Het duurde niet lang voordat Julie Kiss (ex-Without Face) medestanders vond om haar teksten en zangstijl op muziek te zetten. Daardoor werd To-Mera uiteindelijk een Hongaars-Engelse aangelegenheid, hoewel om ‘geografische redenen' drummer Akos Pirisi, een uitgesproken fan van Meshuggah, het veld heeft moeten ruimen. Hij is echter nog wel verantwoordelijk voor de opnamen van Transcendental. De mede-oprichter van de huidige band is bassist Lee Barrett. Verder bestaat To-Mera uit Tom MacLean (gitaar), een grote metalfan, maar met een opleiding als jazzgitarist, en Hugo Sheppard (toetsen), die als voornaamste invloeden Claude Debussy, Pain Of Salvation en Tom Waits opgeeft. De ouverture is symfonisch en orkestraal en belooft zeer veel goeds. Ook het pianostukje aan het eind ervan bewijst de kwaliteit van de band. Toch enigszins in contrast met deze openingstrack gaat de band nogal heftig verder, waarbij de beukende gitaarriffs en de ratelende dubbele basdrums de achtergrond vormen voor de enigszins serene zang van Julie Kiss met daar doorheen het uiterst subtiele toetsenwerk van Sheppard. Soms heb je het idee dat de eerste bezetting van Renaissance begeleid wordt door een speedmetalgitarist. De melodielijnen zijn vloeiend, maar niet simpel of gewoontjes, terwijl de soms erg jazzy en dan weer klassiek aandoende tussenstukjes en refreinen pakkend en wonderschoon zijn. Het geheel doet enigszins aan 'Edenbridge meets Evanescence' denken, maar ook Pain Of Salvation en Meshuggah zijn in de muziek terug te horen. Naast de al genoemde riffs is de begeleiding vaak een samengaan van razendsnelle loopjes van gitaar, bas en drums, terwijl de toetsen de orkestraties leveren. Kiss heeft geen wereldstem, maar vreemd genoeg past haar zang prima in het geheel.
Hoewel ik veel nummers net even te heavy en/of te neurotisch vind, staat er ook veel moois op deze ruim 52 minuten durende cd. Men weet gothicmetal, heavy metal, prog en jazz op een originele wijze te mixen, zodat ik dit indrukwekkende debuutalbum van harte kan aanbevelen.