Doorzetters zijn het, Rob Willemse en zijn kompanen van Cirrha Niva! Het is nogal wat als je na negen jaar, na een toch wezenlijk ander album, weer van je laat horen. Behalve Rob was toen alleen drummer Tony White van de partij, maar die laatste is inmiddels vervangen door Wiebe Slim. For Moments Never Done werd geproduceerd door Jochem Jacobs (Textures) en Bouke Visser met medewerking van Joost van den Broek en daarmee heeft de band een puik album uitgebracht dat internationaal klinkt. Slechts flarden van het Cirrha Niva van weleer zijn herkenbaar. Zanger Legrand is een aanwinst die zowel in het hoog als ook in rustiger vaarwater weet te overtuigen. De baslijnen zijn uitstekend en niet voor niets blijkt John Myung (Dream Theater) het grote voorbeeld van bassist Daniël Huijben. De composities staan bol van de tempowisselingen. Ze doen denken aan het betere werk van bands als Nevermore en vooral Pain Of Salvation. Aansprekende, melodieuze en soms zelfs atmosferische stukken worden afgewisseld met pittig klinkende metalpassages die doorgewinterde metalfans zeker zullen aanspreken. De messcherpe solo's van de heren Willemse en Carlo Heefer snijden tot op het bot. In Running From The Source zakt het tempo licht, althans in het eerste deel, en zijn er ook akoestische gitaren en een orgel te horen. Vervolgens een stuk dat het midden houdt tussen Dream Theater en Black Sabbath. Een lekker maar geen gemakkelijk ritme om te drummen is te horen in Golan Heights, waarin Yuval Kramer (Amaseffer) enkele teksten spreekt. Door dit soort ritmes en door de gedurfde variaties in sfeer en stijl is For Moments Never Done geen album voor de doorsnee metalfan. Daarvoor zijn er te veel progressieve invloeden en is de moeilijkheidsgraad te hoog en het meezinggehalte te laag. Het ruim drie kwartier klokkende album wordt afgesloten met de melodieuze ballad Spring Before Winter - met daarin een mooi stukje saxofoon van producer Bouke Visser - en het langste nummer Self-Chosen. Een denderende finale, maar het slotakkoord is weer zo'n mooi stuk gedragen door bas en twee gitaren, waarna stilte het album besluit. Een pretentieus album dat hopelijk de erkenning betekent voor een band die dat zeker verdient!