De belangrijkste man van Little Atlas, een progpopformatie uit Miami, Florida (VS) is multi-instrumentalist Steve Katsikas. Samen met zijn vrouw Joanna neemt hij de zangpartijen voor zijn rekening; daarnaast componeerde hij alle tracks, speelde toetsen, akoestische gitaar en deed de productie. De elf songs op Surface Serene klokken samen bijna een uur; ze zijn in 2002 geschreven en in 2003 op cd gezet. Hoewel er duidelijk sprake is van een songmatige aanpak, zijn er veel tempowisselingen en onverwachte intermezzi, waardoor de plaat blijft boeien. Drummer Diego Pocovi en bassist-toetsenist Rik Bigai doen hun werk verbluffend goed. Vooral het ‘lopende’ baswerk bevalt me uitstekend. De stem van Katsikas is zeker niet slecht, maar af en toe wat schel voor mijn oren. Af en toe doen de scherpere passages in de zang me aan Mouse (Aragon) denken. Het toetsenwerk bestaat vooral uit piano, af en toe orgel, diverse lekkere synthsolo’s en bescheiden strings. De gitaar van Roy Strattman klinkt vaak tokkelend, zoals bij Gryphon, maar soms ook prachtig slepend. De Zuid-Amerikaanse invloeden die zijn vermengd met oosterse invloeden op Changeover zijn karakteristiek voor de nieuwe wegen die Katsikas probeert in te slaan, terwijl het meeste materiaal aan het betere werk uit de jaren zeventig herinnert. Het nummer Dance doet aan Renaissance denken, terwijl je op Collapsing ook elementen van de vroege Kansas kunt herkennen. Surface Serene is een toegankelijk en bijzonder aardig progpopalbum.