The Final Frontier, het vijftiende studioalbum van de Britse metalband Iron Maiden mag best gehoord worden door liefhebbers van de wat hardere progressieve rockmuziek. Steve Harris, Bruce Dickinson, Adrian Smith, Dave Murray, Nicko McBain en Janick Gers hebben maar liefst ruim 76 minuten metal op cd gezet, zodat de luisteraars waar voor hun geld krijgen. Als je bedenkt dat van tien composities er slechts drie onder de zes minuten klokken, dan kun je al nagaan dat er wat progressieve elementen in de muziek verweven moeten zijn. Natuurlijk is het metalen en snelle basgeluid van Harris karakteristiek en zingt Dickinson nog steeds de sterren van de hemel, zij het een tikkeltje heser. De inventieve tempowisselingen, de heerlijke duetten - of liever 'triëtten' - van de drie leadgitaristen en de aansprekende composities benaderen het niveau van Somewhere In Time (1986) aardig. Coming Home is de eerste track met rustige passages en symfonische trekjes, waarop Dickinson laat horen waarom hij nog steeds een van de beste zangers in het genre is. Ook het intro van Starblind had zo van bijvoorbeeld Arena kunnen zijn, totdat het ritmisch wat lastige en gedurfde ruigere deel begint. In het eerste deel van Talisman hoor je zelfs akoestische gitaren en wat folkloristisch getinte melodielijnen in een relaxte atmosfeer. Na een kleine drie minuten laat de band echter zijn ware metalgezicht weer zien, maar sommige passages doen ook wat denken aan de symfonische periode van Rush. Subtiele achtergrondorkestraties sieren het begin van The Man Who Would Be King en die symfonische ondertoon zet zich door in sommige stukjes van het wat steviger, maar zeer melodieuze vervolg. Tot slot zijn in de Harris-compositie When The Wind Blows folkinvloeden herkenbaar. Overal hoor de voor Iron Maiden zo herkenbare loopjes echter zonder dat de heren in herhaling vallen.
Productie-technisch vind ik The Final Frontier geen hoogstandje. Het geluid had wat mij betreft wel wat vetter en strakker mogen zijn zoals bij Arjen Lucassen of Sascha Paeth het geval is, maar dat is ook eigenlijk het enige minpuntje. Het artwork, dit keer wat meer futuristisch, maar zeker herkenbaar Maiden is aansprekend. De ijzeren maagd staat na 35 jaar nog fier overeind en hopelijk waart Eddie de komende jaren nog steeds rond op de internationale podia!