'File under hard rock' staat er op de begeleidende informatie bij de heruitgave van Strange Vibrations, bij mijn weten de eerste en enige lp van Rhapsody Sweden. De band was eind jaren zeventig redelijk populair in Hongarije en in eigen land, maar behaalde nooit grote successen. Het album bevat lekker en soms zelfs uitstekend gitaarwerk. Het klinkt weliswaar wat oubollig, maar ja, zeven van de negen tracks stammen uit 1977 of daaromtrent. Je zou het ook pomprock of misschien wel AOR kunnen noemen. De nummers liggen gemakkelijk in het gehoor, maar geven heel snel het idee van ‘dit heb ik al eerder gehoord’, omdat ze nét niet pakkend genoeg zijn. De muziek doet denken aan bijvoorbeeld de vroege REO Speedwagon of aan die van hun fameuze landgenoten van Europe, niet al te hard maar wel rock en soms wat blues, zoals in Crazy Dance. Belly Dancer begint met een geweldig intro: majestueus met orkestrale keyboards, waarna de track overgaat in een hogere versnelling. Met zijn diverse mooie overgangen, sfeerwisselingen en heerlijk orgelwerk is dit mijn favoriete track. De titelsong is een rechttoe-rechtaan rocker met orgelwerk à la Jon Lord. Het oorspronkelijke album wordt afgesloten met twee lange nummers van ruim acht en negen minuten, die beide aardige en afwisselende instrumentale passages bevatten. De zang lijkt enigszins op de zang van de tijdgenoten van Angel. De heren hebben voor Take To The Highway wat inspiratie opgedaan tijdens de beluistering Child In Time van Deep Purple. De twee nieuwe songs zijn gemaakt in hetzelfde genre, hoewel de zang wat minder scherp klinkt en ook de geluidskwaliteit is logischerwijs een stuk beter.
Het lijkt erop dat Rhapsody Sweden Europe probeert te volgen met een geslaagde reünie. Het is de heren Peter Ahs (toetsen), Kjell-Ake Norén (gitaar, toetsen), Benny Ahlkvist (zang), Torbjörn Persson (drums) en Rudolf Janszky (bas) gegund, want Strange Vibrations is een aardig collectors item!