Vanexa bestond al sinds 1978, maar bracht het debuutalbum pas uit in 1988. De Italianen golden destijds als exponent van de ‘new wave of heavy metal’. Dat de band nog niet van opgeven weet, bewijst The Last In Black, het zevende album waarop alleen de ritmesectie nog origineel is. Beide nieuwe gitaristen en zanger Andrea Ranfagni doen het uitstekend. Al is het merendeel van de muziek melodieuze heavy metal, er zitten toch best wel wat progressieve trekjes in, zoals ook op het laatste album van Iron Maiden album overigens het geval is. Tempowisselingen worden niet geschuwd en het vierminuten-format wordt tweemaal ruimschoots overschreden. In het nummer Armless is het drumspel van Sylvano Bottari beslist in een andere stijl dan je in gewone heavy metal hoort en datzelfde geldt voor het basspel van Sergio Pagnacco. Vanexa is de moderne versie van Steppenwolf met wat jazzinvloeden, zou je kunnen zeggen. Daarna volgen enkele min of meer rechttoe-rechtaan rocknummers alvorens de laatste track Hiroshima begint die ruim tien minuten klokt. Zoals te verwachten gaat het uptempo en behoorlijk venijnig, maar de schijn van een epic bedriegt want deze harde rocker wordt onderbroken door sirenes en volgt er een pauze van een kleine vier minuten, waarna de band nog een keer vol gas geeft. Ranfagni eindigt met zang in het Italiaans. Misschien valt The Last In Black net over de rand van het spectrum van deze website, maar kwalitatief is het wel een knap staaltje van dit vijftal.