De vijfde editie van Pinkpop Classic vond plaats op het terrein Megaland in Landgraaf dat heel wat meer toeschouwers kan herbergen dan de ongeveer vijfduizend liefhebbers die ondanks de sombere weersvoorspellingen de tocht naar het uiterste zuiden van Nederland hadden gewaagd. Zij werden beloond, want het weer was op enkele spetters na werkelijk prachtig. De presentatie van Jan Smeets himself was niet imposant, het geluid was echter uitstekend en alle optredende bands probeerden het er beste van te maken.
Zo opende het Molukse Massada swingend het festival, waarbij de ritmesectie niets aan kracht bleek te hebben ingeboet. Al erg vroeg moest Saga, herenigd met frontman Michael Sadler, het podium betreden. De Canadezen openden met Anywhere You Want To Go, een nummer van hun nieuwe album 20/20, en verrasten met The Cross van het album Generation 13 dat onnavolgbaar werd uitgevoerd. Adembenemend hoe goed Sadler het publiek bespeelde en vooral hoe vreselijk goed de man zong: hij is een van de weinige zangers die na ruim dertig jaar nog exact hetzelfde geluid weet te produceren. Met een in mijn ogen wat misplaatste drumsolo, werd de nieuwe drummer Mike Thorne voorgesteld en zelfs voor het geplande einde waren Michael Sadler, Ian Crichton, Jim Crichton, Mike Thorne en Jim Gilmour alweer verdwenen in de kennelijke overtuiging dat ze nog een toegift zouden mogen doen.
Het festival kende vervolgens een aanstekelijk optreden van John Watts met Fisher-Z die met zijn eeuwige hoedje een prima optreden verzorgde. De felle 'gritty rock-'n-roll' van Garland Jeffreys werd gevolgd door de rockers van Bush waarbij vooral frontman Gavin Rossdale alle registers opentrok voor een memorabel optreden. Zijn run door het publiek was verbluffend, zijn gespierde lichaam eveneens, maar zijn vocale prestatie helaas wat minder. De show van Big Country was warm en smaakvol. Na de zelfmoord van de spil in de band Stuart Adamson speelde Big Country nu met Mike Peters (ex-The Alarm) als frontman en met vader en zoon Watson. Hoewel het nieuwe nummer Another Country uitstekend viel bij het publiek, voelde het toch een beetje als Yes zonder Jon Anderson, Ten Years After zonder Alvin Lee of misschien nog wel vooral Queen zonder Freddy Mercury.
De afsluiter was Toto. In tegenstelling tot de andere bands had Toto nooit eerder op Pinkpop opgetreden, maar had volgens Smeets wel altijd op het verlanglijstje gestaan. Een gelikte show met een enthousiaste band die onder aanvoering van gitarist Steve Lukather opnieuw een imposante show opvoerde. Bijgestaan door Nathan East op bas, Mabvuto Carpenter en vooral Jenny Douglas als ondersteunende zangeressen, kwamen hits als Rosanna, Africa in een lange versie, Hold The Line en het luidkeels meegebrulde (I Can't) Stop Loving You voorbij. Tevens gaf de band geweldige uitvoeringen van Hydra, Only The Children, St. George And The Dragon en als uitsmijter Home Of The Brave. Ook deze show werd opgedragen aan Mike Porcaro die aan de vernietigende ziekte ALS lijdt. Het is te hopen dat ondanks het tegenvallend aantal bezoekers er toch een zesde Pinkpop Classic zal komen en dat Toto ook zonder Mike Porcaro door zal gaan en liefst nieuwe muziek zal opnemen. De band bewees met zanger Joseph Williams, die uitstekend bij stem was, nog lang niet aan het pensioen toe te zijn!