De Israëlische band Subterranean Masquerades nadert het vijftienjarig bestaan, maar is vooralsnog eerder een project van gitarist Tomer Pink dan een echte band. Op het vierde album Mountain Fever is behalve Pink een geheel nieuwe bezetting geformeerd, waarmee voordien al wel liveshows werden gespeeld. Tevens zijn er gastrollen voor bandleden van landgenoten van Orphaned Land en Melechesh. De tien tracks zijn zeer gevarieerd en hebben ook individueel uitdagende melodielijnen, zanglijnen en veel tempowisselingen. Toch blijft het geheel verassend melodieus en zijn er tal van mooie symfonische passages te beluisteren te midden van wat hardere stukken, waarin dan opeens een blazerssectie opduikt. Diverse zangstemmen, waaronder van lieflijk vrouwelijk tot en met rauwe, mannelijke grunts en shouts in Somewhere I Sadly Belong, For The Leader en With Strings Music maken dat deze muziek niet voor iedereen even aansprekend of gemakkelijk in het gehoor zal liggen. De onmiskenbaar oosterse invloeden zul je bij artiesten uit Europa of de VS ook niet snel tegenkomen, dus daarmee is dit gezelschap in de wereld van de progmetal een wat vreemde eend in de bijt. Mountain Fever is een album dat vraagt om een geconcentreerd luisterend oor, want er gebeurt heel veel. Jens Bogren, van onder meer Leprous en Opeth, is verantwoordelijk voor de mix en die verstaat zijn vak. Zo’n begin als in The Stillnox Oratory, de als single uitgebrachte track Mångata of de Floydiaanse passage in For The Leader zijn echte juweeltjes en smaakvolle rustpunten op dit album dat kwalitatief op een zeer hoog niveau staat. Je hoort originele geluiden uit de keyboards, vernuftig spel op gitaren, bas en drums en een bijzondere, in de eigen taal gezongen track. Als de ‘harsh vocals’ wat minder vaak waren opgedoken, was dit album voor mij minimaal een tip geweest.