TURNING TO CRIME

Bij gebrek aan liveoptredens is de cd Turning To Crime een uitstekende gelegenheid om eer te bewijzen aan je muzikale wortels en tegelijkertijd nog plezier te hebben ook. Dat zullen de mannen van Deep Purple waarschijnlijk gedacht hebben toen ze op het idee kwamen om hun oude helden opnieuw met een cover in de schijnwerpers te zetten. Deze rasmuzikanten, die op Steve Morse na allen de zeventig ruim gepasseerd zijn, verrassen zo’n anderhalf jaar na het prima ontvangen album Whoosh! wederom met een nieuw studioalbum. Dit keer dus geen eigen composities, maar een tijdreis die de luisteraar terugvoert naar de jeugd van de leden van dit gezelschap, dus muziek uit de periode 1957 tot 1970. De twaalf tracks op dit album zijn oorspronkelijk opgenomen door respectievelijk Love, Huey ‘Piano’ Smith, Fleetwood Mac, Mitch Ryder & The Detroit Wheels, Bob Dylan, Ray Charles, Quincy Jones, Little Feat, The Yardbirds, Bob Seger System en Cream. Het album eindigt met de medley Caught In The Act waarin songs zijn verwerkt van Freddie King, Booker T. & The M.G.’s, The Allman Brothers Band, Led Zeppelin en The Spencer Davis Group, waarbij Ian Gillan alleen Gimme Some Lovin’ van de laatste band zingt. De overige stukjes uit deze medley zijn instrumentaal. Sommige nummers lijken redelijk veel op het origineel; andere zijn verrijkt, zoals het klassiek aandoende intermezzo in Fleetwood Macs Oh Well, waarvan ook deel twee duidelijk is aangepast. De gegroefde gezichten van de oude rotten stralen de studio uit tijdens de opnamen voor dit album. De anders aanwezige dwang om zelf compositorisch met iets nieuws te komen heeft plaats gemaakt voor lol in het arrangeren van muziek, waarmee ze zelf groot gebracht zijn. Zeker de nummers uit de jaren vijftig en zestig klinken met de hedendaagse technologie en het betere instrumentarium werkelijk fantastisch. Turning To Crime is een puik stukje nostalgie en zowel een geinige als kwalitatief ruim bovengemiddelde toevoeging aan het rijke oeuvre van Deep Purple.