role in our band ever again. Both with Renaissance as well as during my solo career, I have experienced how unscrupulous agents and managers steel your money and even get away with it untouched! With us, that has been a devastating drama and I've got so disappointed and frustrated that I’m scared to death something like that could happen to me all over again. Besides, we were never as big or popular like Yes for instance: they had a bigger following than we ever had. If Renaissance reunited we would be playing in small venues and clubs, not the big concert halls and therefore we would likely be loosing money on it instead of making some! Lastly, I would be forced to give up the freedom, I cherish so much and I really don’t want that anymore. Now I can enjoy having control over my life and things like having my brother, a Krishna devotee, over with me for a visit. Now I’m able to relax and listen to his tales of all his journeys. Sometimes I think he should have become a comedian because he's so witty and humorous!"

What’s the biggest frustrations in your life?

"Foremost all bootleggers and other people stealing from artists. They ought to be deeply ashamed. I can get so upset and angry about it, but I happen to believe in Karma: people who steel will be stolen from themselves eventually."

And finally the biggest highlight?

"Wow, that’s difficult, because there were so many! For one, I think at the times in the studio, recording Still Life  with the Royal Philarmonic Orchestra. Meeting Paul McCartney in the studio back in 1976, who just barged in when he heard me singing and telling me my voice made him shiver down his spine, and he meant that in an extremely positive way! Another highlight was the day I was declared cured from my cancer, but I also cherish the trips to Brazil and Japan and of course I’m excited about my newly discovered gift to paint!"

Discography with Renaissance:

Prologue (1972)
Ashes Are Burning (1973)
Turn Of The Cards (1974)
Scheherezade And Other Stories (1975)
Live At Carnegie Hall (1976)
Novella (1977)
Live At The Royal Albert Hall (1977)
A Song For Alle Seasons (1978)
Azure D’or (1979)
Camera Camera (1981)
Time-Line (1983)
Songs From Renaissance Days (1997)
Tuscany (2000)
In The Land Of The Rising Sun (2002)

Discografie solo:
Annie In Wonderland (1977)
Still Life (1985)
Annie Haslam (1989)
Blessing In Disguise (1995)
Live Under Brazilian Skies (1997)
The Dawn Of Ananda (1999)
It Snows In Heaven Too (2000)
One Enchanted Evening (2002)