MENNO VON BRUCKEN FOCK

JOURNEY'S END (NL+E)

Artiest / Band: 
ENID, THE (2012)
ENID Journey's End

Na de 'voorbode' Arise & Shine is hier dan het echt nieuwe album van The Enid, de opnieuw geformeerde cultband uit de jaren zeventig en tachtig. Weliswaar zonder Steve Stewart en Francis Lickerish, maar met oudgediende Dave Storey (drums), de al enige tijd participerende Max Read (zang, toetsen, gitaar, bas) en nieuwkomer Jason Ducker (gitaar). Robert John Godfrey is zijn midlifecrisis te boven en bespeelt de toetsen als een laureaat van een gerenommeerd conservatorium. Eigenlijk is dit type muziek veel interessanter dan veel van wat tegenwoordig wordt uitgebracht en dat meestal een herhaling van zetten is. Journey's End opent met een marsritme dat echter snel minder herkenbaar wordt door de er doorheen verweven tribale ritmes. Wat vleugjes orkestratie, fijnzinnig gitaarspel en vooral meervoudige zang kenmerken deze track. Dan volgt een ambient atmosfeertje met wat space-achtige effecten gevolgd door lichte klassieke muziek met blazers en later ook toetsen; allemaal heel dromerig. Tegen het einde neemt de vleugel de melodielijnen voor zijn rekening en horen we subtiel pianospel van Godfrey. Het derde nummer begint met achtergrondklanken en met Read die met een behoorlijk accent begint te zingen. Wat zwaardere orkestraties luiden een poprockstukje in met drums, bas, gitaar en zang, terwijl de toetsen de achtergrondmuziek verzorgen. Het refrein bevat meestemmige zang in een niet alledaagse toonzetting. De dubbel ingespeelde gitaren in het instrumentale stuk is zeer kenmerkend voor The Enid. Het vierde nummer Malacandra, dat ook al op Arise & Shine stond, herinnert aan de jaren zeventig. Orkestrale bombast wordt afgewisseld met lichtvoetige symfonische pop waarop zelfs meezingen mogelijk is. Het laatste deel bevat de voor The Enid zo karakteristieke klassiek aandoende muziek, maar dan voor groep en orkest.Shiva is een vraag- en antwoordspel van respectievelijk zang en gitaar, waarna dezelfde melodieën verder worden uitgewerkt gelardeerd met orkestrale arrangementen. De stijl van dit werkstuk is eigenlijk ondefinieerbaar! Het slotstuk The Art Of Melody is Godfrey ten voeten uit: prachtige klassieke muziek die klinkt als een compleet symfonieorkest. De vreemde eend in de bijt is terug ... en hoe!

ENGLISH:

Due to legal problems the release of Journey's End, the first real new album by The Enid, had to be postponed. But now there's just over 45 minutes of delightful music to discover. Currently the band consists of founder member Robert John Godfrey (keyboards), the original drummer Dave Storey and since the nineties Max Read (vocals, keysboards, guitar, bass). The youngest member is Jason Ducker, a talented guitar player. A possible new member is Nick Willis (bass, percussion). The album opens with a march rhythm in Terra Firma and soon we hear Max Read's vocals enhanced through the vocoder technology, so his vocals sound like a small choir or at least like triple harmonies. The march tempo can still be recognized but becomes less obvious because of the addition of tribal drums and percussion. The music is rounded off by some touches of guitar and some subtle orchestrations. Terra Nova has a completely different, almost ambient atmosphere. After the intro of spacey effects, you'll hear classical music played by 'horns' - evidently done by the keyboards - but the music remains smooth and subtle. At the end the grand piano takes over and plays the melodies in an exquisite way. Space Surfing is of a different category. At first you'll hear some background noises and Read singing with an accent probably from where he grew up. Then some bombastic orchestrations are added and a piece of catchy pop-rock music with the full band. The chorus, with a peculiar modulation, is sung in close harmony. The twin guitars in the instrumental interlude is very characteristic for The Enid. Malacandra was released earlier on the album Arise & Shine and builds the bridges between the old and the contemporary band: orchestral bombastic passages remind me of the finest Enid-music from the seventies, while the very modern symphonic pop pieces invite the listener to sing along. The last part would be the ultimate piece for group and orchestra, but in this case the orchestra is only one man: Robert John Godfrey. Next song in a musical style I couldn't define properly, is Shiva. Here we hear a sort of game of questions (vocals) and answers (guitar) and the theme keeps returning in different forms and with different arrangements. Of course there are lush orchestrations again. The grand finale called The Art Of Melody is for Godfrey: magnificent contemporary classical music as could have been performed by a full symphony orchestra. Godfrey hasn't lost his touch and according to man himself 'the best is yet to come'. Yes, the somewhat obscure and strange bunch known as The Enid are back and my guess is, we will be hearing a lot more from them.