Maar liefst acht jaar na Visionary komt Frank Bornemann, de onbetwiste ‘mastermind’ van de Duitse band Eloy, met deel I van een tweedelig verhaal over Jeanne D’Arc. In dit eerste deel wordt de periode van de geboorte van Jeanne uitgebeeld, haar visioen, haar reis naar Chinon tot en met de overwinning op de Engelsen in Orléans. De majestueuze instrumentale ouverture wordt gevolgd door een dreigende passage die weergeeft dat Frankrijk in oorlog is met de Engelsen. Als een lieflijke vrouwenstem de geboorte van Jeanne beschrijft, volgt er een fraai slepend stukje met een tokkelende gitaar, piano en fluit, waarin Bornemann zingt over Jeanne, terwijl in het tweede deel het zo herkenbare basspel van Klaus-Peter Matziol, samen met drums en synthesizer, voor het karakteristieke geluid van Eloy zorgen. Dat geluid wordt doorgetrokken naar Autumn 1428 At Home dat de verandering in het gedrag van Jeanne beschrijft. The Call beschrijft hoe een engel haar opdraagt ten strijde te trekken. Het krachtige Vaucouleurs, met mooie koortjes als refreinen, klinkt in de stijl van de beste stukken uit het oeuvre van de band. Een donker klinkende sequencer luidt een instrumentaal stukje in dat vergelijkbaar is met Silent Cries And Mighty Echoes (1979); het geluid van paardenhoeven verklankt Jeannes vertrek naar Chinon in het holst van de nacht. Vervolgens bezingt Bornemann de ontmoeting tussen Jeanne en de Dauphin op muziek die enigszins folkloristisch aandoet, afgewisseld met Floydiaanse passages. De profetie dat Jeanne met het leger Orléans zal gaan ontzetten, wordt in een krachtig stuk weergegeven samen met een kinderkoor. In The Sword worden spannende, ingehouden passages afgewisseld met een bombastisch refrein met koorzang, dat opzwepend klinkt, als een strijdlied. De track Orléans gaat onder meer over de hoop die bij de soldaten en de bevolking opbloeit als Jeanne zich binnen de muren meldt. Matziol zorgt weer voor heerlijke baslijnen in Les Tourelles, de strijd om de torens waarbij Jeanne gewond raakt. Het mooie door toetsen gedomineerde intermezzo en de daaropvolgende Floydiaanse passage zal de harten van menig symfoliefhebber sneller doen kloppen. Deel I wordt afgesloten met een rustig en gedragen stukje dat de behaalde overwinning beschrijft. Jeanne ziet de verschrikkingen en het leed die deze oorlog tot gevolg heeft gehad. De muziek wordt wat krachtiger en Jessy Martens schreeuwt het namens haar letterlijk uit: Why? Naast de band in de laatst bekende bezetting vinden we Kristof Hinz op drums, een hele lijst met vocalisten, een fluitist en diverse toetsenisten. Een heerlijk album in de beste Eloy-traditie!