Dat de progressieve muziek in de jaren zeventig tot wasdom kwam en menig geweldig album opleverde zal niemand ontkennen. Dat er nog steeds werkjes ontdekt worden die op de een of andere wijze aan de aandacht ontsnapt zijn, zeker bij het grote publiek, wordt pijnlijk duidelijk als je dit album beluistert. Robert-Jan Stips (Supersister, Nits) zag de potentie van deze Belgische band en bezorgde het vijftal een platencontract in Nederland. Een breuk tussen de betreffende maatschappij en de producer in combinatie met vervolgens het faillissement van een Belgische maatschappij die daarna belangstelling toonde, voorkwam verdere aspiraties. Pseudonym verzamelde het weinige dat van deze zeer talentvolle band werd opgenomen en bracht dit in 1995 uit. Referenties aan Solution, The Beatles, Starcastle, Focus, Kayak, Gentle Giant en Moon Safari zullen de lezer doen beseffen dat op een aantal punten deze band haar tijd (ver) vooruit was. Meerstemmige samenzang, tempowisselingen, geweldig toetsenwerk, kortom alles wat prog uit die tijd zo baanbrekend en interessant maakte zit in deze muziek die vooral gecomponeerd werd door toetsenist Peter Torfs en zanger-bassist Evert Verhees. Zeker de vier langere tracks zijn juweeltjes die qua niveau niets onderdoen voor bands als Kayak of Supersister. Er wordt niet vermeld waar de hier en daar opduikende orkestarrangementen vandaan komen. Het titelstuk is een meer keyboard gedomineerd arrangement op een stuk uit Obelisk: tranen trekkend mooi. Good Morning Life doet erg aan de muziek van Druid of Fruupp denken, We’re So Sorry gaat meer richting vroege Earth & Fire en de laatste drie korte tracks hadden van Moon Safari kunnen zijn. Een ruim uur symfo van de bovenste plank, miskend maar hopelijk alsnog herontdekt.